-
41 shirked the responsibility
zich onttrokken hebben aan de verantwoordelijkheid (probeerde zich te onttrekken aan de verantwoordelijkheid) -
42 shook off the responsibility
verantwoordelijkheid van zich afschuiven -
43 take responsibility for
verantwoordelijkheid nemen over -
44 taking personal responsibility
persoonlijke verantwoordelijkheid nemen -
45 took full responsibility
nam de volle verantwoordelijkheid -
46 took on the responsibility
nam de verantwoordelijkheid op zich -
47 took the responsibility
nam de verantwoordelijkheid op zich -
48 ultimate responsibility
hoogste verantwoordelijkheid -
49 co-responsibility
medeverantwoordelijkheid -
50 shuffle
n. geschuifel; schuifelende danspas; schudden (v. kaarten); verandering van positie; reorganisatie--------v. heen en weer bewegen; schuifelen, sloffen; schudden (kaarten); (in zijn papieren) rommelenshuffle1[ sjufl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————shuffle2♦voorbeelden:¶ shuffle out of one's responsibility • zich aan zijn verantwoordelijkheid onttrekken, zich eruit draaien♦voorbeelden:3 schuiven ⇒ al schuivend aan/uittrekken♦voorbeelden:shuffle one's papers • in zijn papieren rommelen3 〈 figuurlijk〉 try to shuffle off one's responsibility • zijn verantwoordelijkheid proberen af te schuivenshuffle on/off one's slippers • zijn pantoffels al schuifelend aan/uittrekken -
51 carry
n. positie van geschouderd geweer; vervoer van boten over land; dragen--------v. dragen; vervoeren; voeren; verder gaancarry1[ kærie] 〈meervoud: carries〉————————carry2〈 carried〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vervoeren ⇒ transporteren, (over)brengen; (mee)dragen, steunen; (met zich) (mee)voeren, bij zich hebben; afvoeren; 〈 natuurkunde〉 (ge)leiden; (binnen)halen 〈oogst e.d.〉; drijven; door/optrekken2 zwanger/in verwachting zijn van3 veroveren ⇒ in de wacht/uit het vuur slepen, voor zich winnen5 (als artikel) voeren ⇒ in het assortiment hebben, verkopen♦voorbeelden:my brother carries the whole department • de hele afdeling draait op mijn broersuch a crime carries a severe punishment • op zo'n misdaad staat een strenge strafdiseases carried by insects • ziekten door insecten overgebrachtcarry to excess • te ver doordrijvencarry a motion • een motie steunenthis field carries wheat • op deze akker staat tarwe〈 informeel〉 the firm will carry you until your illness is over • de zaak springt bij tot je weer beter bentthe loan carries an interest • de lening is rentedragendhe carried the news to everyone in the family • hij ging de hele familie af/rond met het nieuwtjethese pipes will carry the oil • de olie zal via deze pijpleidingen getransporteerd wordencarry new pipes under a street • nieuwe buizen onder een straat leggenpower carries responsibility • macht verplicht tot verantwoordelijkheidwrite 3 and carry 2 • 3 opschrijven, 2 onthoudencopper wires carry electric current • elektrische stroom loopt door koperen dradenJoan carries herself like a model • Joan gedraagt zich als een mannequinyou don't have to carry that umbrella about all the time • je hoeft niet voortdurend die paraplu mee te slepenthe building will be carried up to 10 floors • het gebouw wordt opgetrokken tot 10 verdiepingencarry into effect • ten uitvoer brengen3 the government carried the country • de regering had de steun van het land/volkcarry one's motion/bill • zijn motie/wetsontwerp erdoor krijgenthe soldiers carried the enemy's position • de soldaten namen de vijandelijke stelling stormenderhand inhe carried his audience with him • hij nam het publiek (sterk) voor zich in6 this field can carry up to 25 sheep • op dit land kunnen hoogstens 25 schapen grazen/weidenthe report carried several suggestions • het rapport bevatte diverse suggestieshe can't carry a tune • hij kan geen wijs houdenhe can't carry more than a few drinks • hij kan maar een paar borrels hebbencarry too far • overdrijven→ carry along carry along/, carry away carry away/, carry back carry back/, carry forward carry forward/, carry off carry off/, carry on carry on/, carry out carry out/, carry over carry over/, carry through carry through/ -
52 compass
n. kompas; gebied, domein--------v. kompas; begrenzing; passer[ kumpəs]1 kompas♦voorbeelden:1 the points of the compass • de kompasrichtingen/streken2 that's not within the compass of my responsibility • dat valt niet onder mijn verantwoordelijkheid -
53 corporate
adj. gemeenschappelijk; kollektief[ ko:prət]1 gezamenlijk ⇒ collectief, verenigd3 〈 Brits-Engels〉met betrekking tot een gemeente(bestuur/raad) ⇒ gemeente-, gemeentelijk♦voorbeelden:corporate responsibility • collectieve verantwoordelijkheid2 corporate body, body corporate • lichaam, rechtspersoon〈 reclame〉 corporate identity • bedrijfsidentiteit, huisstijl -
54 diminished
-
55 disclaim
v. ontkennen, afwijzen, verwerpen[ diskleem]1 ontkennen ⇒ afwijzen, verwerpen♦voorbeelden:1 they disclaimed any responsibility for the incident • ze wezen elke verantwoordelijkheid voor het voorval van de hand -
56 joint
n. Joint ( Amerikaans-Joodse liefdadigheidsinstelling, "Amerikaanse vereniging voor verdeling")joint1[ dzjojnt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verbinding(sstuk) ⇒ voeg, las, naad2 gewricht ⇒ geleding, scharnier♦voorbeelden:2 out of joint • 〈 ook figuurlijk〉 ontwricht; uit het lid, uit de voegen; 〈 figuurlijk〉 slecht geluimd————————joint2♦voorbeelden:joint management • medezeggenschap, gemeenschappelijk beheerjoint owners • mede-eigenaarsjoint responsibility • gedeelde verantwoordelijkheidjoint stock • maatschappelijk kapitaaljoint undertaking/venture • joint venture, samenwerking(sverband), gemeenschappelijke onderneming————————joint3〈 werkwoord〉1 verbinden ⇒ verenigen, lassen♦voorbeelden:a jointed doll • een ledenpop -
57 saddle
n. zadel; juk, schraag; rug- lendestuk--------v. zadelen; op zich nemen; opzadelensaddle1[ sædl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zadel ⇒ rij/pakzadel, (motor)fietszadel♦voorbeelden:————————saddle2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
58 sense
n. gevoel; zintuig; verstand; uitleg; winst--------v. voelen, aanvoelen; opnemensense1[ sens]♦voorbeelden:in a sense • in zekere zinin one sense • in één opzicht1 (vaag) gevoel ⇒ begrip, (instinctief) besef2 (zintuiglijk) vermogen ⇒ zin, zintuig♦voorbeelden:1 sense of duty • plichtsbesef/gevoelsense of humour • gevoel voor humorsense of responsibility • verantwoordelijkheidsbesef/gevoelsense of smell • reuk(zinvermogen)sense of touch • tastzin, gevoelthe (five) senses • de (vijf) zintuigensixth sense • zesde zintuig♦voorbeelden:2 what's the sense? • wat heeft het voor zin?make sense of something • ergens uit wijs kunnen (worden)→ common common/IV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:in one's (right) senses • bij zijn (volle) verstandout of her senses • niet goed bij haar hoofd————————sense2〈 werkwoord〉 -
59 several
adj. verscheiden; afzonderlijkseveral1[ sevrəl] 〈 voornaamwoord〉1 verscheidene(n) ⇒ enkele(n), een aantal (ervan)♦voorbeelden:————————several2〈 determinator〉1 enkele ⇒ een aantal, verscheidene2 apart(e) ⇒ respectievelijk(e), verschillend(e)♦voorbeelden:several days • een aantal dagencollective and several responsibility • gezamenlijke en hoofdelijke verantwoordelijkheid -
60 shoulder
n. schouder; berm--------v. duwen (met de schouders), dringen; zich (een weg) banen; op zijn schouders nemenshoulder1[ sjooldə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a shoulder of lamb • een lamsbout¶ put/set one's shoulder to the wheel • zijn schouders ergens onder zetten, ergens hard aan werken〈 informeel〉 (straight) from the shoulder • op de man af, recht voor z'n raap————————shoulder2♦voorbeelden:shoulder people aside • mensen opzij duwen met de schoudersII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 shoulder a great burden/responsibility • een zware last/verantwoording op zich nemen
См. также в других словарях:
responsibility — re‧spon‧si‧bil‧i‧ty [rɪˌspɒnsˈbɪlti ǁ rɪˌspɑːn ] noun 1. [uncountable] when someone is officially in charge of something and has to make decisions about it: responsibility for • In his new post, he will assume responsibility for all the company … Financial and business terms
Responsibility — may refer to:* Responsibility assumption, in spirituality and personal growth * Cabinet collective responsibility, a constitutional convention in governments using the Westminster System * Collective responsibility (doctrine), a doctrine that… … Wikipedia
responsibility — I (accountability) noun accountableness, amenability, answerability, bounden duty, boundness, burden, chargeability, commitment, compulsion, culpability, duty, encumbrance, engagement, imperative duty, liability, obligation, obligatoriness,… … Law dictionary
responsibility — [n1] accountability, blame albatross*, amenability, answerability, authority, boundness, burden, care, charge, constraint, contract, culpability, duty, encumbrance, engagement, fault, guilt, holding the bag*, importance, incubus, incumbency,… … New thesaurus
Responsibility — Re*spon si*bil i*ty (r?*sp?n s?*b?l ?*t?), n.; pl. { ties} ( t?z). [Cf. F. responsabilit[ e].] 1. The state of being responsible, accountable, or answerable, as for a trust, debt, or obligation. [1913 Webster] 2. That for which anyone is… … The Collaborative International Dictionary of English
responsibility — condition of being responsible, 1787, from RESPONSIBLE (Cf. responsible) + ITY (Cf. ity). Related: Responsibilities … Etymology dictionary
responsibility — ► NOUN (pl. responsibilities) 1) the state or fact of being responsible. 2) the opportunity or ability to act independently and take decisions without authorization. 3) a thing which one is required to do as part of a job, role, or legal… … English terms dictionary
responsibility — [ri spän΄sə bil′ə tē] n. pl. responsibilities 1. condition, quality, fact, or instance of being responsible; obligation, accountability, dependability, etc. 2. a thing or person that one is responsible for … English World dictionary
responsibility — n. accountability obligation 1) to accept, assume, shoulder, take, take on (a) responsibility 2) to bear, exercise; share (the) responsibility 3) to dodge, evade, shirk responsibility 4) an awesome; clear; grave, great, heavy, terrible (colloq.)… … Combinatory dictionary
responsibility — noun 1 being responsible ADJECTIVE ▪ complete, full, total ▪ awesome, big, enormous, grave, great, heavy … Collocations dictionary
responsibility */*/*/ — UK [rɪˌspɒnsəˈbɪlətɪ] / US [rɪˌspɑnsəˈbɪlətɪ] noun Word forms responsibility : singular responsibility plural responsibilities Get it right: responsibility: Notice the spelling of responsibility, which is spelled with an i , not an a : Wrong:… … English dictionary