-
1 ongunstig
♦voorbeelden:ongunstig licht • éclairage désavantageuxop een ongunstig moment • à un moment inopportuniemand niet ongunstig gezind zijn • ne pas être hostile à qn.die straat staat ongunstig bekend • cette rue est mal faméezijn pion stond ongunstig • son pion était mal placézich ongunstig over iemand uitlaten • parler de qn. en termes défavorables→ link=betekenis betekenis -
2 ongunstig
1. bn 2. bw -
3 ongunstig
hostile -
4 ongunstig bericht
ongunstig bericht -
5 ongunstig licht
ongunstig licht -
6 zich ongunstig over iemand uitlaten
zich ongunstig over iemand uitlatenparler en mal de qn.————————zich ongunstig over iemand uitlatenparler de qn. en termes défavorables→ link=betekenis betekenisDeens-Russisch woordenboek > zich ongunstig over iemand uitlaten
-
7 de ligging van het kind is ongunstig
de ligging van het kind is ongunstigDeens-Russisch woordenboek > de ligging van het kind is ongunstig
-
8 die straat staat ongunstig bekend
die straat staat ongunstig bekendDeens-Russisch woordenboek > die straat staat ongunstig bekend
-
9 het lot is hem ongunstig gezind
het lot is hem ongunstig gezindDeens-Russisch woordenboek > het lot is hem ongunstig gezind
-
10 iemand in een ongunstig daglicht stellen
iemand in een ongunstig daglicht stellenplacer qn. sous un jour défavorableDeens-Russisch woordenboek > iemand in een ongunstig daglicht stellen
-
11 iemand niet ongunstig gezind zijn
iemand niet ongunstig gezind zijnne pas être hostile à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand niet ongunstig gezind zijn
-
12 maatregelen die de concurrentiepositie ongunstig beïnvloeden
maatregelen die de concurrentiepositie ongunstig beïnvloedenDeens-Russisch woordenboek > maatregelen die de concurrentiepositie ongunstig beïnvloeden
-
13 op een ongunstig moment
op een ongunstig moment -
14 zijn pion stond ongunstig
zijn pion stond ongunstig -
15 afkeuring
♦voorbeelden:2 afkeuring uitlokken • s'attirer la réprobation (de …) -
16 concurrentiepositie
♦voorbeelden:1 maatregelen die de concurrentiepositie ongunstig beïnvloeden • mesures qui entravent la compétitivité -
17 daglicht
1 (lumière <v.> du) jour 〈m.〉♦voorbeelden:1 iets in een fraai daglicht plaatsen • montrer qc. sous un jour favorable〈 figuurlijk〉 iets in een helder daglicht stellen • mettre qc. au grand jour〈 figuurlijk〉 iemand in een kwaad daglicht stellen • jeter le discrédit sur qn.iemand in een ongunstig daglicht stellen • placer qn. sous un jour défavorablein 't volle daglicht • au grand jour〈 figuurlijk〉 iets aan het daglicht brengen • révéler qc.iets bij daglicht bekijken • regarder qc. à la lumière du jour -
18 gezind
♦voorbeelden:1 iemand niet gunstig gezind zijn • regarder qn. d'un mauvais oeilhet lot is hem ongunstig gezind • le sort lui est contraireiemand vijandig gezind zijn • être malintentionné envers qn. -
19 kans
♦voorbeelden:de kans is groot dat … • il y a toutes les chances que … 〈+ aanvoegende wijs〉er is een klein kansje dat … • il y a une petite chance que … 〈+ aanvoegende wijs〉een opgelegde kans • une occasion magnifiquede kansen keren • la chance tournede kans krijgen te … • avoir l'occasion de …de kans niet krijgen te … • ne pas avoir la possibilité de …de kans lopen • courir le risque (de)ik zie er geen kans toe • 〈 mogelijkheid〉 je pense que ce n'est pas faisable; 〈 gelegenheid〉 je ne peux pas (le faire)kans zien om • trouver moyen deje hebt alle kans dat … • neuf chances sur dix que …er is kans op regen • il risque de pleuvoirdaar is geen kans op • il n'y a pas la moindre chanceeen tweede kans krijgen • avoir une seconde chanceweinig kans! • peu probable!grijp je kans! • tentez votre chance!de kans is verkeken • l'occasion est perduegeen schijn van kans • pas l'ombre d'une chance -
20 lelijk
♦voorbeelden:lelijke gezichten trekken • faire des grimaceslelijk maken • enlaidirlelijk schrijven • avoir une vilaine écritureontzettend lelijk • hideuxhet is lelijk weer • il fait mauvaisiemand uitmaken voor alles wat lelijk is • traiter qn. de tous les nomshet ziet er lelijk uit • ça va maler lelijk aan toe zijn • être bien mal en pointhij is lelijk ziek • il est salement maladezich lelijk vergissen • se tromper drôlementer lelijk naast zitten • se mettre le doigt dans l'oeiliemand lelijk aankijken • regarder qn. de traverswat kijk je lelijk! • quel oeil noir tu fais!daar zal hij lelijk van staan te kijken • il va faire une de ces têtes
- 1
- 2