-
1 niks
niks1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:ik heb niks geen zin • j'ai pas envie————————niks2♦voorbeelden:dat is niet niks! • c'est pas rien!een vent van niks • un rien du tout -
2 niks
le néant, rien, -
3 niks hoor!
niks hoor!penses-tu!, pensez-vous! -
4 't kan me niks verdommen!
't kan me niks verdommen!je m'en balance! -
5 dat is niet niks!
dat is niet niks!c'est pas rien! -
6 dat wordt niks
dat wordt niks -
7 een man van niks
een man van niks -
8 een vent van niks
een vent van niks -
9 het wordt toch niks
het wordt toch niks -
10 ik heb niks geen zin
ik heb niks geen zin -
11 ik mankeer niks
ik mankeer niks -
12 ik weet van niks
ik weet van niks -
13 ik zeg maar zo, ik zeg maar niks
ik zeg maar zo, ik zeg maar nikscomme dit l'autre: pas de commentaire!Deens-Russisch woordenboek > ik zeg maar zo, ik zeg maar niks
-
14 je hoeft niks bang te zijn
je hoeft niks bang te zijn -
15 hoor
hoor1〈de〉♦voorbeelden:————————hoor2♦voorbeelden:¶ ja, hoor! • mais oui!niks hoor! • penses-tu!, pensez-vous!niet vergeten, hoor! • n'oublie pas, hein!jawel hoor! • mais si! 〈 na ontkennende vraag〉 -
16 man
♦voorbeelden:er zijn anderhalve man en een paardenkop • il n'y a que quatre pelés et un tondudie arme man • ce pauvre bonhommeeen geleerd man • un savantde gewone man • l'homme de la ruede juiste man op de juiste plaats • l'homme de la circonstanceeen oude man • un vieillardhij is daar de rechte man niet voor • ce n'est pas l'homme qu'il fauthij is er de man niet naar om • il n'est pas l'homme àman overboord! • un homme à la mer!zij waren vijf man sterk • ils étaient cinqiets aan de man brengen • trouver acheteurrecht op de man af spreken • parler cruop de man af • sans détouriemand iets recht op de man af zeggen • ne pas l'envoyer dire à qn.het kost een tientje per man • ça coûte dix florins par personneeen man van zijn woord • un homme de paroleeen man van niks • un rien du touteen gevecht van man tot man • un corps à corpsman voor man • un à unals één man • comme un seul hommeals een man • en homme〈 spreekwoord〉 een man een man, een woord een woord • chose promise, chose duemet hoeveel man zijn we? • combien sommes-nous?mans genoeg zijn om • être de taille à -
17 mankeren
1 [algemeen] manquer2 [schelen; hebben] avoir♦voorbeelden:er mankeert nogal wat aan • 〈m.b.t. apparaat〉 il est souvent en panne; 〈 abstract〉 c'est loin d'être au pointik kom, zonder mankeren • je ne manquerai pas de venirwat mankeert je toch? • mais qu'est-ce que tu as?wat mankeer je? • qu'est-ce qui ne va pas?wat mankeert er aan de televisie? • qu'est-ce qu'elle a, cette télé? -
18 toch
1 [desondanks] cependant2 [eigenlijk] au fond3 [inderdaad] effectivement4 [ter versterking van een uitspraak; uitdrukking van schrik, verbazing, ongeduld] donc5 [nu eenmaal] de toute façon6 [om aan te geven dat men bevestiging verwacht] non?7 [immers] en effet8 [per slot van rekening] en fin de compte♦voorbeelden:1 hoe graag ik ook zou gaan, ik blijf toch thuis • quelle que soit mon envie d'y aller, je resterai quand même à la maison2 nee hoor, of ja, toch wel • non, non, ou plutôt, oui3 toch maar goed dat hij met hem is meegegaan • effectivement, c'est heureux qu'il l'ait accompagné4 jongen toch, hoe kan je dat nou doen! • mais enfin, comment peux-tu faire une chose pareille!waar blijven ze toch? • mais où sont-ils donc?zij had me toch een wagen! • elle avait une de ces voitures!kom toch binnen • entrez doncwaar was je toch? • mais où donc étais-tu?het wordt toch niks • cela ne donnera rien de toute façon6 dat is toch belachelijk? • mais c'est se moquer du monde!ja toch? • non?nee toch? • c'est pas vrai!8 dat pand is toch nog verkocht • finalement, cet immeuble a été vendu -
19 verdommen
♦voorbeelden:¶ dat verdom ik te enen male! • je ne marche pas, ça non!m'n auto verdomt 't • ma fichue voiture ne marche pas't kan me niks verdommen! • je m'en balance! -
20 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:bij mijn weten is hij niet weggegaan • je ne sache pas qu'il soit partibij mijn weten • à ma connaissancebuiten mijn weten • à mon insuiets naar zijn beste weten doen • faire qc. de son mieux————————weten21 [kennis hebben van; enig idee, vermoeden hebben] savoir2 [+ te + onbepaalde wijs][erin slagen] réussir (à)♦voorbeelden:1 weet je mijn agenda ook (te liggen)? • sais-tu où est mon agenda?God mag weten hoe lang … • Dieu sait combien de temps …een hele hoop weten (over) • en savoir long (sur qn., qc.)dat weet zelfs een kind! • c'est élémentaire!ik weet z'n naam niet • je ne connais pas son nomeen goed restaurant weten • connaître un bon restaurantzeker weten! • pour sûr!hij kan het weten • il est payé pour le savoirik zal het u laten weten • je vous préviendraije moest beter weten • cela m'étonne de ta partu moet weten dat … • sachez que …hij wist te vertellen dat … • il a pu nous raconter que …hij wil (graag) weten dat hij rijk is • il ne cache pas qu'il est richeiets niet willen weten • refuser d'admettre qc.niets van iets willen weten • ne rien vouloir entendre de qc.er het zijne van willen weten • vouloir en avoir le coeur netalles van iets weten • s'y connaîtremet haar weet je het nooit • on ne sait jamais avec elleweet je wat … • écoute …je weet wie het zegt • prends-le pour ce que ça vautwie weet • qui sait?je moet het zelf (maar) weten • fais comme tu voudrashij weet niet beter of het hoort zo • il est persuadé que c'est la coutumezij weten niet beter • il ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rienhij weet wel beter • il est plus malin que çahij weet ervan • il est au courantweten hoe je iets aan moet pakken • savoir s'y prendre〈 ironisch〉 dat zal jij niet weten! • ne fais pas l'innocent!iets niet weten • ignorer qc.ik zou het niet weten • je ne saurais vous le direhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • il n'avait qu'une hâte: s'enfuirze zullen niet weten waar ik blijf • ils se demanderont où je suis (passé)niet weten waar je blijven moet • ne pas savoir où se mettreweet je wel • tu saisvoor zover ik weet • pour autant que je sacheergens iets op weten • avoir une idéete weten • à savoiriets te weten komen • apprendre qc.ik weet van niks • je n'en sais rienniets van het leven weten • ne rien connaître de la vieals je maar weet dat … • sache bien que …als je dat maar weet! • maintenant, te voilà prévenu!niet dat ik weet • pas que je sachehij wil niet weten dat hij ziek is • 〈 aanvaardt het niet〉 il ne veut pas admettre qu'il est malade; 〈 wil niet dat men het weet〉 il ne veut pas que l'on sache qu'il est maladeje weet heel goed dat … • tu n'ignores pas que …hij wist niet beter of ik was vertrokken • pour lui je devais être partiweet je nog? • tu t'en souviens?weet ik veel! • qu'est-ce que je sais, moi!weten wat men aan iemand heeft • être fixé sur le compte de qn.er heel wat van af weten • en savoir longweten wat honger is • connaître la faimnu weet je 't ook • te voilà au courant〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • ce que les yeux ne voient pas, ne fait pas mal au coeurweten te ontkomen • réussir à s'échapperniets weten te zeggen • ne plus savoir quoi dire¶ ze hebben het geweten • 〈 ze waren gewaarschuwd〉 ça leur a coûté cher; 〈 ze hebben ervoor moeten boeten〉 ils s'en sont mordu les doigtsvoor je het weet, ben je er • tu y seras en moins de rienzij weet het altijd beter • elle veut toujours avoir le dernier motje weet wel beter • tu n'en penses pas un motje weet ('t) maar nooit • on ne sait jamaiszij weet van geen ophouden • elle ne sait pas s'arrêter
- 1
- 2
См. также в других словарях:
niks — nȉks čest. DEFINICIJA reg. ekspr. 1. (u dijalogu ili u situaciji gdje se vide ili podrazumijevaju okolnosti) u zn. ništa, nema, nije, ne može, ne funkcionira, ništa od toga [mislio sam da će auto krenuti kad poguramo, ali niks] 2. riječ kojom se… … Hrvatski jezični portal
niks — udråbsord; nul og niks; niks pille … Dansk ordbog
niks-nie — nix nie or niks nie /niksˈnē/ noun (S Afr) Nothing at all • • • Main Entry: ↑nix … Useful english dictionary
NİKS — Ters doğan çocuk. * Zayıf ve cılız adam … Yeni Lügat Türkçe Sözlük
Pnyx — /niks, peuh niks/, n. a hill in Athens, Greece, near the Acropolis: the place of assembly in ancient Athens. * * * … Universalium
Pnyx — /niks, peuh niks/, n. a hill in Athens, Greece, near the Acropolis: the place of assembly in ancient Athens … Useful english dictionary
Nyx — /niks/, n. an ancient Greek goddess personifying night. * * * ▪ Greek mythology in Greek mythology, female personification of night but also a great cosmogonical figure, feared even by Zeus, the king of the gods, as related in Homer s Iliad … Universalium
Nix — (niks) trademark for preparations of permethrin … Medical dictionary
nix — [nIks] (All senses from German nichts.) 1. interj. no. □ The man said nix, and he means nix. □ Nix, I won’t do it. 2. exclam. No!; Stop it!; I disagree! (Usually Nix!) □ Nix! I won’t do it. D … Dictionary of American slang and colloquial expressions
algedonics — ˌ ̷ ̷ ̷ ̷ˈ ̷ ̷niks noun plural but singular in construction : hedonics 2 … Useful english dictionary
mesonyx — ˈ ̷ ̷ ̷ ̷ˌniks noun Usage: capitalized Etymology: New Latin, from mes + onyx : a genus of extinct creodont mammals of the family Mesonychidae … Useful english dictionary