-
1 ongewisse
♦voorbeelden:in het ongewisse verkeren • être dans l'incertitude -
2 ongewisse
♦voorbeelden:1 iemand in het ongewisse laten • keep someone guessing/dangling -
3 ongewisse
прил.общ. неопределённый -
4 in het ongewisse verkeren
in het ongewisse verkeren -
5 wij tasten rond in 't ongewisse
wij tasten rond in 't ongewisseDeens-Russisch woordenboek > wij tasten rond in 't ongewisse
-
6 iemand in het ongewisse laten
iemand in het ongewisse latenkeep someone guessing/danglingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in het ongewisse laten
-
7 in het ongewisse verkeren
гл. -
8 vague
vague1 [vaag]I 〈m.〉1 (het) vage ⇒ (het) onbepaalde, vaagheid, onduidelijkheid2 〈 formeel〉(het) vage, onbestemde karakter♦voorbeelden:laisser qc. dans le vague • iets in het midden latenregarder dans le vague • met een lege blik voor zich uit starenrester dans le vague • zich op de vlakte houdenII 〈v.〉♦voorbeelden:vague de départs • vakantie-uittochtvague de protestations • stortvloed van protestenla nouvelle vague • de nieuwste stroming, de jonge generatie〈 geschiedenis〉 la nouvelle vague • de nouvelle vague 〈 stroming in literatuur, film en theater in Frankrijk rond 1960〉2 vague de cheveux • golf, slag in het haar————————vague2 [vaag]1 vaag ⇒ onbepaald, onduidelijk, onbestemd2 vaag ⇒ wazig, mistig, niet scherpomlijnd♦voorbeelden:concept vague • niet duidelijk gedefinieerd begripil est resté vague et prudent • hij heeft zich op de vlakte gehouden→ terrain1. mvaagheid, ongewisse2. f 3. vaguesm pl4. adj1) vaag, onduidelijk2) mistig3) los, ruim, wijd [kleding] -
9 неопределённый
adjgener. ongewisse, algemeen, onbepaald, ongewis, tweeslachtig, halfslachtig, ongezet, vaag, vagelijk, weifelachtig, weifelmoedig -
10 пребывать в неопределённости
vgener. in het ongewisse verkerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > пребывать в неопределённости
-
11 air
n. lucht; wind; sfeer; gevoelsuitdrukking; van muziekspelen--------v. luchten; waaienair1[ eə]1 voorkomen ⇒ sfeer, aanzicht♦voorbeelden:have an air of gentility/loneliness • een deftige/eenzame indruk maken2 airs and graces • aanstellerij, kouwe druktegive oneself/put on airs • zich aanstellen, indruk proberen te maken1 lucht ⇒ atmosfeer, dampkring2 lucht ⇒ luchtruim, hemel♦voorbeelden:get some (fresh) air • een frisse neus halenin the open air • in (de) open luchtthe plane has just taken the air • het vliegtuig is zojuist opgestegenby air • met het vliegtuig, per luchtpost3 be/go on the air • in de ether zijn/gaan, uitzenden, uitgezonden wordenthe prime minister went on the air • de eerste minister hield een radio/tv-toespraakover the air • per radiolive on air • van de lucht leven, nauwelijks iets etentread/walk on air • in de wolken/de zevende hemel zijnrumours are in the air • het gerucht doet de rondemy plans are still (up) in the air • mijn plannen staan nog niet vasthe was left in the air • hij werd in het ongewisse gelatenshe was up in the air about it • ze was er erg opgewonden door————————air21 drogen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bekendmaken ⇒ luchten, ventileren♦voorbeelden:3 air one's grievances/ideas • uiting geven aan zijn klachten/ideeën -
12 guess
n. schatting; gissing--------v. gissen; radenguess1[ ges] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:make/have a guess (at something) • (naar iets) radenit's anybody's/anyone's guess • dat is niet te zeggenat a guess • naar schattingat a guess I should say that … • ik schat dat …my guess is • volgens mij————————guess2〈 werkwoord〉1 raden ⇒ schatten, gissen♦voorbeelden:you've guessed right • je hebt het (goed) geradenguess at something • naar iets raden -
13 he was left in the air
he was left in the air -
14 ignorance
n. onwetendheid; analfabetisme[ ignərəns]1 onwetendheid ⇒ onkunde, onkundigheid♦voorbeelden:ignorance of the law • onwetendheid omtrent het recht -
15 keep in ignorance
-
16 keep someone guessing
-
17 incertitude
incertitude [ẽsertietuud]〈v.〉2 onzekerheid ⇒ twijfel, besluiteloosheid♦voorbeelden:2 être dans l'incertitude • in onzekerheid verkeren, twijfelenf1) onzekerheid, twijfelachtigheid3) vaagheid -
18 laisser qn. dans l'incertitude
laisser qn. dans l'incertitudeDictionnaire français-néerlandais > laisser qn. dans l'incertitude
-
19 être dans le vague
être dans le vague -
20 неопределённый
adjgener. ongewisse, algemeen, onbepaald, ongewis, tweeslachtig, halfslachtig, ongezet, vaag, vagelijk, weifelachtig, weifelmoedig
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Hugo Pos — (Paramaribo, 28 de noviembre de 1913 Ámsterdam, 11 de noviembre de 2000) fue un abogado, escritor y poeta de origen judío nacido en Surinam. Contenido 1 Trayectoria 2 Poeta y escritor … Wikipedia Español