-
1 col
col [kol]〈m.〉♦voorbeelden:col bleu • handarbeiderfaux col • losse boordle faux col d'une bière • de manchet van een biertjecol marin • matrozenkraagcol officier • staande kraagcol roulé • rolkraag, colpull à col roulé • coltruicol tenant • vaste boordcol de l'utérus • baarmoederhalsse pousser du col • deftig, opschepperig doenm1) kraag2) hals3) bergpas -
2 vantard
vantard [vãtaar]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 opscheppend ⇒ snoevend, pochend♦voorbeelden:1 un(e) vantard(e) • opschepper, -ster, snoever, pocheradj -
3 crâneur
crâneur [kraanur],crâneuse [kraaneuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 branieschopper ⇒ opschepper, -ster, lefgozer♦voorbeelden: -
4 fanfaron
fanfaron [fãfaarõ],fanfaronne [fãfaaron]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 opschepperig ⇒ snoevend, pochend♦voorbeelden: -
5 se pousser du col
se pousser du coldeftig, opschepperig doen -
6 traîneur
traîneur [trennur],traîneuse [trenneuz]〈m., v.〉1 sleper ⇒ iemand die trekt, sleept♦voorbeelden:traîneur de rues • baliekluiver -
7 traîneur de sabre
traîneur de sabre -
8 être crâneur
être crâneur
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский