-
1 ontaarden
degeneráDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > ontaarden
-
2 corrompre
corrompre [korrõpr]1 (zedelijk) bederven ⇒ verderven, doen ontaarden2 omkopen1 ontaarden ⇒ slecht, verdorven worden1. v2) omkopen, corrumperen4) verontreinigen [lucht]5) vervalsen, verdraaien2. se corromprev1) slecht worden, ontaarden2) bederven, verrotten -
3 deprave
-
4 dégénérer
dégénérer (en) [deezĵeeneeree]〈 werkwoord〉1 ontaarden (in) ⇒ degenereren (in), verbasteren (tot)v -
5 abâtardir
abâtardir [aabaataardier]1 doen ontaarden ⇒ doen degenereren, verbasteren1 degenereren ⇒ ontaarden, verbasteren -
6 pourrir
pourrir [poerier]1 (ver)rotten ⇒ wegrotten, bederven2 verslechteren ⇒ achteruitgaan, ontaarden♦voorbeelden:pourrir en prison • in de gevangenis verkommerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bederven ⇒ rot maken, doen (ver)rotten2 besmetten ⇒ aanvreten, aantasten3 bederven ⇒ verwennen, verpesten1 (ver)rotten ⇒ wegrotten, bederven2 verslechteren ⇒ achteruitgaan, ontaarden -
7 ausufern
-
8 вырождаться
vgener. ontaarden, verbasteren, degenereren, uit de aard slaan, verworden -
9 превращаться
vgener. ontaarden (in-s, с отрицательным оттенком), verkeren, evolueren -
10 barbarise
v. barbaars maken, doen ontaarden, onbeschaafd maken, onbeschaafd worden; wreed maken, wreed worden (ook "barbarize")→ barbarize barbarize/ -
11 barbarize
v. barbaars maken, doen ontaarden, onbeschaafd maken, onbeschaafd worden; wreed maken, wreed worden (ook "barbarise")barbarize, barbarise[ ba:bərajz] -
12 bastardize
v. een kind verbasteren, een kind tot bastaard verklaren; taal verbasteren; humiliëren (ook "bastardise")bastardize, bastardise[ ba:stədajz] 〈zelfstandig naamwoord: bastardization〉♦voorbeelden: -
13 corrupt
adj. corrupt; verdorven--------v. verdorven, immoreel; omkoopbaarcorrupt1[ kərupt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉3 bedorven ⇒ verbasterd, onbetrouwbaar4 onzuiver ⇒ besmet, (ver)rot♦voorbeelden:corrupt parts in an old manuscript • corrupte/onbetrouwbare gedeelten in een oud manuscript————————corrupt21 slecht worden ⇒ ontaarden; (zeden)bederf veroorzakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 corrumperen ⇒ aantasten, besmetten2 omkopen ⇒ corrupt maken, corrumperen3 verbasteren ⇒ vervalsen, verknoeien4 verontreinigen ⇒ onzuiver maken, bezoedelen -
14 degenerate
adj. afgetakeld--------n. verloederd, ontaard--------v. degenereren, aftakelendegenerate1[ didzjenrət] 〈zelfstandig naamwoord; bijvoeglijk naamwoord〉————————degenerate2[ didzjennəreet] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: degeneration〉1 degenereren ⇒ ontaarden, verloederen -
15 degrade
v. kleineren, vernederen[ digreed]1 degenereren ⇒ ontaarden, verwilderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 degraderen ⇒ achteruit/terugzetten♦voorbeelden: -
16 taint
n. smetje, vlekje--------v. bevlekken, iemand een slechte naam bezorgen; het bevuilentaint1[ teent] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————taint21 bederven ⇒ rotten, ontaardenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
17 degenerateness
n. verloederen,ontaarden, vervallen -
18 verser
verser [versee]1 omslaan2 〈+ dans〉vervallen (tot, in) ⇒ ontaarden (in), toegeven (aan)♦voorbeelden:verser dans la facilité • vervallen in gemakzuchtII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 storten ⇒ overmaken, (uit)betalen♦voorbeelden:v1) omslaan2) vervallen (tot, in)3) (over)gieten4) inschenken5) storten, overmaken [geld]6) inlijven -
19 degenerá
degenereren [v], ontaarden [v], verbasteren [v], verworden [v], zinken [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > degenerá
-
20 urarta
1) degenereren2) ontaarden3) verbasteren
Страницы
- 1
- 2