-
1 onsystematisch
unsystematisch -
2 onsystematisch
adj. unsystematic -
3 onsystematisch
несистематичный, бессистемный; несистематический -
4 casual
adj. toevallig; nonchalant; vluchtig, terloops--------n. gemakkelijk zittend kledingstuk; toevallig; ongeregeldcasual1[ kæzjoeəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————casual2〈bijvoeglijk naamwoord; casualness〉♦voorbeelden:casual labourer • los werkmana casual glance • een vluchtige blik5 casual clothes/wear • vrijetijdskleding, gemakkelijke klerencasual shoe • slipper, sandaal -
5 desultory
adj. doelloos, zonder betekenis; zonder methode, zonder orde; oppervlakkig, van de hak op de tak[ desltrie, dezl-] 〈 desultorily〉1 onsystematisch ⇒ van de hak op de tak, onsamenhangend -
6 unstructured
-
7 unsystematic
adj. onsystematisch -
8 unsystematical
adj. onsystematisch -
9 unsystematically
adv. onsystematisch -
10 notitie
♦voorbeelden:¶ notitie nemen van • 〈 aandacht schenken aan〉 take notice of; 〈 kennis nemen van〉 note, take note of -
11 notities maken
notities makentake(down)/make notes; 〈 onsystematisch〉 jot down notes -
12 amethodisch
amethodisch1 zonder methode, onsystematisch
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский