-
1 hawk-eyed
scherpzinnig -
2 sharp-witted
-
3 perceptive article
scherpzinnig artikel -
4 see into a millstone
scherpzinnig zijn, inzicht hebben -
5 sharp wittedness
scherpzinnig verstand, schranderheid -
6 discerning
-
7 perspicacious
-
8 sagacious
-
9 acid
adj. zuur; scherp; scherpzinnig--------n. zuur; L.S.D.acid1[ æsid] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————acid22 bits ⇒ bijtend, wrang♦voorbeelden: -
10 astute
-
11 biting
adj. scherp; scherpzinnig--------n. beet, hap[ bajting]♦voorbeelden:1 a biting remark • een scherpe/vinnige opmerkinga biting wind • een bijtende wind -
12 clear-headed
-
13 clear-sighted
clear-sighted -
14 discriminating
adj. discriminerend, onderscheid makend[ diskrimminneeting]1 oordeelkundig ⇒ opmerkzaam, scherpzinnig♦voorbeelden: -
15 have the wit to realise something
English-Dutch dictionary > have the wit to realise something
-
16 percipient
adj. gewaarwordend; waarnemend; opmerkzaam, scherpzinnig[ pəsippiənt] 〈zelfstandig naamwoord: percipience〉1 opmerkzaam ⇒ aandachtig, scherp(zinnig) -
17 scintillate
v. vonkelen, flonkeren, flikkeren, schitteren, tintelen[ sintilleet]3 sprankelen ⇒ geestig/scherpzinnig zijn♦voorbeelden:scintillate with wit • sprankelen van geest(igheid)II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 he usually scintillates good ideas in his articles • gewoonlijk sprankelen zijn artikelen van de goede ideeën -
18 sharp
n. Sharp Corporation, Japans bedrijf (opgericht in Japan door Tokuji Hayakawa in 1912) met kantoren en bedrijven over de gehele wereld, fabrikant van elektronische elementen voor persoonlijk en bedrijfsgebruiksharp12 → sharper sharper/————————sharp2I 〈bijvoeglijk naamwoord; sharpness〉1 scherp ⇒ spits, puntig2 schril ⇒ duidelijk/scherp uitkomend/afstekend3 abrupt ⇒ plotseling, steil, sterk4 bijtend ⇒ doordringend, snijdend5 scherp ⇒ pikant, sterk7 streng ⇒ vinnig, bijtend8 scherpzinnig ⇒ bijdehand, pienter, vlug9 geslepen ⇒ sluw, gewiekst, gehaaid♦voorbeelden:a sharp knife • een scherp mesa sharp image • een scherp/duidelijk beeld3 a sharp fall/rise in prices • een plotselinge/scherpe daling/stijging van de prijzena sharp turn to the right • een scherpe bocht naar rechtsa sharp voice • een scherpe/schelle stema sharp wind • een snijdende windsharp sauce • pikante sausa sharp reproof • een scherp/hard verwijthave a sharp tongue • een scherpe tong hebbenbe sharp with someone • iemand hard aanpakkensharp ears • scherpe/waakzame orenkeep a sharp look-out • scherp uitkijkensharp at maths • goed in wiskundebe too sharp for someone • iemand te slim af zijnhe's got a sharp eye for detail • hij heeft een goed oog voor detailsa sharp appetite • een stevige eetlustsharp practice • oneerlijke praktijken, een vuil zaakjeas sharp as a razor • buitengewoon intelligent1 (-)kruis♦voorbeelden:1 C sharp • C-kruis, do kruis, cisF sharp • F-kruis, fa kruis, fis————————sharp3〈bijwoord; sharper〉1 → sharpsharp/2 stipt ⇒ precies, klokslag4 scherp♦voorbeelden:¶ look sharp! • schiet op, haast je! -
19 subtle
adj. gevoelig, subtiel, scherpzinnig[ sutl] 〈 subtly〉1 subtiel ⇒ fijn, doordringend, teer; nauwelijks merkbaar; scherp(zinnig), schrander♦voorbeelden:smile subtly • fijntjes lachen -
20 wit
n. gevat/geestig iem.; scherpzinnigheid; geestigheid--------v. weten (verouderd gebruik)wit1[ wit]1 gevat/geestig iemand♦voorbeelden:1 verstand ⇒ benul, intelligentie♦voorbeelden:1 have quick/slow wits • vlug/traag van begrip zijnhave enough wit/the wit(s) to say no • zo verstandig zijn nee te zeggenhave/keep one's wits about one • alert zijn; bijdehand/pienter zijnlive by/on one's wits • op ongeregelde/bijdehante manier aan de kost komenout of one's wits • niet goed wijs, gek————————wit2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ 〈voornamelijk formeel; juridisch〉 to wit • te weten, namelijk, dat wil zeggen
- 1
- 2