-
1 borrow
v. lenen; ontlenen; copiëren; stelen[ borroo]♦voorbeelden:he's living on borrowed time • hij had al lang dood moeten zijnborrowed from Latin • aan het Latijn ontleendborrow money from/off someone • geld van iemand lenen -
2 derive from
derive fromafleiden van/uit, ontlenen aan————————derive fromontleend zijn aan, (voort)komen uit -
3 derive
v. produceren, afzuigen[ dirrajv]♦voorbeelden:1 derive from • ontleend zijn aan, (voort)komen uitthis word derives from Latin • dit woord stamt uit het LatijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afleiden ⇒ krijgen, halen♦voorbeelden:1 derive from • afleiden van/uit, ontlenen aan
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский