-
61 напоминать
vgener. aanmanen, manen, rappelleren, helpen onthouden, herinneren (aan-o ÷ëì-ô.), in herinnering brengen, in het geheugen roepen, indachtig maken, met (iets) op de proppen komen (о чём-л.), opwarmen (давно забытые события) -
62 показываться
vgener. zich tonen, met (iets) op de proppen komen, opdagen, opdoemen, opduiken, te voorschijn komen, te zien komen, verschijnen, zich vertonen, zichtbaar worden -
63 появляться
vgener. de kop opsteken, opduiken, opstaan, opwellen, rijzen, voorkomen, komen opzetten, met (iets) op de proppen komen, opdagen, opdoemen, oprijzen, te voorschijn komen, verschijnen, zich vertonen -
64 loss
adverbium1. los, løs (bruges sammen med bevægelsesverber), friNu bryder det vist løs på B.Jeg kan ikke gå herfra lige nu, tage fri, slippe opgaverneKan du skruva loss korken, den sitter fast!
Vil du skrue proppen af, den sidder fast! -
65 propp
umg proppen har gått die Sicherung ist durchgebrannt -
66 proppenvoll
proppen'voll fam propfuld -
67 pakken
1 [algemeen] prendre2 [betrappen] attraper3 [inpakken] emballer5 [benadelen] rouler6 [proppen] tasser7 [seksueel gebruiken] s'envoyer8 [boeien] passionner♦voorbeelden:even mijn agenda pakken • attends, je prends mon agendazullen we de auto pakken? • allons-nous en voiture?er eentje pakken • boire un couppak ze! • attaque!proberen iemand te pakken te krijgen • essayer de joindre qn.iets te pakken krijgen • réussir à obtenir qc.iemand pakken op verboden wapenbezit • arrêter qn. pour port d'armes prohibéesiemand te pakken nemen • avoir qn.aan alle kanten gepakt worden • se faire rouler par tout le mondeeen pakkende titel • un titre accrocheur¶ iemand op iets pakken • faire grief à qn. de qc.het lelijk te pakken hebben • être pincé (par la maladie, par l'amour)1 [een contact bewerkstelligen] prendre2 [zich laten samenvoegen] se tasser♦voorbeelden: -
68 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
69 prop
2 [kort, dik persoon] pudge♦voorbeelden:iemand een prop in de mond stoppen • gag a personmet propjes gooien • throw pellets -
70 stoppen
2 [iets in een ruimte bergen] put (in(to))3 [tot stilstand brengen] stop♦voorbeelden:een lek stoppen • plug a leakwij stopten onze oren dicht • we stopped up our earsiemand geld in de hand stoppen • slip money into someone's handhij laat zich alles in (de) handen stoppen • he'll take anythingiemand in de gevangenis stoppen • put someone in prisonmunten in de telefoon stoppen • feed coins into the telephoneeen kind onder de wol stoppen • tuck a child up in bedhet verkeer stoppen • stop the traffichij was niet te stoppen • there was no stopping him1 [halt houden] stop2 [eindigen] stop (-ing)♦voorbeelden:1 de auto stopte • the car stopped/pulled upeen auto doen stoppen • stop a carverboden te stoppen • no stoppingstoppen aan de kant van de weg • stop at the side of the roadstop! • stop!stop ermee! • stop it!ik stop met dit werk • I'm stopping doing this workhet is tijd om te stoppen • it's time to stopzonder te stoppen • without stopping2 [met betrekking tot ontlasting] bind (the bowels) ⇒ 〈 positief ook〉 stop diarrhoea, 〈 negatief ook〉 cause constipation♦voorbeelden: -
71 einzwängen
einzwängen1 erin persen, inpersen ⇒ erin proppen -
72 hineinstopfen
-
73 pfropfen
-
74 würgen
würgen2 met moeite slikken, opeten3 hard werken, zwoegen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 moeizaam ergens in, doorheen proppen3 moeizaam volbrengen, uitvoeren♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Proppen — (English: The Plug ) is a small islet in the sound ( Sluket or The Gully ) between Langåra and Rullesteinøya in Tiholmane, part of Tusenøyane, an archipelago south of Edgeøya. References* Norwegian Polar Institute… … Wikipedia
Proppen — (Pfropfen), keilförmige Hölzer, theils um die Mündungen der Kanonen, theils um in Seegefechten die durch die feindlichen Kugeln entstandenen Löcher damit zu verstopfen, indem man sie mit Werg umwickelt, mit Theer beschmiert u. mit einem Hammer… … Pierer's Universal-Lexikon
Proppen — Sm per. Wortschatz ndd. (20. Jh.) Hybridbildung. Niederdeutsche Form von Pfropfen. Das Adjektiv proppenvoll bedeutet wie obd. gepfropft voll eigentlich vollgestopft und geht auf die Grundbedeutung Stöpsel zurück. Ebenso nndl. prop, nschw.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Proppen — Pfropfen, daneben auch Pfropf: Das seit dem Anfang des 18. Jh.s gebräuchliche Wort ist eine verhochdeutschte Form von niederd. propp‹en›, mnd. prop‹pe› »Stöpsel, Kork« (vgl. niederl. prop »Pfropfen«). Das Wort geht wahrscheinlich von einer… … Das Herkunftswörterbuch
Proppen — Korken; Propfen; Stopfen; Stöpsel * * * Prọp|pen 〈m. 4; nddt.〉 1. = Pfropfen 2. ein kleiner Proppen 〈fig.; umg.〉 kleiner Kerl, kleiner Junge, Bürschchen, Knirps * * * Prọp|pen, der; s, [niederd. Form von ↑ … Universal-Lexikon
Proppen — Propfen. Wer »uff’n Proppen sitzt«, ist in Verlegenheit … Berlinerische Deutsch Wörterbuch
Proppen — Prọp|pen, der; s, (norddeutsch für Pfropfen) … Die deutsche Rechtschreibung
Göta kanal eller Vem drog ur proppen? — Infobox Film name = Göta kanal eller Vem drog ur proppen? image size = caption = director = Hans Iveberg producer = Göran Lindström writer = Hans Iveberg narrator = starring = se below music = Björn Isfält cinematography = Petter Davidson (as… … Wikipedia
Korken — Proppen; Propfen; Stopfen; Stöpsel * * * Kor|ken [ kɔrkn̩], der; s, : Verschluss aus Kork (oder Plastik) für Flaschen: den Korken der Sektflasche knallen lassen. Syn.: ↑ Kork (landsch.), ↑ Pfropfen, ↑ … Universal-Lexikon
Propfen — Proppen; Korken; Stopfen; Stöpsel … Universal-Lexikon
Stopfen — Proppen; Korken; Propfen; Stöpsel * * * stop|fen [ ʃtɔpf̮n̩]: 1. <tr.; hat etwas [ohne besondere Sorgfalt] schiebend in etwas hineinstecken und darin verschwinden lassen, bis nichts mehr hineingeht: die Kleider in den Koffer stopfen; er… … Universal-Lexikon