-
1 afbreken
dividí; bres, kibra; kibraDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > afbreken
-
2 to abort
afbreken -
3 bryta
afbreken -
4 break off
-
5 ломить
afbreken, breken -
6 разваливать
afbreken, desorganiseren, ontredderen -
7 развалить
afbreken, desorganiseren, ontredderen -
8 сломать
afbreken, slopen, breken -
9 breaking down
afbreken; naar beneden halen -
10 bringing down
afbreken (naar beneden halen,kapot maken) -
11 dividí
afbreken [v], delen [v], splitsen [v], opsplitsen [v], verdelen [v] -
12 to break off
afbrekenwegvallen -
13 to dismantle
afbrekendemonterenontmantelenslopenuiteenhalenuiteennemenuitkasten -
14 dividí
afbreken [v], delen [v], splitsen [v], opsplitsen [v], verdelen [v] -
15 abort
v. aborteren, annuleren, verijdelen, aflassen, mislukken; (in computers) een lopend computer procedure of programma verlaten[ əbo:t]1 (doen) aborteren ⇒ een miskraam hebben/opwekken, ontijdig bevallen2 tot een ontijdig einde komen/brengen ⇒ (doen) mislukken; 〈 in het bijzonder luchtvaart, ruimtevaart〉 (de vlucht) voortijdig afbreken♦voorbeelden:abort a pregnancy • een zwangerschap afbreken/onderbreken -
16 break down
-
17 decompose
v. uiteenvallen; verrotten, bederven, afbreken; afscheiden, scheiden van lichtstralen[ die:kəmpooz]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontleden ⇒ ontbinden, afbreken2 doen rotten/bederven -
18 disintegrate
v. verkruimelen; vergruizen[ dissintigreet] 〈zelfstandig naamwoord: disintegration〉1 uiteenvallen ⇒ uit elkaar vallen, vergaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uiteen doen vallen ⇒ ineen doen storten, doen vergaan -
19 hyphenate
v. afbreken, verbinden d.m.v. een verbindingsstreepje[ hajfəneet] 〈zelfstandig naamwoord: hyphenation〉 -
20 sever
v. scheiden, afscheiden, afhouwen, afhakken, afsnijden, afscheuren, afbreken, verbreken, breken[ sevvə]1 breken ⇒ het begeven, losgaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afbreken ⇒ af/doorhakken, door/afsnijden♦voorbeelden:sever the hand from the arm • de hand van de arm afhakken
См. также в других словарях:
afbreken — Hamburg • abbrechen, abnehmen, abnehmender Mond … Plattdeutsch-Hochdeutsch
afbreken — broko … Woordenlijst Sranan
Brekendorf — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Unglück — 1. Allein vnglück vnd armut ist vor den Neidhard gut. – Gruter, III, 4; Lehmann, II, 33, 21; Simrock, 7478. 2. Alles Vnglück fahet sich in Gottes namen an (in nomine Domini). – Gruter, III, 4; Henisch, 1697, 30; Petri, II, 8; Blum, 2; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wagenrunge — *1. Denne kast n Waogenrung im Hinnersten afbrêken. (Pommern.) So derb, drall, stämmig ist er. *2. Hä lätt sich iehr ne êken Wa nrung in n Oars enttweibriäken, iehr r n Groschen gevt. – Schlingmann, 532 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon