-
1 well-conditioned
passend -
2 well-matched
-
3 appropriate to the circumstances
passend voor de omstandigheden -
4 fit for
passend voor- -
5 fit for a king
passend voor een koning -
6 in character
passend (voor de taak of karakter) -
7 in scale
passend voor zijn rang -
8 made fit on assembly
passend gemaakt by montage -
9 fit
adj. geschikt; passend; waardig; bereid to; gezond; in goede vorm--------n. passen, pasvorm; stuip, toeval, beroerte, aanval, insult, vlaag, bevlieging--------v. passen, kloppen met; voorzien, uitrusten; aanbrengenfit1[ fit]1 vlaag ⇒ opwelling, inval♦voorbeelden:by/in fits (and starts) • bij vlagen2 a fit of coughing • een hoestaanval/buigive someone a fit • iemand de stuipen op het lijf jagen1 het (goed) passen/zitten ⇒ pasvorm♦voorbeelden:————————fit2〈 fitter〉1 geschikt ⇒ gepast, passend2 gezond ⇒ fit, in (goede) conditie♦voorbeelden:1 a fit person to do something • de geschikte/juiste persoon om iets te doenfit to print • geschikt om (af) te drukkena meal (that is) fit for a king • een koningsmaal2 as fit as a fiddle • kiplekker, zo gezond als een visII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:1 think/see fit to do something • het juist/gepast achten (om) iets te doen, goeddunkennot fit to be seen • ontoonbaarit is not fit (that) • het hoort niet (dat)¶ work till you are fit to drop (dead) • werken tot je erbij neervalt, je doodwerken————————fit3〈fitted; Amerikaans-Engels in betekenis II 0.1 en 0.2 fit, fit〉1 geschikt/passend zijn ⇒ passen, goed/juist zitten♦voorbeelden:→ fit in fit in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (goed) geschikt/passend maken ⇒ aanpassen♦voorbeelden: -
10 seasonable
adj. passend bij het seizoen, tijdig, passend[ sie:znəbl] 〈 seasonably〉1 passend bij het seizoen/de tijd2 tijdig3 passend -
11 appropriate
adj. geschikt, passend, juist--------v. toewijzen, toebedelen; nemen (zonder vergunning)appropriate1[ əproopriət] 〈bijvoeglijk naamwoord; appropriateness〉1 geschikt ⇒ passend, toepasselijk♦voorbeelden:1 where appropriate • waar nodig/van toepassing, in voorkomende gevallenappropriate for/to • geschikt/passend voor————————appropriate2[ əprooprie▪eet] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: appropriation〉♦voorbeelden: -
12 apposite
-
13 apt
-
14 assorted
adj. gevarieerd; gemengd[ əso:tid]1 geassorteerd ⇒ gemengd, gevarieerd♦voorbeelden:2 ill-/well-assorted • slecht/goed bij elkaar passend -
15 commensurate
adj. passend, geschikt[ kəmensj(ə)rət] -
16 compatible
adj. passend; aangepast--------n. verenigbaar, aansluitbaar[ kəmpætəbl] 〈compatibly; zelfstandig naamwoord: compatibility〉♦voorbeelden:compatible with • aangepast aandrinking is not compatible with driving • drinken en autorijden verdragen elkaar niet -
17 congenial
-
18 congruous
-
19 fitness
n. het passend/geschikt zijn; fitheid, goede conditie[ fitnəs]1 het passend/geschikt zijn♦voorbeelden:1 fitness for a job • bekwaamheid/geschiktheid voor een baan -
20 pat
adj. passend--------adv. onmiddelijk; is niet uitstelbaar--------n. klopje--------v. tikken op, (zachtjes) kloppen oppat1[ pæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klopje♦voorbeelden:give oneself a pat on the back • zichzelf feliciteren————————pat21 passend3 paraat♦voorbeelden:————————pat3〈 patted〉1 tikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tikken op ⇒ (zachtjes) kloppen op, aaien♦voorbeelden:————————pat4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:3 have/know something (off) pat • iets uit het hoofd/op zijn duimpje kennen
См. также в других словарях:
passend zu — passend zu … Deutsch Wörterbuch
passend — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • richtig • geeignet • günstig • angemessen • angenehm Bsp.: • … Deutsch Wörterbuch
passend — ↑adaptabel, ↑harmonisch, ↑kompatibel … Das große Fremdwörterbuch
passend — 1. am Platz, angemessen, empfehlenswert, entsprechend, erforderlich, geeignet, ratsam, recht, sinnvoll, von Nutzen, zweckmäßig; (geh.): angezeigt, geboten, geziemend, schicklich; (bildungsspr.): adäquat, opportun; (südd.): geschickt; (veraltend) … Das Wörterbuch der Synonyme
passend — pạs·send 1 Partizip Präsens; ↑passen 2 Adj ≈ treffend ↔ unpassend <eine Bemerkung, Worte> 3 Adj; meist in es passend haben / machen jemandem die exakte Summe Geld (in Scheinen undMünzen) geben, die er verlangt: Haben Sie es passend? Ich… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
passend — zeitgemäß; rechtzeitig; angebracht; tauglich (für, zu); stimmig; brauchbar (für, zu); im Rahmen; angemessen; nach Maß; … Universal-Lexikon
passend — zopass … Kölsch Dialekt Lexikon
passend — pạs|send; etwas Passendes … Die deutsche Rechtschreibung
Was nicht passt, wird passend gemacht (2002) — Filmdaten Originaltitel Was nicht passt, wird passend gemacht Produktionsland Deutschland … Deutsch Wikipedia
Was nicht passt, wird passend gemacht (Fernsehserie) — Seriendaten Originaltitel Was nicht passt, wird passend gemacht Produktionsland Deutschland … Deutsch Wikipedia
Was nicht passt, wird passend gemacht — steht für: Was nicht passt, wird passend gemacht (Kurzfilm), einen Kurzfilm von Peter Thorwarth aus dem Jahr 1997 Was nicht passt, wird passend gemacht (2002), einen Langfilm von Peter Thorwarth aus dem Jahr 2002, der auf seinem Kurzfilm basiert… … Deutsch Wikipedia