Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Нидерландский
Французский

overeind+(doen)+staan

Толкование Перевод

1 sträuben

sträuben

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 opzetten, overeind doen staan

♦voorbeelden:

1    mit gesträubtem Fell • met de haren recht overeind

II sich sträuben 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich verzetten ⇒ tegenstribbelen, -spartelen

2 overeind, rechtop gaan staan ⇒ te berge rijzen 〈 haar〉

♦voorbeelden:

2    der Katze sträubte sich das Fell • de haren van de kat gingen overeind staan

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sträuben
2 cock

n. haan, kemphaan; makker; kraan, tap; lul (penis)
--------
v. overeind staan; spannen; scheef op zetten; een pistool trekken

cock¹

[ kok] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 haan ⇒ 〈 figuurlijk〉 kemphaan

2 〈 ook attributief〉 mannetje 〈 van vogels〉 ⇒ mannetjes-

3 〈Brits-Engels; informeel〉 makker ⇒ maat, ouwe jongen

4 kraan ⇒ tap

5 〈 vulgair〉 lul ⇒ pik

6 haan 〈 van vuurwapens〉

♦voorbeelden:

6   go off at half cock • voortijdig beginnen; mislukken (door overijld handelen)

¶ a load of (old) cock • een hoop gelul

     cock of the walk • dominant persoon

     〈 Brits-Engels〉 live like fighting cocks • een leven als een vorst leiden

     〈 Brits-Engels〉 I don't like his cock • ik houd niet van zijn brutaal optreden

————————

cock²

〈 werkwoord〉

1 overeind (doen) staan

2 spannen 〈 haan van vuurwapen〉

3 scheef (op)zetten

♦voorbeelden:

1   cock the ears • de oren spitsen

3   cock one's hat • zijn hoed scheef opzetten

→ cock up cock up/

English-Dutch dictionary > cock
3 *hérisser

*hérisser ['eeriesee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 opzetten ⇒ rechtop doen staan

2 doorspekken (met)

3 kwaad maken ⇒ ergeren

4 voorzien (van stekelige, puntige dingen)

♦voorbeelden:

2    hérisser son discours de mots techniques • zijn rede doorspekken met technische woorden

¶    des obstacles hérissent la course • hindernissen bemoeilijken de wedloop

II se hérisser 〈 wederkerend werkwoord〉

1 overeind gaan staan ⇒ z'n stekels, veren overeind zetten

2 kwaad worden

Dictionnaire français-néerlandais > *hérisser
4 get up

opstaan, ontwaken

get up

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 opstaan ⇒ recht (gaan) staan

2 opstijgen

3 opsteken 〈 van wind, storm enz.〉

♦voorbeelden:

2   get up to a level • een niveau bereiken

¶ get up against • het aan de stok krijgen met

     get up to • bereiken; gaan naar, benaderen

     what is he getting up to now? • wat voert hij nu weer in zijn schild?

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 doen opstaan ⇒ doen rijzen/stijgen

2 organiseren ⇒ op touw zetten 〈 feestje, toneelstuk〉

3 opmaken ⇒ op/aankleden, opsmukken

4 maken ⇒ ontwikkelen, produceren

5 〈 Brits-Engels〉 instuderen ⇒ bestuderen

♦voorbeelden:

1   〈 informeel〉 he couldn't get it up! • hij kreeg 'm niet overeind! 〈 erectie〉

3   get oneself up • zich opmaken

     get oneself/someone up as • zich/iemand verkleden als

4   get up speed • versnellen

     get up a(n)/one's appetite/thirst • honger/dorst krijgen

¶ get one up on someone • iemand de loef afsteken

     get up to • doen bereiken

English-Dutch dictionary > get up
5 mettre

mettre [metr]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 plaatsen ⇒ leggen, zetten, stellen

2 〈 kleding〉 aantrekken ⇒ opzetten, omdoen

3 〈+ à〉 besteden (aan) ⇒ gebruiken (voor), nodig hebben (voor)

4 〈 verwarming, radio, televisie〉 aanzetten

5 teweegbrengen ⇒ veroorzaken, stichten 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉

♦voorbeelden:

1    mettre dehors • de deur uitzetten

3    y mettre le prix • iets (zeer) duur betalen

mettre longtemps à cuire • lang moeten koken

4    mettre la radio sur • de radio afstemmen op

¶    〈 informeel〉 en mettre (un coup) • hard aan de slag gaan

les mettre • 'm smeren, ervandoor gaan

qu'est-ce qu'il lui met! • die geeft hem van katoen!

y mettre du sien • een duit in het zakje doen; 〈 ook〉 water bij de wijn doen

mettre qn. dedans • iemand erin laten lopen

mettre de la bonne volonté à faire qc. • zijn goede wil bij iets tonen

〈 informeel〉 mettez, mettons que 〈+ aanvoegende wijs〉 • laten we (nu eens) aannemen dat, stel dat, aangenomen dat

  → vue

II se mettre 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich plaatsen, zetten ⇒ gaan staan, liggen, zitten

2 〈+ à〉beginnen (met, te)

3 aantrekken ⇒ aandoen, opzetten 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉

♦voorbeelden:

1    〈 informeel〉 ôte-toi de là que je m'y mette! • maak plaats voor mij!, lazer op!

se mettre debout • opstaan, overeind komen

se mettre dans une situation délicate • zich in een lastig parket brengen

se mettre en avant • zich op de voorgrond plaatsen

2    il se met à pleuvoir • het begint te regenen

s'y mettre • aan de gang, slag gaan

le tout c'est de s'y mettre • alleen het begin is moeilijk

¶    se mettre mal avec qn. • kwade vrienden met iemand worden

ne plus savoir où se mettre • in een moeilijk parket zitten

se mettre après qn. • iemand plagen, voor de gek houden

se mettre au beau • mooi (weer) worden

se mettre avec qn. • met iemand gaan samenwonen

se mettre en quatre pour qn. • zich voor iemand uit de naad lopen

qu'est-ce qu'on s'est mis! • wat hebben we geschranst!

v

1) plaatsen, zetten, leggen

2) aantrekken [kleding]

3) gebruiken (voor)

4) aanzetten [verwarming, radio]

5) veroorzaken

Dictionnaire français-néerlandais > mettre

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

overeind+(doen)+staan

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

overeind+(doen)+staan

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: