-
1 prakkeseren
-
2 prakkeseren
-
3 prakkeseren
[omg.]grübeln -
4 prakkeseren
об этом надо поразмыслить; это надо как следует обмозговать -
5 zich suf prakkeseren
zich suf prakkeserenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich suf prakkeseren
-
6 brüten
brüten3 〈 figuurlijk〉broeden, (zitten) tobben, prakkeseren ⇒ dubben, piekeren♦voorbeelden:2 brütend heiß • smoor-, snikheetdie Hitze brütet über der Stadt • de hitte ligt drukkend, broeierig op de stad3 über einem Entschluss brüten • over een besluit (zitten) prakkeseren, piekerenüber seinen Schularbeiten brüten • met zijn huiswerk zitten tobbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beramen, (uit)broeden♦voorbeelden: -
7 chew the cud
-
8 cud
-
9 put on one's thinking cap
-
10 thinking cap
thinking cap♦voorbeelden:¶ put on one's thinking cap • diep nadenken, prakkeseren -
11 citron
citron [sietrõ]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 citroen♦voorbeelden:robes citron • citroengele jurkencitron pressé • uitgeperste citroenpresser qn. comme un citron • iemand uitknijpen als een citroenrecevoir un coup sur le citron • een knal voor zijn harsens krijgen1. m1) citroen2) hersens, kop2. adj -
12 biler
biler (se) (pour) [bielee]1 prakkeseren (over) ⇒ zich ongerust maken, zich druk maken, inzitten (over) -
13 carburer
carburer [kaarbuuree]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 cogiter
-
15 gamberger
gamberger [gãberzĵee]〈 informeel〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitdenken ⇒ beramen, nadenken over -
16 pressurer
-
17 se presser le citron
se presser le citron -
18 se pressurer le cerveau
se pressurer le cerveau -
19 Kopf
〈m.; Kopf(e)s, Köpfe〉3 hoofd, kop ⇒ wil, zin7 hoofd, kop ⇒ titel, opschrift8 hoofd, kop ⇒ begin(stuk), boveneinde♦voorbeelden:sich die Köpfe heiß reden • heftig discussiërenKopf und Kragen riskieren • alles op het spel zetten〈 informeel〉 Kopf hoch! • kop op!die Menge stand Kopf an Kopf • je kon over de hoofden lopen〈informeel; schertsend〉 jemandem auf den Kopf spucken können • een stuk groter zijn dan iemand andersalles auf den Kopf stellen • (a) de hele zaak door elkaar halen; (b) de hele zaak verkeerd voorstellender Ruhm ist ihm in den Kopf gestiegen • de roem is hem naar het hoofd gestegenmit seinem Kopf für etwas einstehen • volledig voor iets instaanmit bloßem Kopf • blootshoofdspro Kopf • per persoon, per hoofd〈 figuurlijk〉 er ist seinen Eltern über den Kopf gewachsen • hij laat zich niks meer vertellen door zijn oudersbis über den Kopf in Schulden stecken • tot over de oren in de schulden stekenvon Kopf bis Fuß • van top tot teender Erfolg ist ihm zu Kopf gestiegen • het succes is hem naar het hoofd gestegen〈informeel; schertsend; figuurlijk〉 jemandem den Kopf zwischen die Ohren setzen • iemand op zijn nummer zettenKopf oder Zahl • kruis of munteinen kühlen Kopf bewahren • het hoofd koel houdenseinen Kopf aufsetzen • per se zijn zin willen hebbenseinen Kopf durchsetzen • zijn zin doordrijvendanach steht mir der Kopf nicht • daar heb ik geen zin in〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 etwas durch den Kopf gehen lassen • zijn gedachten over iets laten gaanim Kopf rechnen • uit het hoofd (uit)rekenen4 die Besatzung war 100 Köpfe stark • de bemanning telde, bestond uit 100 koppen -
20 grübeln
Страницы
- 1
- 2