-
1 reich
♦voorbeelden:1 reich begütert • zeer vermogend, welgesteldeine reiche Ernte • een rijke, overvloedige oogstsie hat reiches Haar • ze heeft een welige haardosein reiches Wissen haben • grote kennis bezittenreich gegliedert • veelsoortig, rijk gevarieerdreich geschmückt • rijk versierdreich geschnitzt • rijk aan houtsnijwerk -
2 Reich
〈o.; Reich(e)s, Reiche〉♦voorbeelden:das Heilige Römische Reich • het Heilige Roomse Rijkins Reich der Fabel gehören • tot het rijk der fabelen behoren -
3 bilderreich
-
4 das Dritte Reich
-
5 Geld
〈o.; Geldes, Gelder〉♦voorbeelden:leichtes Geld • gemakkelijk verdiend geldöffentliche Gelder • overheidsgeld(en), gemeenschapsgelden〈 informeel〉 schweres, teures Geld • veel, grof geldsein Geld zum Fenster hinauswerfen • met zijn geld smijtenda liegt das Geld auf der Straße • daar ligt het geld voor het oprapenjemandem Geld aus der Tasche locken, ziehen • iemand geld uit de zak kloppensein Geld bis auf den letzten Heller, Pfennig ausgeben • zijn geld tot op de laatste cent uitgevennicht für Geld und gute Worte • voor geen geld (ter wereld)im Geld schwimmen • bulken van het gelddas läuft ins Geld • dat loopt in de papierenwenn es ums Geld geht, hört die Freundschaft auf • met vrienden is het slecht zaken doenzu Geld kommen • rijk wordenetwas zu Gelde machen • iets te gelde makenGeld wie Heu • geld als water -
6 Kolonialreich
-
7 Land
〈o.; Landes, Länder〉4 land, (aard)bodem ⇒ veld, grond6 〈meervoud Lande; verouderd; formeel〉(land)streek, gewest♦voorbeelden:das Gelobte Land • het Beloofde Landsich außer Landes befinden • in het buitenland vertoeven, zijnwieder im Lande sein • weer terug zijndort zu Lande • (daar) in dat landhier zu Lande • hier te lande, hier bij ons〈 spreekwoord〉 bleibe im Lande und nähre dich redlich • oost west, thuis bestdas ist Sache der Länder • dat ligt bij de deelstaten〈 figuurlijk〉 wen hast du dir an Land gezogen? • wie heb jij ingepalmd, op sleeptouw genomen?〈 figuurlijk〉 etwas an Land ziehen • iets inpikken, inpalmenzu Lande • te landdas freie Land • het open land(schap)das weite Land • het uitgestrekte land(schap)5 aufs Land ziehen • naar het platteland verhuizen, buiten gaan wonenüber Land fahren • door, over de dorpen rijden -
8 Naturreich
-
9 Reichtum
-
10 Römerreich
-
11 Staat
〈m.; Staat(e)s, Staaten〉♦voorbeelden:1 von Staats wegen • van staats-, rijkswege, (van de kant) van de overheid4 in vollem Staat • in gala, in vol ornaatsich in Staat werfen • galakleren aantrekkenmit etwas Staat machen • pronken met, indruk maken met iets -
12 Staatsdienst
-
13 Tod
〈m.; Tod(e)s, Tode〉♦voorbeelden:eines natürlichen Todes sterben • een natuurlijke dood sterventausend Tode sterben • duizend doden sterven, duizend angsten uitstaandu holst dir noch den Tod! • je gaat er nog aan (kapot)!dem Tode geweiht • ten dode opgeschrevenauf den Tod (darnieder)liegen • doodziek zijn〈informeel; figuurlijk〉 auf den Tod • absoluut, helemaal(bis) über den Tod hinaus • over de dood, het graf heen〈 formeel〉 in den Tod gehen • de dood ingaan, vindenmit dem Tod(e) spielen • met zijn leven spelensich zu Tode arbeiten • zich dood-, kapotwerkenzu Tode erkrankt • doodziekzu Tode kommen • aan zijn einde komen〈 figuurlijk〉 etwas zu Tode reden, reiten • over iets blijven doorzeuren, doormalensich zu Tode schämen • zich doodschamensich zu Tode siegen • een Pyrrusoverwinning behalenbis zum Tod(e) • tot de doodjemanden zum Tode verurteilen • iemand ter dood veroordelenTod und Teufel! • verdomd!sich nicht vor Tod und Teufel fürchten • voor de duivel niet bang zijnder Tod schont keinen • de dood verschoont niemand -
14 Traumwelt
-
15 Vermögen
-
16 Wurf
〈m.; Wurf(e)s, Würfe〉♦voorbeelden:1 auf einen Wurf • in één worp, keeralles auf einen Wurf setzen • alles op één kaart zetten -
17 an
an1〈voorzetsel + 3,4〉1 aan, op ⇒ (tot) bij, tegen2 op ⇒ in, met♦voorbeelden:am Fenster stehen • bij het raam staanjemanden an der, die Hand nehmen • iemand bij de hand nemenFrankfurt am Main • Frankfurt aan de Mainan Ort und Stelle • ter plaatseetwas an seinen Platz stellen • iets op zijn plaats zettensich an den Schrank lehnen • tegen de kast leunenan jener Stelle • op die plaatsetwas an die Tafel schreiben • iets op het bord schrijvensich an den Tisch setzen • aan tafel plaatsnemender Ort, an dem er wohnte • de plaats waar hij woondebis an den Rhein • tot aan de Rijnam Ufer entlang gehen • langs de oever gaan, lopenan … vorbei, vorüber • langs … heener ging an mir vorbei, vorüber • hij passeerde mijam Ende des Jahres • aan, op het einde van het jaaram Montag • op maandag, 's maandagsam 2. Juni • op 2 juni, de tweede junian Ostern • met Pasenein Schreiben an mich • een schrijven aan mij (gericht)der Tag, an dem es geschah • de dag waarop dat gebeurdebis an seinen letzten Tag • tot de laatste dag toe5 Mangel, Überfluss an Rohstoffen • gebrek, overvloed aan grondstoffenarm, reich an Nährstoffen • arm, rijk aan voedingsstoffengesund an Leib und Seele • gezond naar lichaam en ziel6 an Krücken gehen • met, op krukken lopenKopf an Kopf stehen • op elkaar gepakt staanTür an Tür wohnen • naast elkaar wonenam besten, meisten, schönsten • het best, het meest, het mooist, op zijn mooistetwas an sich 〈 3e naamval〉 haben • iets als typische eigenschap hebben, iets over zich hebbenan sich halten • zich beheersenes ist nichts an dem • het klopt niet, daar is niets van aanjetzt ist es an dir, zu handeln • nu is het jouw beurt, taak te handelenan dem Roman ist nicht viel (dran) • die roman is niet veel zaaksdas Haus an sich ist schön • het huis op zichzelf is mooian (und für) sich hat er Recht • in de grond, eigenlijk heeft hij gelijk————————an2〈 bijwoord〉4 〈 bij telwoorden〉ongeveer, circa♦voorbeelden:1 Scheinwerfer an! • lichten aan!an sein • aan zijn, aan staan, ingeschakeld zijn3 an Köln, Köln an: 13.20 • aankomst in Keulen: 13.20von Anfang an • vanaf het beginvon Jugend, Kindheit an • van kindsbeen af -
18 arm
〈 ärmer, (am) ärmst(en)〉♦voorbeelden:arm an Bäumen • arm aan bomen〈 informeel〉 arm wie eine Kirchenmaus • zo arm als een kerkrat, als Job〈 spreekwoord〉 arm oder reich, der Tod macht alle gleich • edel, arm en rijk maakt de dood gelijk〈 informeel〉 arm dran sein • er ellendig, slecht aan toe zijn〈 bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord〉 der Arme, der Ärmste, was hat er (alles) erdulden müssen! • de arme stakker, wat heeft hij allemaal moeten doorstaan! -
19 das Heilige Römische Reich
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das Heilige Römische Reich
-
20 das Reich verfällt
См. также в других словарях:
Rijk — Julius Constantijn Rijk (* 13. Januar 1787 in Wetzlar; † 2. Mai 1854 in Den Haag, Niederlande) war ein konservativer Politiker der Niederlande des 19. Jahrhunderts und ein Gouverneur von Suriname. Leben Rijk war sein ganzes Leben mit der Marine… … Deutsch Wikipedia
Rijk — 52°18′9″N 4°46′0″E / 52.3025, 4.76667 … Wikipédia en Français
Rijk' s Country House — (Tulbagh,Южно Африканская Республика) Категория отеля: 4 звездочный отель Адрес: Van … Каталог отелей
Rijk de Gooyer — Infobox actor name = Rijk de Gooyer imagesize = caption = birthname = birthdate = birth date and age|1925|11|17|df=y birthplace = Utrecht, Utrecht, Netherlands deathdate = deathplace = othername = Ryk De Gooyer Rijk de Gooijer Ryk de Gooyer… … Wikipedia
rijk — gudu … Woordenlijst Sranan
Julius Constantijn Rijk — (* 13. Januar 1787 in Wetzlar; † 2. Mai 1854 in Den Haag, Niederlande) war ein konservativer Politiker der Niederlande des 19. Jahrhunderts und ein Gouverneur von Suriname. Leben Rijk war sein ganzes Leben mit der Marine verbunden war. Im Jahre… … Deutsch Wikipedia
Beatrix de Rijk — Béatrix de Rijk (Soerabaja, 24 juillet 1883 – La Haye, 18 janvier 1958) fut la première femme néerlandaise à obtenir son brevet de pilote. Biographie Née le 24 juillet 1883 à Soerabaja dans les Indes néerlandaises, Béatrix de Rijk est issue d une … Wikipédia en Français
Schiphol-Rijk — (coord|52|16|N|4|45|E|type:city(247)) is a town and an industrial estate in the Dutch province of North Holland. It is a part of Amsterdam Schiphol Airport and lies in the municipality of Haarlemmermeer. Schiphol Rijk is named after the village… … Wikipedia
Het Rijk van Elten en Spijk — (Spijk,Нидерланды) Категория отеля: 3 звездочный отель Адрес: 6917BJ Spi … Каталог отелей
Reich (Adj.) — 1. Allgemach reich dauert am besten. Holl.: Op zijn gemak wordt men het liefst rijk. (Harrebomée, I, 228a.) 2. Bald reich, bald arm, bald gar nichts. – Simrock, 707. 3. Besser reich in Gott als reich in Gold. – Parömiakon, 2148. 4. Bin ich erst… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Twelfth century (The) — The twelfth century John Marenbon INTRODUCTION The twelfth century began and ended with events which mark it off, at least symbolically, as a discrete period in the history of Western philosophy. It was in about 1100 that Abelard the most wide… … History of philosophy