-
61 distrainable
{dis'treinəbl}
a юр. подлежащ на изземване/запор* * *{dis'treinъbl} а юр. подлежащ на изземване/запор.* * *a юр. подлежащ на изземване/запор* * *distrainable[dis´treinəbl] adj юрид. подлежащ на изземване (запориране). -
62 quatrain
{'kwɔtrein}
n четиристишие* * *{'kwъtrein} n четиристишие.* * *четиристишие;* * *n четиристишие* * *quatrain[´kwɔtrein] n четиристишие. -
63 tram
{træm}
I. 1. трамвай
2. трамвайни релси
3. трамвайна линия (и TRAM-line)
4. мин. вагонетка
II. 1. пътувам/возя се/отивам с трамвай (и to TRAM it)
2. мин. извозвам с вагонетки
III. n пресукана коприна* * *{tram} n 1. трамвай; 2. трамвайни релси; З. трамвайна линия (и tram(2) {trein} v (-mm-) 1. пътувам/возя се/отивам с трамвай (и to tram{3} {trein} n пресукана коприна.* * *трамвай; вагонетка;* * *1. i. трамвай 2. ii. пътувам/возя се/отивам с трамвай (и to tram it) 3. iii. n пресукана коприна 4. мин. вагонетка 5. мин. извозвам с вагонетки 6. трамвайна линия (и tram-line) 7. трамвайни релси* * *tram[træm] I. n 1. трамвай; трамвайна линия (и \tram-line); 2. мин. вагонетка; 3. тех. шаблон за проверяване на положението (напр. на обработван детайл върху машина); II. v (- mm-) 1. пътувам, возя се, отивам с трамвай (и to \tram it); 2. мин. извозвам с вагонетки; III. tram n текст. пресукана коприна; IV. tram n трасажен шублер. -
64 train
n. kuyruk (elbise, kus, yildiz), tren, dizi, katar, sıra, maiyet, kafile, kervan————————v. eğitmek, yetiştirmek, alıştırmak, terbiye etmek, antrenman yapmak, sürüklemek, nişan almak, doğrultmak (silah), alıştırma yapmak* * *1. eğit (v.) 2. tren (n.)* * *I [trein] noun1) (a railway engine with its carriages and/or trucks: I caught the train to London.) tren2) (a part of a long dress or robe that trails behind the wearer: The bride wore a dress with a train.) (elbise) kuyruk3) (a connected series: Then began a train of events which ended in disaster.) zincir, dizi4) (a line of animals carrying people or baggage: a mule train; a baggage train.) kafile, kervanII [trein] verb1) (to prepare, be prepared, or prepare oneself, through instruction, practice, exercise etc, for a sport, job, profession etc: I was trained as a teacher; The race-horse was trained by my uncle.) eğit(il)mek; antreman yap(tır)mak2) (to point or aim (a gun, telescope etc) in a particular direction: He trained the gun on/at the soldiers.) nişan almak3) (to make (a tree, plant etc) grow in a particular direction.) çevirmek•- trained- trainee
- trainer
- training -
65 train
• opettaa• treenata• totuttaa• jono• juna• tähdätä• seurue• valmentaa• valmistautua• valmentautua• yhde• vuoro• pyrstö• kasvattaa• ketju• harjoitella• harjaannuttaa• harjoittaa• sarja• saattue• suunnata• kulkue• kuntoilla• laahustin• laahus• kouluttaa• koulia• kouluttaa (koira)* * *I trein noun1) (a railway engine with its carriages and/or trucks: I caught the train to London.) juna2) (a part of a long dress or robe that trails behind the wearer: The bride wore a dress with a train.) laahus3) (a connected series: Then began a train of events which ended in disaster.) ketju4) (a line of animals carrying people or baggage: a mule train; a baggage train.) karavaaniII trein verb1) (to prepare, be prepared, or prepare oneself, through instruction, practice, exercise etc, for a sport, job, profession etc: I was trained as a teacher; The race-horse was trained by my uncle.) harjoitella, valmentaa, kouluttaa2) (to point or aim (a gun, telescope etc) in a particular direction: He trained the gun on/at the soldiers.) tähdätä3) (to make (a tree, plant etc) grow in a particular direction.) sitoa•- trained- trainee
- trainer
- training -
66 boat-train
{'bout'trein}
n влак, който има/прави връзка с параход* * *{'bout'trein} n влак, който има/прави връзка с параход.* * *n влак, който има/прави връзка с параход -
67 corridor train
{'kɔridə'trein}
n влак с отделни купета* * *{'kъridъ'trein} n влак с отделни купета.* * *n влак с отделни купета -
68 disentrain
{,disin'trein}
v свалям/слизам от влак* * *{,disin'trein} v свалям/слизам от влак.* * *v свалям/слизам от влак -
69 board
n. bord, plank; directie; (in computers) computerkaarten, een plastic kaart waarop elektronische onderdelen gesoldeerd zijn, de computerkaart past in een slot (uitbreidingsslot); voedsel--------v. in de kost zijn; beplanken; aan boord gaan (trein)board1[ bo:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 (aanplak/score)bord ⇒ schild, plaat; bord 〈 basket- en korfbal〉; (schaak)bord; (speel)bord4 kost(geld) ⇒ onderhoud, pension♦voorbeelden:board by board, board on board • boord aan boord, met de schepen langszijon board • aan boord vanfull board • vol pensionboard of governors • bestuur, curatoriumeditorial board • redactie¶ groaning board • rijkbeladen tafel/dissweep the board • grote winst(en) boeken, zegevierenabove board • open, eerlijkacross the board • over de hele linie, iedereen, niemand uitgezonderdgo on board a train • in de trein stappen————————board22 laveren ⇒ slagen maken, opwerken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beplanken ⇒ beschieten, betimmeren, bevloeren, kartonneren2 in de kost hebben/nemen♦voorbeelden: -
70 by train
met de treinby trainper/met de trein -
71 chug
n. geronk van een motor--------v. voortpuffen van een motorchug1[ tsjug] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————chug2〈werkwoord; chugged〉 -
72 metal
n. metaalmetal1[ metl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 metaal♦voorbeelden:————————metal21 metalen————————metal3〈werkwoord; Brits-Engels metalled〉 -
73 nonstop
adj. onophoudelijk; zonder oponthoud; direkt--------adv. onophoudelijk, ononderbroken; express (bus, trein, enz.)[ - stop]1 non-stop ⇒ zonder te stoppen, doorgaand 〈 trein〉, zonder tussenlandingen 〈 vlucht〉, direct 〈 verbinding〉, doorlopend 〈 voorstelling〉 -
74 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen -
75 service
adj. van dienst--------n. dienst; strijdkracht; service; servies; religieuze ceremonie, dienst--------v. bedienen; verzorgen, nazien, onderhouden; dekken (v. dieren)service1[ sə:vis]1 dienst ⇒ (overheids)instelling, bedrijf6 onderhoudsbeurt ⇒ onderhoud, service7 servies♦voorbeelden:the (fighting) services • de strijdkrachtenthe U.S. Army saw service in Europe • het Amerikaanse leger heeft in Europa gevochten→ senior senior/1 dienstbaarheid ⇒ dienst, het dienen/dienstbaar zijn♦voorbeelden:be in/go into service • in de huishouding (gaan) werkenat your service • tot je/uw dienstis it of any service to you? • heb je er iets aan?, kun je het gebruiken?————————service2〈 werkwoord〉 -
76 slow
adj. langzaam; moeilijk te vatten; verlaat (klok), achterlopen; zwaar; zaai--------adv. langzaam--------v. vertragenslow1[ sloo] 〈bijvoeglijk naamwoord; slowness〉1 langzaam ⇒ traag; geleidelijk♦voorbeelden:a slow job • een karwei dat veel tijd kostslow poison • langzaam werkend vergifI had a slow puncture • mijn band liep langzaam leegslow train • boemeltreinslow oven • laagbrandende ovenslow party • vervelend feestje〈 sport〉 a slow pitch/court • een trage pitch/baanbe slow of wit • traag van begrip zijnbe slow to anger • niet gauw kwaad worden————————slow2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:slow down • het kalmer aan doenslow up • minder energie hebben————————slow3〈 bijwoord〉1 langzaam♦voorbeelden:go slow • het langzaam aan doen -
77 through train
-
78 magnetic levitation
n. maglev, hogesnelheid trein technologie; elektrisch bestuurde trein die over rails glijdt door middel van magnetische velden -
79 train
I 1. [treɪn]1) ferr. treno m.; convoglio m. ferroviarioon o in the train sul o in treno; slow train treno locale; a train to Paris un treno per Parigi; to take o catch, miss the train prendere, perdere il treno; to go by train — andare in treno o con il treno
2) (succession) (of events) serie f., sequela f.3) (procession) (of animals) fila f., processione f.; (of vehicles) convoglio m., colonna f.; (of people) corteo m., seguito m.; (of mourners) corteo m. (funebre); mil. corteo m. (militare)4) (motion)to set o put sth. in train — mettere in movimento qcs
5) ant. (retinue) seguito m.the war brought famine in its train — fig. la guerra portò con sé la carestia
6) (on dress) strascico m.2.modificatore ferr. [crash, station] ferroviario; [ timetable] dei treni; [ ticket] del treno, ferroviario; [ strike] dei treniII 1. [treɪn]1) preparare, formare [staff, worker, musician]; (physically) allenare [athlete, player]; ammaestrare, addestrare [circus animal, dog]to train sb. as a pilot, engineer — preparare qcn. a diventare pilota, ingegnere
2) (aim) puntare [gun, binoculars]3) (guide the growth of) palizzare [plant, tree]2.1) (for profession) prepararsi, formarsi2) sport allenarsi, esercitarsi* * *I [trein] noun1) (a railway engine with its carriages and/or trucks: I caught the train to London.)2) (a part of a long dress or robe that trails behind the wearer: The bride wore a dress with a train.)3) (a connected series: Then began a train of events which ended in disaster.)4) (a line of animals carrying people or baggage: a mule train; a baggage train.)II [trein] verb1) (to prepare, be prepared, or prepare oneself, through instruction, practice, exercise etc, for a sport, job, profession etc: I was trained as a teacher; The race-horse was trained by my uncle.)2) (to point or aim (a gun, telescope etc) in a particular direction: He trained the gun on/at the soldiers.)3) (to make (a tree, plant etc) grow in a particular direction.)•- trained- trainee
- trainer
- training* * *I 1. [treɪn]1) ferr. treno m.; convoglio m. ferroviarioon o in the train sul o in treno; slow train treno locale; a train to Paris un treno per Parigi; to take o catch, miss the train prendere, perdere il treno; to go by train — andare in treno o con il treno
2) (succession) (of events) serie f., sequela f.3) (procession) (of animals) fila f., processione f.; (of vehicles) convoglio m., colonna f.; (of people) corteo m., seguito m.; (of mourners) corteo m. (funebre); mil. corteo m. (militare)4) (motion)to set o put sth. in train — mettere in movimento qcs
5) ant. (retinue) seguito m.the war brought famine in its train — fig. la guerra portò con sé la carestia
6) (on dress) strascico m.2.modificatore ferr. [crash, station] ferroviario; [ timetable] dei treni; [ ticket] del treno, ferroviario; [ strike] dei treniII 1. [treɪn]1) preparare, formare [staff, worker, musician]; (physically) allenare [athlete, player]; ammaestrare, addestrare [circus animal, dog]to train sb. as a pilot, engineer — preparare qcn. a diventare pilota, ingegnere
2) (aim) puntare [gun, binoculars]3) (guide the growth of) palizzare [plant, tree]2.1) (for profession) prepararsi, formarsi2) sport allenarsi, esercitarsi -
80 train
[treɪn] 1. n ( RAIL)pociąg m; ( underground train) kolejka f (podziemna); ( of dress) tren m2. vtapprentice, doctor szkolić (wyszkolić perf); dog tresować (wytresować perf); athlete trenować (wytrenować perf); mind ćwiczyć (wyćwiczyć perf); plantto train along — puszczać (puścić perf) wzdłuż +gen; camera, gun
3. vito train on — celować (wycelować perf) w +acc
( learn a skill) szkolić się; (SPORT) trenowaćto go by train — jechać (pojechać perf) pociągiem
to train sb to do sth — szkolić (wyszkolić perf) kogoś w robieniu czegoś
* * *I [trein] noun1) (a railway engine with its carriages and/or trucks: I caught the train to London.) pociąg2) (a part of a long dress or robe that trails behind the wearer: The bride wore a dress with a train.) tren3) (a connected series: Then began a train of events which ended in disaster.) łańcuch4) (a line of animals carrying people or baggage: a mule train; a baggage train.) taborII [trein] verb1) (to prepare, be prepared, or prepare oneself, through instruction, practice, exercise etc, for a sport, job, profession etc: I was trained as a teacher; The race-horse was trained by my uncle.) szkolić2) (to point or aim (a gun, telescope etc) in a particular direction: He trained the gun on/at the soldiers.) celować3) (to make (a tree, plant etc) grow in a particular direction.) nadawać kierunek, ustawiać•- trained- trainee
- trainer
- training
См. также в других словарях:
trein — trein, e, treing obs. ff. treen a … Useful english dictionary
De Trein van zes uur tien — Directed by Frank Ketelaar Written by Frank Ketelaar, Joost Prinsen Release date(s) May 5, 1999 Country … Wikipedia
train·er — /ˈtreınɚ/ noun, pl ers [count] 1 : a person who teaches or coaches athletes or animals : a person who trains athletes or animals the boxer and his trainer a horse trainer She hired a personal trainer. 2 … Useful english dictionary
treing — trein, e, treing obs. ff. treen a … Useful english dictionary
Order of battle of the Waterloo Campaign — This is the complete order of battle for the four major battles of the Waterloo Campaign. v … Wikipedia
B-Rail — NMBS/SNCB Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
Belgische Bahn — NMBS/SNCB Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
Belgische Eisenbahn — NMBS/SNCB Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
Belgische Staatsbahn — NMBS/SNCB Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
NMBS — NMBS/SNCB Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
NMBS/SNCB — Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia