-
1 levé
-
2 lever
lever1 [ləvee]〈m.〉♦voorbeelden:au lever du rideau • bij het opgaan van het doek————————lever2 [ləvee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)heffen ⇒ oprichten, optillen2 opheffen ⇒ een einde maken aan, wegnemen♦voorbeelden:lever un fardeau • een last optillenlever les glaces • de raampjes omhoogdraaienlever les lettres • de brievenbus lichtenlever le poing • zijn vuist opheffenlever les yeux, la tête, le visage, le nez • opkijkenlever des impôts • belastingen heffenlever un lièvre • een haas opjagen♦voorbeelden:→ pied1. m2) (het) opkomen [zon]3) opslag, opmaat [muziek]4) opmeting2. v1) rijzen [deeg]2) ont-kiemen3) opheffen5) opmeten6) oproepen3. se leverv1) opstaan, gaan staan2) omhooggaan3) opkomen [zon, maan]5) opsteken [wind] -
3 relevé
relevé1 [rəlvee]〈m.〉♦voorbeelden:faire le relevé d'un compteur • de meter opnemen————————relevé2 [rəlvee]1 omgeslagen ⇒ opgerold, opgestokenm1) afschrift2) opmeting3) kopie [kunstwerk] -
4 métrage
métrage [meetraazĵ]〈m.〉1 (het) afmeten ⇒ (het) afpassen, afmeting♦voorbeelden:court métrage • korte filmlong métrage • avondvullende film -
5 relèvement
relèvement [rəlevmã]〈m.〉♦voorbeelden:
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский