-
1 oogopslag
♦voorbeelden:met een (enkele), met één oogopslag • d'un (seul) coup d'oeil -
2 oogopslag
♦voorbeelden:in/met één oogopslag • at a (single) glance -
3 oogopslag
сущ.общ. взгляд, взор -
4 oogopslag
n. glance -
5 bij de eerste oogopslag
bij de eerste oogopslag -
6 een kinderlijke oogopslag
een kinderlijke oogopslag -
7 met een (enkele), met één oogopslag
met een (enkele), met één oogopslagDeens-Russisch woordenboek > met een (enkele), met één oogopslag
-
8 bij de eerste oogopslag
bij de eerste oogopslagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij de eerste oogopslag
-
9 een kinderlijke oogopslag
een kinderlijke oogopslagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kinderlijke oogopslag
-
10 in/met één oogopslag
in/met één oogopslagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in/met één oogopslag
-
11 met één oogopslag alles overzien
met één oogopslag alles overzienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met één oogopslag alles overzien
-
12 glance
n. (vluchtige) blik; oogopslag--------v. gluren, snel bekijken; glanzen; schitterenglance1[ gla:ns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (vluchtige) blik ⇒ oogopslag, kijkje2 flits ⇒ glinstering, flikkering♦voorbeelden:1 at a glance • met één oogopslag, onmiddellijk————————glance2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 glance down/up • een blik naar beneden/boven werpenglance round • (even) rondkijkenglance at • vluchtig/even bekijken, een blik werpen opglance over/through • (even) inkijken/bekijken, doorkijken3 glance aside/off • afschampen, afstuitenglance off • afschampen op, afglijden van 〈 ook figuurlijk〉 -
13 at a glance
-
14 взор
blik, oogopslag -
15 взгляд
ngener. visie, aanblik, inzicht, kijk, kijkje, oog, punt, inzien, blik, gedachte, gevoelen, oogopslag, opslag, ziensjwijs -
16 взор
ngener. opslag, blik, oogopslag -
17 I could tell by/from his look
I could tell by/from his look -
18 at
anti tankenAT (anti-tank)at6 door ⇒ naar aanleiding van, als gevolg van, door middel van, via♦voorbeelden:at Christmas • met Kerstmisat the corner • op de hoekbake at 150° degrees centigrade • bakken bij een temperatuur van 150° Celsiusat dinner • bij het dinerat 20 miles an hour • met 20 mijl per uurat noon • 's middagscheap at 10 p. • goedkoop voor 10 penceI am still at school • ik zit nog op schoolat sea • op zeeat full speed • in volle vaartat that time • toen, in die tijdat forty • op veertigjarige leeftijdwe'll leave it at that • we zullen het daarbij latenthe president is hard to get at • het is moeilijk om de president te pakken te krijgensomebody has been at my things • iemand heeft in mijn spullen geneusd/gerommeldat work • aan het werkthey're at it again • ze zijn weer bezighe doesn't know what he's at • hij weet niet wat hij doet/wilhave men at one's command • het bevel voeren over mannenat a glance • met/in één oogopslag→ that that/ -
19 blink
n. glinstering--------v. knipogen; glinsterenb1[ blingk] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————b22 knipperen ⇒ flikkeren, schitterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 dekko
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
oogopslag
Страницы