-
101 ferrer
-
102 magasin
magasin [maagaazẽ]〈m.〉♦voorbeelden:magasin de bricolage • doe-het-zelfzaakmagasin de diététique • reformwinkelemployés de magasin • winkelpersoneelmagasin (à) libre service • zelfbedieningswinkelgrand magasin • warenhuiscourir les magasins • winkelenmagasin à succursales multiples • grootwinkelbedrijfmagasins généraux • opslagplaats, pakhuizenmagasin à poudre • kruitmagazijnavoir en magasin • in voorraad hebbenmettre en magasin • opslaanm1) winkel2) opslagplaats -
103 mémoire
mémoire [meemwaar]I 〈m.〉♦voorbeelden:II 〈v.〉♦voorbeelden:avoir la mémoire des noms • goed namen kunnen onthoudensi j'ai bonne mémoire • als ik me goed herinner, als ik het goed hebavoir la mémoire courte • kort van memorie zijnêtre encore présent à la mémoire • nog vers in het geheugen liggenrevenir, remonter à la mémoire • weer te binnen schietenavoir mémoire de qc. • iets niet vergeten zijnréciter qc. de mémoire • iets uit zijn hoofd opzeggense remettre qc. en mémoire • zich iets voor de geest halenpour mémoire • pro memoriemémoire morte • ROM, read only memorymémoire vive • RAM, random access memoryintroduire, mettre en mémoire • inlezen, opslaan in het computergeheugende mémoire d'homme • sinds mensenheugenisde glorieuse, illustre mémoire • roemrijker nagedachtenis1. m1) verhandeling, opstel2) rekening, nota2. f1) geheugen2) herinnering, nagedachtenis3. mémoiresm plmemoires, gedenkschriften -
104 tente
tente [tãt]〈v.〉1 tent♦voorbeelden:1 monter une tente • een tent opzetten, opslaanse retirer sous sa tente • zich uit kwaadheid afzijdig houdenf -
105 emmagasiner
-
106 engranger
engranger [ãgrãzĵee]〈 werkwoord〉 -
107 garer
garer [gaaree]1 〈 vervoermiddel〉 ergens plaatsen ⇒ 〈 auto〉 parkeren ⇒ 〈 fiets〉 stallen ⇒ 〈 trein〉 op een zijspoor zetten ⇒ 〈 boot〉 meren ⇒ 〈 vliegtuig〉 in de hangar zetten2 naar binnen halen ⇒ opslaan, binnenzetten, in veiligheid brengen♦voorbeelden:→ voiture1 (ergens) geplaatst zijn ⇒ geparkeerd staan, gestald staan2 langs de kant gaan staan ⇒ uitwijken voor, opzij gaan staan♦voorbeelden: -
108 mettre du vin en cave
-
109 mettre en magasin
mettre en magasin -
110 introduire, mettre en mémoire
introduire, mettre en mémoireinlezen, opslaan in het computergeheugenDictionnaire français-néerlandais > introduire, mettre en mémoire
-
111 monter une tente
monter une tenteeen tent opzetten, opslaan -
112 établir un camp
établir un camp -
113 to prestore
vooraf opslaan -
114 to store
bewarenonderbrengenopbergenopslaanvastleggen -
115 förråd
1) opslaan2) winkel -
116 lager
1) magazijn2) warenhuis3) pakhuis4) aardlaag5) opslaan -
117 ätt
1) familie2) huisgezin3) huis4) opslaan5) gezin -
118 Aufgabe
Aufgabe〈v.〉5 het opgeven, beëindiging, stopzetting♦voorbeelden:1 die Aufgabe eines Telegramms • de afgifte, het opgeven van een telegram2 eine Aufgabe bewältigen, übernehmen • tegen een taak opgewassen zijn, een taak op zich nemendie Aufgabe des Geschäfts • de opheffing van de zaak -
119 Information
Information〈v.; Information, Informationen〉2 informatie ⇒ het informeren, voorlichting♦voorbeelden:1 Informationen einholen, erteilen • inlichtingen inwinnen, verstrekkenInformationen speichern • informatie, gegevens opslaan -
120 Informationen speichern
informatie, gegevens opslaan
Страницы