-
1 épanouir
épanouir [eepaanoe.ier]2 uitspreiden ⇒ tentoonspreiden, ontvouwen3 opvrolijken ⇒ doen opbloeien, doen stralen♦voorbeelden:2 zich verwijden ⇒ wijd uitlopen, uitwaaieren4 stralen1. v3) opvrolijken2. s'épanouirv1) ontluiken, opengaan3) stralen -
2 épanouissement
épanouissement [eepaanoe.iesmã]〈m.〉2 ontplooiing ⇒ ontwikkeling, opbloei, wasdomm1) (het) ontluiken, opbloei2) ontplooiing3) (het) stralen [vreugde] -
3 éveiller
éveiller [eevejjee]1 wekken2 opwekken♦voorbeelden:éveiller qc. en qn. • iets bij iemand wakker roepen♦voorbeelden:1. v 2. s'éveillerv2) ontluiken -
4 éclore
См. также в других словарях:
Blume — 1. Auch aus einer blühenden Blume kann man leicht Asche machen. Flüchtigkeit des menschlichen Lebens. Heute roth – morgen todt. 2. Auch aus einer grossen Blume flicht man keinen Kranz. 3. Auch eine schöne Blume wird welk und verliert ihren Geruch … Deutsches Sprichwörter-Lexikon