-
21 dorsal
adj. dorsaal, van de rug--------n. dorsale, dossale, gedeelte aan de rugzijde (Anatomie, Zoölogie); kleed achter altaar van kerk[ do:sl] -
22 stoop
n. veranda; vooroverbuigen, gebukte houding--------v. zich bukken, voorover buigenstoop1[ stoe:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 ronde rug ⇒ kromme/gebogen rug————————stoop2♦voorbeelden:stoop to folly • zich tot onbezonnenheden verlagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 buigen♦voorbeelden: -
23 backless
-
24 hump
n. bult--------v. krommen, de rug krommen, geslachtsgemeenschap bedrijvenhump1[ hump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 it gives me the hump • ik baal ervan/krijg er de balen van————————hump21 bollen ⇒ bol gaan staan, kromtrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 welven ⇒ bol/krom maken, ronden -
25 roll over
verlenging, prolongatie van schuld (overdracht van schuld, aflossen van schuld door vorming van een nieuwe schuld); zich omdraaien; op zijn rug gaan liggen; zich omrollenroll over♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 over de grond doen rollen ⇒ omverstoten, neerschieten -
26 backscratcher
n. ruggenkrabber, instrument met lange hendel om iemands rug mee te krabben; nuttige relatie, iemand die gebruik maakt van het verlenen van gunsten of diensten voor wederzijds belang; (in Ski) truc waarbij een skiër met zijn/haar rug het achterste gedeelte van de skiën aanraakt -
27 dorsad
adv. in richting van de rug, naar de rug -
28 dorsally
adv. tot de rug, met betrekking tot de rug -
29 Bactrian
n. Aziatische kameel met twee bulten op zijn rug[ bæktriən]♦voorbeelden: -
30 I cricked my neck/back
I cricked my neck/backik heb een stijve nek/rug -
31 Newfoundland
n. Newfoundland (groot eiland in Canada; hondsoort)--------n. hondenras met een lange rechte rug en een dikke vettige vacht→ Newfoundland dog Newfoundland dog/ -
32 Persian
adj. Pers; Perzisch--------n. Pers, geboren in Perzië; Perzisch (taal, tapijt)[ pə:sjn, pə:zjn]♦voorbeelden:Persian cat • Perzische kat, pers -
33 a stab in the back
-
34 age
n. leeftijd; periode; generatie--------v. ouder wordenage1[ eedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be your age! • doe niet kinderachtig!be/come of age • meerderjarig zijn/wordenlook one's age • er zo oud uitzien als men iswhat is your age? • hoe oud ben je?at the age of ten • op tienjarige leeftijdin his (old) age • op zijn oude dagten years of age • tien jaar oudbe of an age to do something • oud genoeg zijn om iets te doenunder age • minderjarig, te jonghis back was bent with age • zijn rug was krom van ouderdomyou've been ages • je bent vreselijk lang weggebleven¶ age of consent • meerderjarigheid; leeftijd 〈 vooral van meisje〉 waarop je met iemand naar bed mag————————age2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen verouderen, oud(er) maken -
35 arch
adj. kromming, buiging, welving--------n. boog, gewelf--------pref. hoofd (van-)--------v. welven, een boog makenarch1[ a:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boog ⇒ gewelf, arcade♦voorbeelden:————————arch21 ondeugend ⇒ schalks, guitig♦voorbeelden:1 an arch glance/smile • een schalkse blik/guitig lachje————————arch3II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
36 at bay
-
37 backed
-
38 backhanded
adj. van of op handrug; twijfelachtigbackhanded♦voorbeelden:¶ backhanded compliment • dubbelzinnig/dubieus compliment -
39 backhander
n. tennisslag uitgevoerd met de handrug naar de bal gekeerd, slag in tegengestelde richting van de hand; steekpenning (Slang)backhander -
40 backstroke
См. также в других словарях:
rug — rug·be·ian; rug; rug·by; rug·ged; rug·ged·iza·tion; rug·ged·ize; rug·ged·ly; rug·ged·ness; rug·ger; rug·ging; rug·gy; ug·rug; ke·rug·ma; … English syllables
Rug — Rug, n. [Cf. Sw. rugg entanglend hair, ruggig rugged, shaggy, probably akin to E. rough. See {Rough}, a.] 1. A kind of coarse, heavy frieze, formerly used for garments. [1913 Webster] They spin the choicest rug in Ireland. A friend of mine . . .… … The Collaborative International Dictionary of English
rug — [ rʌg ] noun count ** 1. ) a small carpet that covers part of a floor: a rug in front of the fireplace 2. ) HUMOROUS a TOUPEE pull the rug (out) from under someone to suddenly stop supporting someone: They want to pull the rug out from under the… … Usage of the words and phrases in modern English
rug — 1550s, coarse fabric, of Scandinavian origin, Cf. Norw. dial. rugga coarse coverlet, from O.N. rogg shaggy tuft, perhaps related to RAG (Cf. rag) and perhaps also ROUGH (Cf. rough). Sense evolved to coverlet, wrap (1590s), then mat for the floor… … Etymology dictionary
rug — [n1] carpet carpeting, floor covering, mat, matting, runner, shag*, tapestry, throw rug, wall to wall carpeting; concept 473 rug [n2] hairpiece false hair, hair extension, hair implant, hair weaving, toupee, wig; concept 392 … New thesaurus
rug — ► NOUN 1) a small carpet. 2) chiefly Brit. a thick woollen blanket. 3) informal, chiefly N. Amer. a toupee or wig. ● pull the rug out from under Cf. ↑pull the rug out from under ORIGIN probably Scandinavi … English terms dictionary
Rug — Rug, v. t. To pull roughly or hastily; to plunder; to spoil; to tear. [Scot.] Sir W. Scott. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
RUG — bzw. RuG ist die Abkürzung für: eine niederländische Universität, siehe Reichsuniversität Groningen eine belgische Universität, siehe Universität Gent (früher: Reichsuniversität Gent) eine deutsche Fachzeitschrift, siehe Rundfunk und Geschichte … Deutsch Wikipedia
rug — [rʌg] n [Date: 1500 1600; Origin: From a Scandinavian language] 1.) a piece of thick cloth or wool that covers part of a floor, used for warmth or as a decoration →↑mat, carpet ↑carpet 2.) BrE a large piece of material that you can wrap around… … Dictionary of contemporary English
rug — sb., en, i sms. rug , fx rugkerne … Dansk ordbog
rug — [rug] n. [< Scand, as in Norw dial. rugga, coarse coverlet, Swed rugg, shaggy hair, ON rǫgg, long hair < IE base * reu , to tear out: see RUDE] 1. a piece of thick, often napped fabric, woven strips of rag, an animal skin, etc. used as a… … English World dictionary