-
1 rekenkunde
-
2 rekenkunde
-
3 rekenkunde
-
4 rekenkunde
deArithmetik f -
5 rekenkunde
aritmétikaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > rekenkunde
-
6 rekenkunde
n. arithmetic -
7 rekenkunde
v -
8 rekenkunde
• arithmetic -
9 rekenkunde
aritmetik -
10 rekenkunde
aritmetik s -
11 rekenkunde
arithmétique -
12 rekenkunde
aritmétika -
13 hoofdstelling van de rekenkunde
прил.матем. основная теорема арифметики -
14 aritmetika
rekenkunde -
15 арифметика
rekenkunde -
16 arithmetic
adj. rekenkunde, getallenleer--------n. rekenkundearithmetic1[ əriθmmətik]1 rekenkunde ⇒ aritmetica, getallenleer♦voorbeelden:2 your arithmetic is wrong • je hebt verkeerd opgeteld/gerekend————————arithmetic2♦voorbeelden:arithmetic progression • rekenkundige reeks -
17 arithmétique
arithmétique [aarietmeetiek]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉1 rekenkundig ⇒ aritmetisch, reken-♦voorbeelden:1. f 2. adj -
18 calcul
calcul [kaalkuul]〈m.〉1 berekening ⇒ (het) uitrekenen, becijfering♦voorbeelden:calcul des probabilités • waarschijnlijkheidsrekeningcalcul matriciel • matrixrekeningcalcul mental • hoofdrekenenrésoudre un problème par le calcul • een vraagstuk rekenkundig oplossenfaire un mauvais calcul • zich misrekenendéjouer les calculs de qn. • iemands plannen verijdelen; 〈 pejoratief〉 (snode) plannetjes verijdelense tromper dans ses calculs • zich misrekenencalcul rénal • niersteenm1) berekening2) rekenkunde3) eigenbelang4) overweging, inschatting5) steen [medisch] -
19 rekenmachine
счётная машина, калькулятор* * *v -sсм. тж. rekenkunde* * *сущ.общ. калькулятор, арифмометр, счётная машина -
20 арифметика
ngener. aritmetica, aritmetika, cijferkunst, rekenkunde, rekenkunst
Страницы
- 1
- 2