-
1 offender
-
2 first offender
eerste beschuldiging van een wetovertreder -
3 an old offender
-
4 criminal offender
misdadige overtreder -
5 first-time offender
overtreder van de wet die voor de eerste keer een overtreding pleegt, misdadiger met eerste misdaad -
6 fugitive offender
gevluchte misdadiger -
7 habitual offender
recidivist -
8 juvenile offender
jeugdcrimineel -
9 old offender
recidivist -
10 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/
См. также в других словарях:
offender — of·fend·er /ə fen dər/ n: one that commits an offense a repeat offender Merriam Webster’s Dictionary of Law. Merriam Webster. 1996. offender … Law dictionary
offender — of‧fend‧er [əˈfendə ǁ ər] noun [countable] 1. LAW someone who is guilty of a crime: • Repeat offenders (= people who do something illegal several times ) will face higher fines. • the sentencing of first time offenders … Financial and business terms
Offender — Of*fend er, n. One who offends; one who violates any law, divine or human; a wrongdoer. [1913 Webster] I and my son Solomon shall be counted offenders. 1 Kings i. 21. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
offender — (n.) mid 15c., agent noun from OFFEND (Cf. offend) (v.) … Etymology dictionary
offender — [n] perpetrator con*, convict, criminal, crook, culprit, delinquent, felon, guilty party, guilty person, jailbird*, lawbreaker, malefactor, sinner, suspect, transgressor, wrongdoer; concept 91 … New thesaurus
offender — of|fend|er [əˈfendə US ər] n 1.) someone who is guilty of a crime ▪ Community punishment is used for less serious offenders. ▪ At 16, Scott was already a persistent offender (=someone who has been caught several times for committing crimes) .… … Dictionary of contemporary English
offender — [[t]əfe̱ndə(r)[/t]] offenders 1) N COUNT: oft supp N An offender is a person who has committed a crime. The authorities often know that sex offenders will attack again when they are released. 2) N COUNT You can refer to someone or something which … English dictionary
offender — noun 1 person who commits a crime ADJECTIVE ▪ alleged ▪ convicted ▪ first, first time ▪ As a first offender, he received a lenient sentence. ▪ … Collocations dictionary
offender — n. a chronic; first offender * * * [ə fendə] first offender a chronic … Combinatory dictionary
offender — noun (C) 1 someone who is guilty of a crime: an institute for young offenders | first offender (=one who has done a criminal action for the first time) 2 someone or something that is the cause of something that is bad: Among causes of air… … Longman dictionary of contemporary English
offender */*/ — UK [əˈfendə(r)] / US [əˈfendər] noun [countable] Word forms offender : singular offender plural offenders 1) someone who has committed a crime sex offenders 2) something that is causing a problem Older houses cost a lot to maintain and… … English dictionary