-
1 ontgaan
2 [uit het geheugen doen verdwijnen] slip, escape3 [aan het oog/oor ontsnappen] escape, miss ⇒ fail to notice♦voorbeelden:het kon niemand ontgaan dat • no one could fail to notice thatwat hij net zei, is mij ontgaan • I missed/didn't get what he just saidde lol daarvan ontgaat mij • I fail to appreciate the fun in it -
2 ontgaan
♦voorbeelden:de zaak is mij ontgaan • l'affaire m'est sortie de l'esprit -
3 ontgaan
уходить, ускользать; избежать; он этого не заметил; он это прослушал; от него ничего не скроешь; я не разобрал его имени* * ** (z)уходить, ускользать; избежать (опасности и т. п.)zijn naam is mij ontgáan — я не припомню его имени
* * *гл.общ. избегать, уходить, ускользать -
4 ontgaan
huiDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > ontgaan
-
5 ontgaan
v. escape, elude, flee, fence off -
6 ontgaan
ww -
7 ontgaan
1) rymma2) undkomma3) flykt4) rymning5) slippa6) fly -
8 ontgaan
ayrımında olmamak v -
9 ontgaan
échapper, s'échapper -
10 ontgaan
hui -
11 de zaak is mij ontgaan
de zaak is mij ontgaan -
12 de overwinning kon ons niet meer ontgaan
de overwinning kon ons niet meer ontgaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de overwinning kon ons niet meer ontgaan
-
13 de zaak is mij ontgaan
de zaak is mij ontgaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zaak is mij ontgaan
-
14 het kon niemand ontgaan dat
het kon niemand ontgaan datVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kon niemand ontgaan dat
-
15 dat is mij ontgaan
я этого не заметил; я это забыл* * *мест.общ. я это забыл, я этого не заметил -
16 zijn naam is mij ontgaan
прил. -
17 ne zapaziti
ontgaan -
18 hui
ontgaan [v], ontkomen [v], ontsnappen [v]; de vlucht nemen [v], vleden [v], vluchten [v] -
19 hui
ontgaan [v], ontkomen [v], ontsnappen [v]; de vlucht nemen [v], vleden [v], vluchten [v] -
20 échapper
échapper [eesĵaapee]1 ontsnappen (aan) ⇒ ontvluchten, ontkomen (aan)♦voorbeelden:〈 onpersoonlijk〉 il lui échappa un cri • hij, zij zuchtte, kreunde (onwillekeurig)cela m' a échappé • dat is me ontgaanil n'y a pas moyen d'y échapper • we kunnen er niet onderuitéchapper à la règle • een uitzondering vormenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ l'échapper belle • er goed, heelhuids van afkomen2 ontsnappen 〈 van gas, stoom, zucht〉 ⇒ stromen, lopen (uit) 〈 van bloed, tranen〉 ⇒ komen (uit) 〈 van klank, geluid〉 ⇒ losgaan 〈 van steken〉♦voorbeelden:2 〈 onpersoonlijk〉 il s'échappait de la cuisine une odeur agréable • er kwam een heerlijke geur uit de keuken1. v2) ontglippen [woord]4) niet invallen [woord]5) opraken [geduld]2. s'échapperv1) ontsnappen3) vervliegen, in rook opgaan
См. также в других словарях:
Waitz — Waitz, 1) Karl Friedrich, geb. 1774 in Gotha; war erst Kammerarchivar in Altenburg, wurde später Kammersecretär, 1823 Landkammerrath u. 1831 Kammerrath; seit 1845 emeritirt, st. er 13. Aug. 1848 in Altenburg; er schr. außer einigen… … Pierer's Universal-Lexikon
Galgen — 1. An den Galgen der Leib, und die Seele hole wer will, sagt Käsbier. Holl.: Het lijf der galg, en de ziel dengenen, die ze wil, zei de deugniet. (Harrebomée, I, 199.) 2. An den Galgen kommt man immer noch zeitig genug. Holl.: Het is geen… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hörnerträger — 1. Wer zum Hörnerträger geboren ist, dem bleibt s Geweih nicht aus. Holl.: Die tot een koekoek geboren is, zal de horens niet gemakkelijk ontgaan. (Harrebomée, I, 427a.) *2. Er ist ein Hörnerträger. – Körte, 2963 u. 3688; Braun, I, 1488. Holl.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Spötter — 1. Am Spötter rächt sich die Kunst. 2. Dem Spötter regnet es auch zuweilen in die Blumen. – Petri, II, 291. 3. Dem spötter rinnet der spott in seinen eignen Busen. – Henisch, 570, 10; Petri, II, 76; Gaal, 1443. Frz.: Les moqueurs sont souvent… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sprung — 1. Besser ein guter Sprung als ein schlechter Flug. 2. Böse Sprünge gerathen selten. – Simrock, 9784. 3. Das war ein Sprung, sagte der Narr, als er über einen Strohhalm geschossen war. Holl.: Dat is een extraordinaire sprong, zei Maarten, en hij… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tag — 1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs hîsch. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 368. 2. All Dag is ken Joarmarkt. (Strelitz.) 3. All Dage is kîn Sonndag (kîn Karkmess, sün kîn Fangeldage). (Oldenburg.) 4. All Doag wat Nîgs … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wohlthat — 1. Alle Wolthat findt jhre stete. – Petri, II, 8. 2. Ander Wolthat vergisst man bald, Gottes am ersten. – Petri, II, 15. 3. Auf grosse Wohlthat gehört grosser Dank. – Herberger, II, 326. 4. Auff eine grosse wolthat gehört (folgt) grosser vndanck … Deutsches Sprichwörter-Lexikon