-
1 sickening behavior
misselijk gedrag -
2 sick
adj. ziek; ziekelijk; misselijk; overgevend; ziek (i. betekenis van "er genoeg van hebbend"); verlangend; besmet (oogst)--------n. zieken (+the)sick1————————sick2♦voorbeelden:a sick mind • een ziekelijke geestII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 wee ⇒ onpasselijk/misselijk makend♦voorbeelden:♦voorbeelden:〈 voornamelijk Brits-Engels〉 be sick • overgeven, brakenturn sick • misselijk worden/makenbe worried sick • doodongerust zijnyou make me sick! • je doet me walgen!I am sick at heart • ik ben diepbedroefdI am sick of the sight of it • ik word misselijk als ik het zie¶ sick to death of someone/something • iemand/iets spuugzat zijnsick with envy • groen van nijd -
3 sicken
v. ziek worden, het beu worden; misselijk maken, doen walgen[ sikkən]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ziek/misselijk maken ⇒ doen walgen -
4 nauseate
v. misselijk maken[ no:zie▪eet, -sie-]♦voorbeelden:he was nauseated at the sight of it • het vervulde hem met afschuw -
5 nauseous
adj. misselijk makend, walgelijk[ no:ziəs, -siəs] 〈 nauseousness〉 -
6 queasy
-
7 squeamish
adj. licht misselijk; overdreven kieskeurig, angstvallig nauwgezet[ skwie:misj] 〈 squeamishness〉 -
8 wamble
n. verstoorde maag--------v. misselijk zijn, zich misselijk voelen, overgeven, braken; onregelmatig heen en weer bewegen; op wiebelende of rollende manier heen en weer bewegen -
9 I am sick of the sight of it
I am sick of the sight of it -
10 a loathsome smell
-
11 bring on
-
12 funny
-
13 giddy
-
14 liverish
adj. een leverziekte hebbend, geïrriteerd♦voorbeelden: -
15 loathsome
adj. afstotend, walgelijk, afschuw opwekkend, afschuwelijk[ looðsəm] 〈 loathsomeness〉♦voorbeelden: -
16 malaise
-
17 revolting
-
18 sick to one's stomach
-
19 sicken at the sight of
sicken at the sight of -
20 stink
n. stank--------v. stinkend maken; misselijk makenstink1[ stingk]1 stank♦voorbeelden:————————stink21 stinken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:stink out a fox • een vos uitroken
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Laufen — 1. Also lauf, Rudi; lauf, die Stadt ist unsa. (Schweiz.) – Kirchhofer, 131. Die Entstehung dieses Sprichworts fällt in die Zeit von 1515, in welchem Jahre Franz I. von Frankreich in der Schlacht von Marignano viele tausend Schweizer getödtet… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon