-
1 double-dealing
oplichterij, bedrogdouble-dealing -
2 skin game
-
3 con
-
4 confidence trick
confidence trick, 〈 Amerikaans-Engels〉 confidence game1 oplichterij ⇒ zwendelarij, misbruik van (goed) vertrouwen -
5 daylight robbery
overval op klaarlichte dagdaylight robbery -
6 double-cross
-
7 forgery
n. vervalsing, namaak[ fo:dzjərie] 〈meervoud: forgeries〉1 vervalsing ⇒ falsificatie, namaak(sel)2 het vervalsen ⇒ oplichterij, het plegen van valsheid in geschrifte -
8 fraud
n. bedrog, fraude, bedriegerij[ fro:d]1 bedrog ⇒ fraude, zwendel2 bedrieger ⇒ oplichter, fraudeur3 vervalsing ⇒ bedriegerij, oplichterij -
9 gazump
v. ergens te prijs van doen steigen (meestal onroerende goederen) nadat al over een prijs was overeengekomen; overvragen; stelen; een onredelijke prijs vragengazump11 oplichting ⇒ oplichterij 〈 voornamelijk door prijs van huis te verhogen na bod aanvaard te hebben〉————————gazump2〈werkwoord; vaak passief〉 〈Brits-Engels; slang〉 -
10 gyp
n. (studenten-)oppasser; iemand pijn doen--------v. iem. op zijn donder geven, iem. pijn doengyp1[ dzjip]1 bedrog ⇒ zwendel, oplichterij♦voorbeelden:my back's giving me gyp again • ik heb weer eens last van mijn rug————————gyp2〈werkwoord; gypped〉 -
11 swindle
n. zwendel, bedrog--------v. oplichten; bedriegenswindle1[ swindl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zwendel ⇒ bedrog, oplichterij————————swindle2〈 werkwoord〉1 oplichten ⇒ afzetten, bedriegen♦voorbeelden: -
12 swiz
-
13 swizz
-
14 trickery
n. oplichterij, bedotterij, bedrog[ trikkərie] 〈meervoud: trickeries〉 -
15 wring
n. oplichterij; druk; verwringing--------v. omdraaien (de nek v.e. kip); uitwringen, uitpersen; (stevig de hand) drukken; verwringenwring1[ ring] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 cider/appelpers♦voorbeelden:————————wring22 (uit)wringen ⇒ (uit)persen, samenknijpen4 pijnlijk aandoen/treffen ⇒ kwellen♦voorbeelden:wring the water out • wring het water eruitwring someone's hand • iemand stevig de hand drukken -
16 bamboozlement
n. oplichterij, zwendel, bedrog -
17 charlatanic
adj. kwakzalverachtig (oplichterij) -
18 charlatanical
adj. kwakzalverij (oplichterij) -
19 charlatanish
adj. kwakzalverij (oplichterij) -
20 cheat one of
iemand afzetten,oplichterij,zwendel
- 1
- 2