-
1 minimum
minimum [mieniemom],minima [mieniemaa]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 minimum ⇒ kleinste waarde, geringste hoeveelheid♦voorbeelden:faire le minimum de dépenses • zo weinig mogelijk uitgaven doenminimum vital • bestaansminimumau minimum • op zijn minst1. mminimum, geringste hoeveelheid2. minimum/-maadj -
2 minimum vital
minimum vital -
3 au minimum
au minimum -
4 faire le minimum de dépenses
faire le minimum de dépensesDictionnaire français-néerlandais > faire le minimum de dépenses
-
5 les liqueurs doivent titrer 15 degrés minimum
les liqueurs doivent titrer 15 degrés minimumlikeuren moeten minstens 15% alcohol bevattenDictionnaire français-néerlandais > les liqueurs doivent titrer 15 degrés minimum
-
6 le strict minimum, nécessaire
le strict minimum, nécessaireDictionnaire français-néerlandais > le strict minimum, nécessaire
-
7 salaire minimum interprofessionnel de croissance
salaire minimum interprofessionnel de croissanceDictionnaire français-néerlandais > salaire minimum interprofessionnel de croissance
-
8 âge minimum
âge minimum -
9 moins
moins1 [mwã]〈bijwoord; ook m.〉♦voorbeelden:moins il travaille (et) moins il réussira • hoe minder hij werkt, des te minder succes zal hij hebbenrien moins que • allesbehalve, geenszinsj'en veux dix francs, rien de moins • ik wil tien frank, geen cent minderrien de moins que • waarlijk, echt, niets minder danplus ou moins • min of meer, ongeveerni plus ni moins • niets meer en niets minderil n'en est pas moins vrai que • nietteminon se plaindrait à moins • er is alle reden om te klagenil y a moins d' une semaine • nog geen week geledenils ont moins de vingt ans • zij zijn onder de twintigde, en moins • minder, te kort, te weinigde moins en moins • hoe langer hoe minderen moins de • in minder dan, binnenen moins de deux, rien • in een wip, ommezien, oogwenkles moins de vingt ans • de jongeren onder de twintigc'est moins que rien • dit heeft niets te betekenenil est moins que rien • hij is zeer onbeduidendnon moins que • niet minder … dan, even … alsc'est un moins que rien • het is een nul→ plusà tout le moins, pour le moins • op zijn minstau moins • minstens, op zijn minsttout au moins • tenminste, althansdu moins • op zijn minst, althans, tenminste, dat wil zeggenle moins • het minste, het minimum¶ à moins que 〈+ aanvoegende wijs〉, de 〈+ onbepaalde wijs〉 • tenzij, zonder, behalve————————moins2 [mwẽ]〈voorzetsel; ook m.〉♦voorbeelden:sept moins cinq égalent deux • zeven min vijf is tweeil est presque (trois heures) moins cinq • het is bijna vijf voor (drie)il fait moins dix (degrés) • het is tien graden onder nuldix puissances moins sept • tien tot de macht min zevenmettez un moins • zet een minteken1. m1) (het) minste, minimum2) minteken2. adv1) minder, geringer2) minst, geringst3. prépmin, verminderd met -
10 strict
strict [striekt]1 strikt ⇒ nauwkeurig, streng♦voorbeelden:le strict minimum, nécessaire • het allernoodzakelijkstestricte vérité • absolute, zuivere waarheidstrictement parlant • strikt genomenstrictement vêtu • vormelijk gekleedêtre très strict sur qc. • het zeer nauw nemen met iets→ intimitéadj1) strikt, precies2) streng3) sober, onopgesmukt -
11 vital
vital [vietaal],vitaux [vietoo]1 levens- ⇒ vitaal, het leven betreffend2 van levensbelang ⇒ levens-, essentieel→ minimumadj1) vitaal, levens-2) van levensbelang, essentieel -
12 interprofessionnel
interprofessionnel [ẽterproffesjonnel]♦voorbeelden: -
13 le moins
le moinshet minste, het minimum -
14 minima
-
15 minimal
-
16 titrer
titrer [tietree]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:titrer sur cinq colonnes • een kop over vijf kolommen brengen2 les liqueurs doivent titrer 15 degrés minimum • likeuren moeten minstens 15% alcohol bevatten -
17 R.M.I.
-
18 S.M.I.C.
S.M.I.C. [smiek]〈m.〉 〈 afkorting〉1 [salaire minimum interprofessionnel de croissance] 〈 waarde- en welvaartsvast minimumloon〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
minimum — [ minimɔm ] n. m. et adj. • déb. XVIIIe; mot lat. « le plus petit » I ♦ N. m. 1 ♦ Math. Valeur d une fonction inférieure à celles qui la précèdent ou la suivent immédiatement (opposé à maximum).⇒ extremum. Minimum minimorum : le plus petit des… … Encyclopédie Universelle
minimum — MÍNIMUM s.n., adv. 1. s.n. Punct, limită, fază reprezentând extrema inferioară. 2. s.n. Cea mai mică cantitate, valoare, intensitate; minim1. 3. adv. În cantitatea, timpul, spaţiul minim2; cel puţin..., pe puţin...; măcar. – Din lat., fr. minimum … Dicționar Român
minimum — I {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. n V, lm M. minimumma {{/stl 8}}{{stl 7}} najmniejsza możliwa do osiągnięcia wartość czegoś, najmniejsza ilość; najmniejsza wystarczająca, nieodzowna, wymagana do czegoś ilość, wielkość : {{/stl 7}}{{stl 10}}Ograniczyć… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
minimum — I noun bit, dash, drop, fragment, ioi:a, jot, least amount, least part, least quantity, lowest quantity, minim, modicum, morsel, mote, pars minima, particle, piece, quorum, scantling, scintilla, shade, sliver, small amount, small quantity,… … Law dictionary
Minimum — Sn erw. fremd. Erkennbar fremd (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. minimum das Geringste , Substantivierung des Superlativs l. minimus der Kleinste (minus). Adjektiv: minimal. Ebenso ne. minimum, nfrz. minimum, nschw. minimum, nnorw. minimum … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
minimum — / minimum/ s.m. [dal lat. minĭmum, neutro sost. di minĭmus ]. [livello o numero più basso: il m. dei voti per l elezione a deputato ] ▶◀ minimo. ◀▶ massimo, maximum … Enciclopedia Italiana
minimum — mìnimum m DEFINICIJA 1. najmanja količina, veličina, mjera itd. [svesti na minimum učiniti da ostane najmanja moguća količina čega], opr. maksimum 2. mat. najmanja vrijednost, ob. u skupu vrijednosti koje poprima neka funkcija ili općenito u… … Hrvatski jezični portal
Minimum — Min i*mum, n.; pl. {Minima}. [L., fr. minimus. See {Minim}.] The least quantity assignable, admissible, or possible, in a given case; hence, a thing of small consequence; opposed to {maximum}. [1913 Webster] {Minimum thermometer}, a thermometer… … The Collaborative International Dictionary of English
Minimum — »Mindestmaß, wert, preis«: Das Fremdwort wurde im 18. Jh. aus lat. minimum »das Kleinste, Geringste, Wenigste« entlehnt, dem substantivierten Neutrum von lat. minimus »kleinster« (vgl. ↑ minus). – Dazu die nlat. Ableitung minimal »sehr klein,… … Das Herkunftswörterbuch
minimum — [adj] least, lowest least possible, littlest, merest, minimal, slightest, smallest, tiniest; concepts 762,789 Ant. largest, maximum, most minimum [n] lowest amount atom, bottom, dab, depth, dot, gleam, grain, hair, iota, jot, least, lowest,… … New thesaurus
mínimum — sustantivo masculino 1. Uso/registro: restringido. Pragmática: intensificador. Límite o grado inferior al que puede llegar una persona o cosa: Se exige un mínimum de esfuerzo. Sinónimo: mínimo … Diccionario Salamanca de la Lengua Española