-
1 nietsdoen
-
2 nietsdoen
-
3 nietsdoen
сущ.общ. безделье, ничегонеделание -
4 nietsdoen
o -
5 een zalig nietsdoen
een zalig nietsdoen -
6 een zalig nietsdoen
een zalig nietsdoenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zalig nietsdoen
-
7 бездействие
nietsdoen, inertie -
8 idle
adj. lui; werkeloos; ledig; stopzetting (van werk); nutteloos; ongegrond; waardeloos--------v. nietsdoen, luieren; stationair draaien/lopen (v. motor)idle1[ ajdl] 〈bijvoeglijk naamwoord; idler; idly; idleness〉3 doelloos ⇒ zinloos, vruchteloos♦voorbeelden:4 idle hours • rustige/vrije urenidle machines • stilstaande machines————————idle2〈 werkwoord〉2 stationair draaien/lopen 〈 van motor〉♦voorbeelden:1 idle about • luieren, rondhangen -
9 inaction
inaction [ienaaksjõ]〈v.〉1 (het) nietsdoen ⇒ ledigheid, werkeloosheidf(het) nietsdoen, werkeloosheid -
10 inactivité
inactivité [ienaaktievietee]〈v.〉♦voorbeelden:f1) (het) nietsdoen, werkeloosheid2) non-activiteit [juridisch] -
11 farniente
farniente [faarnjentee, faarnjãt]〈m.〉♦voorbeelden: -
12 безделье
dagdieven, geluier, lediggang, nietsdoen -
13 безделье
ngener. geklungel, geluier, lediggang, ledigheid, nietsdoen -
14 ничегонеделание
ngener. nietsdoen -
15 idle hours
-
16 standoff
n. gelijke stand; snobstandoff1 impasse3 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉(periode van) nietsdoen/zich afzijdig houden4 → stand-off stand-off/ -
17 flânerie
flânerie [flaanrie]〈v.〉2 (het) lanterfanten ⇒ (het) luieren, (het) nietsdoenf2) (het) lanterfanten, luieren -
18 inoccupé
inoccupé [ienokkuupee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:un inoccupé • nietsdoeneradj1) nietsdoend, werkloos2) onbewoond, niet in gebruik -
19 désoeuvrement
-
20 inoccupation
inoccupation [ienokkuupaasjõ]〈v.〉 〈 formeel〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Jan Bucquoy — lors de la conférence de presse pour la sortie du film La Vie politique des Belges au Actor s Studio à Bruxelles (en mai 2002) Données clés … Wikipédia en Français