-
1 topic of the day
praatje van de dag -
2 chat
n. babbeltje, praatje, geklets--------v. kletsen, babbelenchat1[ tsjæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————chat2〈 chatted〉1 babbelen ⇒ kletsen, praten♦voorbeelden: -
3 pep talk
aanmoedigingsgesprek, peptalk (opwekkend praatje die bijdraagt aan de moreel en de versterking v.h. zelfvertrouwen)pep talk1 opwekkend praatje ⇒ peptalk, aanmoedigingen -
4 tale
n. verhaal; praatje; leugen[ teel]4 gerucht ⇒ roddel, praatje♦voorbeelden:tell its/one's own tale • voor zichzelf sprekentell tales • kletsen, roddelen〈 spreekwoord〉 a tale never loses in the telling • hoe vaker een verhaal wordt verteld, hoe mooier het wordt→ good good/ -
5 talk
n. gesprek; lezing--------v. spreken, praten; zich uitdrukkentalk1[ to:k]2 gesprek♦voorbeelden:1 gepraat♦voorbeelden:4 there is talk of • er is sprake van (dat), het gerucht gaat dat→ tall tall/————————talk2♦voorbeelden:do the talking • het woord voerentalk away for hours • urenlang pratentalk round something • ergens omheen draaien/praten2 people will talk • er zal geroddeld worden, er wordt nu eenmaal geroddeld→ talk about talk about/, talk at talk at/, talk back talk back/, talk down talk down/, talk of talk of/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spreken (over) ⇒ discussiëren over, bespreken♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 talk someone's head/ 〈Amerikaans-Engels; slang〉 ear off • iemand de oren van het hoofd pratentalk one's way out of something • zich ergens uitpratentalk oneself hoarse • praten tot men hees is¶ talk someone round (to something) • iemand ompraten/overhalen (tot iets)talk someone into (doing) something • iemand overhalen iets te doentalk oneself into a job • door overredingskracht een baan krijgentalk someone out of (doing) something • iemand iets uit het hoofd praten -
6 a talk on/about something
a talk on/about something -
7 by
adv. door; bij; met--------pref. langs, voorbij; bij, vlakbij, naast--------prep. door; met, per; bijby12 nabij ⇒ dichtbij, in de buurt♦voorbeelden:he drove by in a red car • hij reed voorbij in een rode autoin years gone by • in vervlogen jaren2 be by • erbij/in de buurt zijnby and large • over 't algemeen————————by2[ baj] 〈 voorzetsel〉3 〈 tijd〉 tegen ⇒ vóór, niet later dan; 〈 bij uitbreiding〉 op, om 〈 bepaald tijdstip〉; in 〈 bepaald jaar〉5 〈 duidt een relatie van betrokkenheid, vergelijking aan〉 ten opzichte van ⇒ met betrekking tot, ten aanzien van, wat … betreft♦voorbeelden:North by East • noord ten oostenhe sat by the river • hij zat aan de kant van de riviera house by the sea • een huis aan zeesit by my side • kom naast mij zittenI keep it by me all the time • ik heb het altijd bij meby oneself • alleenhe went by the motorway • hij ging via de autowegtaught by radio • via de radio geleerdshe dropped by Sheila's • zij ging bij Sheila langsby 1980 it had become clear that … • (al) in 1980/zo tegen 1980 was het duidelijk geworden dat …by now • nu (al)two meters by fifty centimeters • twee meter bij vijftig centimeterby sheer chance • door zuiver toevalby force • met gewelddeceived by his friend • bedrogen door zijn vriendthey came by the hundreds • ze kwamen met honderdenhe missed by an inch • hij miste op een paar centimeterI can tell by your looks • ik kan het aan je (uiterlijk) zienknown by the name of Jack • bekend onder de naam Jackhe died by the sword • hij sneuvelde door het zwaarddivide four by two • deel vier door tweea daughter by his first wife • een dochter van zijn eerste vrouwhe began by tidying up • hij begon met op te ruimenI did it all by myself • ik heb het helemaal alleen gedaanpaid by the hour • per uur betaaldby profession • van beroepplay by the rules • volgens de regels spelenit's eight o'clock by my watch • het is acht uur op mijn horlogethat's fine by me • ik vind het/wat mij betreft is het goed/bestby day • overdagby night • 's nachtshe got worse by the hour • hij ging van uur tot uur achteruitlittle by little • beetje bij beetje -
8 chin-wag
-
9 chitchat
-
10 confab
n. babbeltje, praatje; professionele bijeenkomst van deskundigen (slang)--------v. babbelen, praten -
11 conversation
-
12 fable
-
13 flannel
n. flanelflannel1[ flænl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 flanel♦voorbeelden:4 a pair of flannels • een witte flanellen (sport/cricket)pantalon————————flannel2————————flannel3〈werkwoord; flannelled〉 〈 Brits-Engels〉 -
14 go about
-
15 he came by for a chat
-
16 report
n. verslag; rapport; bericht; knal--------v. rapporteren, verslag doen; (zich) meldenreport1[ rippo:t]1 rapport ⇒ verslag, bericht2 knal ⇒ slag, schot♦voorbeelden:1 the report goes that …, report has it that … • het gerucht doet de ronde dat …by mere report • alleen van horen zeggen♦voorbeelden:————————report21 verslag uitbrengen ⇒ verslag doen, rapport opstellen♦voorbeelden:report (up)on something • over iets verslag uitbrengen2 report (oneself) to someone for duty/work • zich bij iemand voor de dienst/het werk aanmeldenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rapporteren ⇒ berichten, melden♦voorbeelden:it is reported that … • naar verluidt …report back something • verslag uitbrengen over iets -
17 rumbling
adj. gerommel, rommelend geluid--------n. roddel[ rumbling] -
18 rumour
n. geruchtrumour11 gerucht(en) ⇒ praatje(s), verhalen♦voorbeelden:————————rumour2♦voorbeelden: -
19 story
n. verhaal; verzinsel; verdieping[ sto:rie] 〈meervoud: stories〉6 → storey storey/♦voorbeelden:the (same) old story • het oude liedje -
20 talking
adj. (heet)spreken, (het) woordvoeren--------n. praatje; gesprek[ to:king]♦voorbeelden:talking film/picture • sprekende film
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Spinnstube — * Das kommt aus der Spinnstube. Das Gerücht, die Nachricht, die Geschichte, weil man in Spinnstuben viel Geschichten und Märchen anhört und erzählt. Holl.: Dat is het evangelie van het spinrokken. – Het is een spinroks praatje. (Harrebomée, II,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon