-
1 misleiding
desengaño, engañoDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > misleiding
-
2 deception
n. oplichting, misleid; teleurstelling[ dissepsjn]1 misleiding ⇒ list, bedriegerij; bedrog2 (valse) kunstgreep ⇒ (smerige) truc, kunstje♦voorbeelden:1 deception of the public • misleiding van de mensen, volksverlakkerij -
3 fraudulency
n. bedrog, bedrieglijkheid, misleiding, bedrog; opzettelijke misleiding -
4 tromperie
-
5 мистификация
mystificatie, misleiding -
6 введение в заблуждение
ngener. misleidingRussisch-Nederlands Universal Dictionary > введение в заблуждение
-
7 заблуждение
ngener. afdwaling, misleiding, waan, begoocheling, dwaalbegrip, dwaling, feil, misgreep, misslag, misvatting, vergissing, wangeloof -
8 ложь
ngener. bedrog, leugen, misleiding, onwaarheid, vertelseltje -
9 обман
n1) gener. fopperij, fraude, geknoei, knoeiboel, knoeierij, knoeiwerk, knopendraaien, lak, afzetterij, bedriegerij, bedrog, een wassen neus, goochelspel, humbug, judasstreek, misleiding, nep, oplichterij, zwendel, zwendelarij2) liter. goochelarij -
10 blind
adj. blind; verblind--------n. gordijn; mom; misleiding--------v. verblindenblind1[ blajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 scherm ⇒ jaloezie, zonnescherm, rolgordijn2 voorwendsel ⇒ uitvlucht, dekmantel♦voorbeelden:2 his job is a blind for his spying activities • zijn baantje is een dekmantel voor zijn spionagewerk→ Venetian Venetian/————————blind2〈bijvoeglijk naamwoord; blindness〉2 blind ⇒ zonder begrip, ongevoelig3 blind ⇒ onoverzichtelijk, aan het oog onttrokken♦voorbeelden:as blind as a bat/mole • zo blind als een mol, stekeblindblind faith • blind geloof/vertrouwenhe was blindly groping his way through the forest • tastend zocht hij zijn weg door het bosblindly follow the leader • onvoorwaardelijk de leider volgenblind in one eye • blind aan één oogblind with rage • blind van woedethe blind • de blinden¶ not a blind bit of • geen schijn van, niet de/het minste〈 informeel〉 blind date • afspraak tussen elkaar nog onbekende man en vrouw; elk van de partners daarbijturn a blind eye to something • iets door de vingers zien, een oogje dichtknijpen voor ietsblind letter • onbestelbare brief————————blind3〈 werkwoord〉2 verblinden ⇒ misleiden, begoochelen3 verduisteren ⇒ verbergen, overschaduwen♦voorbeelden:2 blind someone with science • iemand overstelpen/overdonderen met kennis/feiten————————blind4〈 bijwoord〉1 blind(elings) ⇒ ondoordacht, roekeloos♦voorbeelden:1 fly blind • blind/op de instrumenten vliegen -
11 deception of the public
misleiding van de mensen, volksverlakkerij -
12 imposition
n. oplegging; belasting; strafwerk; misleiding[ impəzisjn]2 (opgelegde) last ⇒ (zware) taak, druk♦voorbeelden:2 don't you think it an imposition to stay with them? • lijkt het je niet te veel gevraagd om bij ze te blijven logeren? -
13 trip
n. reisje; misleiding; fout--------v. struikelen, laten mislukkentrip1[ trip] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:→ bad bad/————————trip2〈 tripped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 circumventing
n. misleiding; ontduiking, omzeiling -
15 flannelled
adj. m.b.t. spraak inclusief het gebruik van veel woorden om te vermijden de waarheid te vertellen of een antwoord op een vraag te geven (vaak geneigd tot misleiding) -
16 misguidance
n. misleiding -
17 smoke screen
rookgordijn (dikke rook veroorzaakt door ontploffing; misleiding, afleiding) -
18 speciousness
n. schone schijn, schijnbare oprechtheid/goedheid, misleiding, verblinding -
19 aiguillage
aiguillage [eegŵiejaazĵ]〈m.〉2 wissel♦voorbeelden:vous êtes victime d'une erreur d'aiguillage • u bent op het verkeerde spoor gezetm2) wissel [spoor]3) oriëntatie [vakkenkeuze, politiek] -
20 mensonge
mensonge [mãsõzĵ]〈m.〉1 leugen ⇒ bedrog, misleiding2 bedrieglijke schijn ⇒ illusie, fictie♦voorbeelden:le monde se nourrit de mensonges • de wereld wil bedrogen wordenmensonge par omission • bewuste verzwijging→ songem1) leugen2) illusie
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Netherlands New Guinea — Nederlands Nieuw Guinea Dutch colony ← … Wikipedia