-
1 imprécis
imprécis [ẽpreesie]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 vaag ⇒ onduidelijk, onnauwkeurig♦voorbeelden:adj1) vaag, onduidelijk2) onnauwkeurig -
2 inexact
-
3 incorrect
incorrect [ẽkorrekt]1 verkeerd ⇒ onnauwkeurig, onjuist2 onbehoorlijk ⇒ ongepast, niet netjes♦voorbeelden:adj1) verkeerd, onjuist2) onbehoorlijk, niet netjes -
4 infidèle
infidèle [ẽfiedel]2 onbetrouwbaar ⇒ onjuist, onwaar♦voorbeelden:adj1) ontrouw2) onbetrouwbaar, onnauwkeurig3) heidens -
5 à-peu-près, à peu près
-
6 répondre par des à-peu-près
répondre par des à-peu-prèsonnauwkeurig, vaag antwoordenDictionnaire français-néerlandais > répondre par des à-peu-près
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский