-
1 dirt
n. vuil; stof; roddelpraat[ də:t]1 vuil ⇒ modder; drek, stront; viezigheid, smerige troep♦voorbeelden:1 that woman is as cheap/common as dirt • dat is een ordinaire/vulgaire vrouwtreat someone like dirt • iemand als oud vuil behandelen¶ eat dirt • beledigingen (moeten) slikken, door het stof moeten〈 spreekwoord〉 fling enough dirt and someone will stick • 〈 ongeveer〉 wee de wolf die in een kwaad gerucht staat -
2 tittle-tattle
-
3 whisper
n. fluisteren; iets wat in geheim wordt toegefluisterd, roddelpraat--------v. fluisteren; ritselen; praatje rondvertellen; komplot smedenwhisper1[ wispə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————whisper2〈 werkwoord〉1 fluisteren ⇒ ruisen, roddelen♦voorbeelden: -
4 cank
v. (Slang) roddelpraat, kletspraat -
5 chinwag
n. (Slang) lang en plezierig gesprek tussen vrienden; roddelpraat -
6 gossiping
n. roddelpraat, gesprek over privézaken van iemand anders, waardeloos gesprek dat geruchten doet verspreiden -
7 latest tittle-tattle
laatste kletspraat/roddelpraat -
8 society columns
de sociëteitsrubriek (rubrieken met roddelpraat over het privéleven van beroemde of bekende persoonlijkheden) -
9 tittle tattle
kletspraat, roddelpraat -
10 whispering
adj. fluisterend; ritselend--------n. fluistering; roddelpraat
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский