Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

mettre+la+corde+au+cou

  • 21 cou

    m
    rompre [briser] le cou à qn — 1) избить кого-либо; сломать шею кому-либо 2) перен. разорить, испортить дело кому-либо
    tordre le cou à qn разг. — свернуть шею кому-либо
    se casser [se rompre] le cou — 1) сломать себе шею, убиться 2) перен. прогореть
    serrer le cou à qn — задушить кого-либо
    se jeter [sauter] au cou de qn — броситься кому-либо на шею
    se pendre au cou de qn — повиснуть у кого-либо на шее
    se dévisser le cou разг. — 1) вертеть головой 2) свернуть себе шею
    prendre qn au cou — схватить кого-либо за горло
    laisser [mettre] la bride sur le cou — 1) отпустить поводья 2) перен. предоставить полную свободу действий
    ••
    ça m'est resté en travers du cou разг. — я это не забыл; мне это не понравилось
    tendre le cou — отдать себя в жертву; подставить голову под нож
    3)

    БФРС > cou

  • 22 restis

    restis, is, f. (acc. -im, -em; abl. -i, -e) [st2]1 [-] corde, cordeau. [st2]2 [-] cordeau (pour diriger la danse). [st2]3 [-] corde, lacet (pour se pendre). [st2]4 [-] queue (d'ail, d'oignon).    - ad restim res rediit, Ter. (prov.): je n'ai plus qu'à me mettre la corde au cou.
    * * *
    restis, is, f. (acc. -im, -em; abl. -i, -e) [st2]1 [-] corde, cordeau. [st2]2 [-] cordeau (pour diriger la danse). [st2]3 [-] corde, lacet (pour se pendre). [st2]4 [-] queue (d'ail, d'oignon).    - ad restim res rediit, Ter. (prov.): je n'ai plus qu'à me mettre la corde au cou.
    * * *
        Restis, huius restis, foe. gen. in accusatiuo, restem vel restim. Plin. Une corde.
    \
        Sparteae restes. Colum. Faictes de genest.
    \
        Ad restim mihi quidem res rediit planissime. Terent. Je suis au desespoir, Je suis prest à m'aller pendre.
    \
        Restis aliorum. Plin. Une tresse d'aulx tressez et cordelez par les queues.

    Dictionarium latinogallicum > restis

  • 23 noose

    noose n
    1 ( loop) nœud m coulant ;
    2 ( for hanging) corde f ; the hangman's noose la corde de la potence ; to put a noose around one's neck mettre une corde autour de son cou ; fig se mettre la corde au cou.
    to put one's head in a noose se jeter dans la gueule du loup.

    Big English-French dictionary > noose

  • 24 corda

    cor.da
    [k‘ɔrdə] sf corde. cordas vocais cordes vocales. dar corda num relógio remonter une montre. ficar com a corda no pescoço se mettre la corde au cou. instrumento de cordas instrument à cordes. pular corda sauter à la corde.
    * * *
    [`kɔrda]
    Substantivo feminino corde féminin
    (de relógio, brinquedo) ressort masculin
    corda de saltar corde à sauter
    cordas vocais cordes vocales
    dar corda a remonter
    * * *
    nome feminino
    2 MÚSICA cordes pl.
    instrumento de cordas
    instrument à cordes
    3 (do relógio) remontoir m.
    dar corda ao relógio
    remonter sa montre
    4 (da roupa) corde à linge
    5 ANATOMIA corde
    cordas vocais
    cordes vocales
    corde sensible
    tendre la perche à quelqu'un
    avoir le couteau sous la gorge
    être un moulin à paroles

    Dicionário Português-Francês > corda

  • 25 hoofd

    1 [algemeen] tête 〈v.〉
    2 [bovenste deel van brief] en-tête 〈m.; meervoud: en-têtes〉
    3 [(van personen) leider, meerdere] 〈m.b.t. gezin〉 chef 〈m.〉 ⇒ 〈m.b.t. school〉 directeur 〈m.〉⇒ directrice 〈v.〉
    ♦voorbeelden:
    1   gezond van hoofd en hart • sain de corps et d'esprit
         het hoofd van een stoet • la tête d'un cortège
         〈 boekhouden〉 onder een apart hoofd boeken • enregistrer sous une rubrique spéciale
         met gebogen hoofd lopen • marcher la tête basse
         met gedekt hoofd • la tête couverte
         hij heeft een goed hoofd • il a de la tête
         hij is een hoofd groter dan ik • il me dépasse d'une tête
         een hard hoofd in iets hebben • être pessimiste (concernant qc.)
         〈 figuurlijk〉 met opgeheven hoofd • (marcher) la tête haute
         zijn hoofd wordt rood van schaamte • le rouge de la honte lui monte au front
         een verstopt hoofd hebben • être enchifené
         een hoofd vol zorgen hebben • n'avoir que des soucis en tête
         het hoofd vol hebben van … • ne rêver que de …
         iets het hoofd bieden • faire front à qc.
         iemand het hoofd bieden • tenir tête à qn.
         zich het hoofd over iets breken • se casser la tête sur qc.
         iemand het hoofd op hol brengen • tourner la tête à qn.
         het hoofd buigen • baisser la tête
         het hoofd er niet bij hebben • avoir la tête ailleurs
         hij heeft zijn hoofd gestoten • il s'est cogné la tête; 〈 figuurlijk〉 il s'est cassé le nez
         het is hem gelukt het hoofd boven water te houden • il a réussi à se maintenir 〈 niet failliet gaan〉
         het hoofd koel houden • garder la tête froide
         〈 figuurlijk〉 zijn hoofd recht houden • ne pas perdre le nord
         〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • être abattu
         het hoofd op de ellebogen laten rusten • se prendre la tête dans les mains
         〈 figuurlijk〉 het hoofd in de schoot leggen • courber la tête
         het hoofd loopt mij om • je ne sais (plus) où donner de la tête
         men kon over de hoofden lopen • ± on était les uns sur les autres
         het hoofd ontbloten • se découvrir
         het hoofd schudden • secouer la tête
         mijn hoofd staat er niet naar • je n'ai pas la tête à ça
         de hoofden bij elkaar steken • 〈 overleggen〉 se concerter; 〈 samenzweren〉 comploter
         〈 figuurlijk〉 zijn hoofd in de strop steken • se mettre la corde au cou
         de hoofden tellen • compter les personnes présentes
         het hoofd verliezen • perdre la tête
         ik durf mijn hoofd eronder te verwedden • j'en mettrais ma main au feu
         zeur me niet aan het hoofd! • ne me casse pas les pieds!
         wel wat anders aan z'n hoofd hebben • avoir bien autre chose en tête
         hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • il prit la tête du mouvement
         aan het hoofd staan van iets • diriger qc.
         ben je wel goed bij je hoofd? • ça va pas, la tête?
         niet goed bij, in het, zijn hoofd zijn • ne pas avoir toute sa tête
         iemand boven het hoofd groeien • 〈 ook figuurlijk〉 dépasser qn.
         dat hangt hem boven het hoofd • cela lui pend au nez
         die onderneming is mij boven het hoofd gegroeid • la direction de cette entreprise dépasse maintenant mes capacités
         het werk groeit haar boven het hoofd • elle est submergée de travail
         die gedachte speelt mij door het hoofd • cette pensée me trotte par la tête
         dat is mij door het hoofd geschoten • ça m'est complètement sorti de la tête
         het is hem in het hoofd geslagen • il a perdu la tête
         〈 figuurlijk〉 iemand iets in het hoofd stampen • fourrer qc. dans la tête de qn.
         zich een gat in het (z'n) hoofd vallen • s'ouvrir le crâne en tombant
         zich licht in het hoofd voelen • avoir le vertige
         〈 figuurlijk〉 zwaar in het hoofd zijn • avoir la tête lourde
         iemand in het hoofd treffen • toucher qn. à la tête
         zich iets in het hoofd zetten • se mettre qc. en tête
         hoe haalt hij het in zijn hoofd? • 〈 denken〉 qu'est-ce qu'il va chercher là?; 〈 doen〉 qu'est-ce qui lui prend de faire une chose pareille!
         het in zijn hoofd halen om te • s'aviser de
         alles zeggen wat in je hoofd opkomt • dire tout ce qui vous passe par la tête
         met het hoofd omlaag • tête baissée; 〈 schaamte〉 la tête basse
         met het hoofd omlaag vallen • tomber la tête la première
         met zijn hoofd tegen de muur lopen • donner de la tête contre un mur
         met het hoofd tegen de muur slaan • se cogner la tête contre le mur
         iemand een verwijt naar het hoofd slingeren • lancer un reproche à la tête de qn.
         〈 figuurlijk〉 iemand iets naar het hoofd smijten • jeter qc. à la tête de qn.
         de drank stijgt hem naar het hoofd • l'alcool lui monte à la tête
         〈 letterlijk〉 op zijn hoofd staan • faire le poirier
         〈 figuurlijk〉 hij kan wel op zijn hoofd gaan staan, ik doe het niet • il a beau faire des pieds et des mains, je ne marche pas
         een prijs op iemands hoofd zetten • mettre à prix la tête de qn.
         dat zal op uw hoofd neerkomen • cela vous retombera sur la tête
         iets over het hoofd zien • ne pas remarquer qc.
         ik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • je me garderai bien de faire cette bêtise
         dat laat ik mij niet uit mijn hoofd praten • on ne me fera pas changer d'idée
         dat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • tu ferais mieux d'abandonner cette idée
         uit het hoofd leren • apprendre par coeur
         uit het hoofd rekenen • calculer de tête
         uit het hoofd spelen • jouer sans partition
         iemand van het hoofd tot de voeten opnemen • examiner qn. des pieds à la tête
         van het hoofd tot de voeten gewapend • armé de pied en cap
         't is om je voor het hoofd te slaan • c'est à se taper la tête contre les murs
         〈 figuurlijk〉 iemand voor het hoofd stoten • offenser qn.
         een hoofd hebben als een boei • être rouge comme une pivoine
         〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • autant de têtes, autant d'avis
    2   aan het hoofd van de brief • en tête de la lettre
    3   het hoofd van het gezin • le chef de famille
         het hoofd van de rooms-katholieke Kerk • le chef de l'Eglise catholique
    ¶   uit dien hoofde • pour cette raison
         uit hoofde van • en raison de à ne pas faire le plongeon

    Deens-Russisch woordenboek > hoofd

  • 26 morso

    I. morso s.m. 1. ( atto del mordere) morsure f.: dare un morso a qcu. mordre qqn; dare un morso a una mela croquer une pomme; staccare con un morso détacher en mordant. 2. (ferita, puntura) morsure f.: il morso di un cane une morsure de chien, la morsure d'un chien; il morso di un serpente une morsure de serpent. 3. ( boccone) bouchée f.: un morso di pane une bouchée de pain; dammene un morso! donne-m'en une bouchée! 4. ( fig) morsure f., tourment, tiraillement: il morso della gelosia la morsure de la jalousie; i morsi della fame les tiraillements de la faim. 5. ( parte della briglia) mors: mettere il morso a un cavallo mettre le mors à un cheval, emboucher un cheval; mettere il morso a qcu. mettre la corde au cou de qqn. 6. ( parte della tenaglia) mâchoire f. 7. ( sapore pungente) piquant: il morso del pepe le piquant du poivre. II. morso p.p. di Vedere mordere.

    Dizionario Italiano-Francese > morso

  • 27 ficar com a corda no pescoço

    se mettre la corde au cou.

    Dicionário Português-Francês > ficar com a corda no pescoço

  • 28 надеть хомут на шею

    v

    Dictionnaire russe-français universel > надеть хомут на шею

  • 29 связать себе руки

    v

    Dictionnaire russe-français universel > связать себе руки

  • 30 торба

    ж sac m, sacoche f, poche f; книжна торба sac de (en) papier а турям (слагам) си главата в торбата se mettre la corde au cou.

    Български-френски речник > торба

  • 31 zijn hoofd in de strop steken

    zijn hoofd in de strop steken

    Deens-Russisch woordenboek > zijn hoofd in de strop steken

  • 32 надеть себе петлю на шею

    Современная Фразеология. Русско-французский словарь > надеть себе петлю на шею

  • 33 связать себя по рукам и ногам

    Современная Фразеология. Русско-французский словарь > связать себя по рукам и ногам

  • 34 plunge

    plunge [plʌndʒ]
    (a) (dive) plonger
    (b) (throw oneself) se jeter, se précipiter; (fall, drop) tomber, chuter;
    ∎ the bus plunged into the river le bus est tombé dans la rivière;
    ∎ the lorry plunged over the cliff le camion plongea par-dessus la falaise;
    ∎ the helicopter plunged to the ground l'hélicoptère piqua vers le sol;
    ∎ to plunge to one's death faire une chute mortelle;
    ∎ I slipped and plunged forward j'ai glissé et je suis tombé la tête la première ou la tête en avant
    ∎ he plunged into a long and complicated story il s'est lancé dans une histoire longue et compliquée;
    ∎ she plunged bravely into the discussion elle se lança courageusement dans la discussion;
    ∎ the neckline plunges deeply at the front le devant est très décolleté
    (e) (price, rate, currency) chuter, dégringoler;
    ∎ sales have plunged by 30 percent les ventes ont chuté de 30 pour cent
    (a) (immerse) plonger;
    ∎ plunge the tomatoes into boiling water plonger les tomates dans l'eau bouillante
    (b) figurative plonger;
    ∎ he plunged his hands into his pockets il enfonça les mains dans ses poches;
    ∎ he was plunged into despair by the news la nouvelle l'a plongé dans le désespoir;
    ∎ the office was plunged into darkness le bureau fut plongé dans l'obscurité
    3 noun
    (a) (dive) plongeon m;
    ∎ figurative to take the plunge (dare) se jeter à l'eau; (get married) faire le grand saut, se mettre la corde au cou
    (b) (fall, drop) chute f;
    ∎ a ten-metre plunge une chute de dix mètres;
    ∎ prices have taken a plunge les prix ont chuté ou se sont effondrés

    Un panorama unique de l'anglais et du français > plunge

  • 35 strčit hlavu do chomoutu

    strčit hlavu do chomoutu
    se mettre la corde au cou (fam.)

    Tschechisch-Französisch Wörterbuch > strčit hlavu do chomoutu

  • 36 strčit hlavu do oprátky

    strčit hlavu do oprátky
    se mettre la corde au cou (fam.)

    Tschechisch-Französisch Wörterbuch > strčit hlavu do oprátky

  • 37 intendo

    intendo, ĕre, intendi, intentum (intensum) - tr. - [st1]1 [-] tendre, bander, raidir; étendre, allonger.    - tendere balistam in aliquem, Plaut. Bacch.: armer la baliste contre qqn.    - arcum intendere: tendre un arc.    - nox visa intendi, Liv. 7, 28: on vit la nuit s'étendre.    - vespera intendente (s.-ent. se), Amm.: sur le soir.    - intendere stupea vincula collo, Virg. En. 2: mettre une corde de chanvre au cou.    - cutem intendere, Plin.: distendre la peau.    - primam syllabam intendere, Gell.: allonger la première syllabe.    - vela secundi intendunt Zephyri, Virg. En. 5: des Zéphyrs favorables gonflent les voiles. [st1]2 [-] tendre sur, appliquer, tapisser, couvrir, orner.    - intendere sertis, Virg.: tapisser de guirlandes. [st1]3 [-] tendre vers, diriger contre, lancer; diriger des menaces contre, menacer.    - aciem in omnes partes intendere, Cic.: porter ses regards de tous côtés.    - intendere pugnam parem in omnes pares, Liv.: engager le combat sur tous les points à la fois.    - telum in aliquem intendere: diriger une arme contre qqn.    - litem alicui intendere: intenter un procès à qqn.    - intendere bellum, Liv.: porter la guerre.    - intendere probra, Tac.: adresser des injures.    - intendere minas, Tac.: faire des menaces.    - periculum quod in omnem intenditur, Cic.: le péril qui menace tout le monde.    - nobilitas, nec ii modo in quos crimen intendebatur sed universi, Liv. 9: tous les nobles, et pas seulement ceux qui étaient poursuivis comme criminels. [st1]4 [-] diriger (ses pas), se diriger.    - quo intendam? Ter.: où (dois-je) aller?    - intendere iter aliquo, Liv.: se diriger quelque part.    - intendere coeptum iter, Liv.: poursuivre sa marche. [st1]5 [-] tendre (l'esprit ou les sens), rendre attentif, être attentif, s'appliquer, songer à, se proposer de, viser à.    - intendi animo in..., Liv.: être attentif à...    - intendere animum ad...: appliquer son attention à.    - ministros temptare arduum videbatur mulieris usu sceleris intentae adversus insidias, Tac. An. 14, 3: il paraissait difficile de corrompre les serviteurs d'une femme [ rendue attentive aux trahisons] = qui se méfiait des trahisons [en raison de son habitude du crime] = car elle était habituée aux crimes.    - intendere aures ad... Ov.: tendre l'oreille à...    - intendere animum ad aliquid, Cic (in aliquid, Sall.; alicui rei, Hor.): appliquer son esprit à qqch.    - intendere vim rei, Quint.: concentrer ses efforts sur une chose.    - intendere libro, Plin.-jn.: donner son attention à un livre.    - quocumque intenderat, res adversae erant, Sall. J. 74: partout où il dirigeait ses pensées, le destin lui était contraire.    - animum cogo sibi intentum esse, Sen.: j'oblige mon esprit à être attentif à lui-même.    - quod intenderat, Sall.: ce qu'il avait projeté.    - haud segniter intendit, Tac. An. 11: elle prit une résolution hardie.    - intendere ad nuptias, Just.: songer au mariage.    - totus in se intendit, Sen.: il est absorbé dans sa propre contemplation.    - intentus in aliquem: portant son attention sur qqn.    - intendere eodem: viser au même but.    - intendere ut... Cic.: viser à...    - intendere se ad firmitatem, Cic.: travailler à se fortifier.    - intendere se adversarium in..., Cic.: se porter l'adversaire de...    - intendere aliquem ad custodiae curam, Liv.: inciter qqn à se tenir sur ses gardes.    - intendere (animo) aliquid: se proposer qqch. [st1]6 [-] donner de l'intensité, augmenter, renforcer, grandir, hausser, forcer (son, voix).    - intendentibus se tenebris, Liv.: alors que l'obscurité croissait.    - intendere vocem, Virg.: déployer sa voix, grossir sa voix.    - intendere pretia, Tac.: faire monter les prix.    - intendere formidinem, Tac.: accroître l'effroi.    - intendere luxum principis, Tac.: ranimer les plaisirs du prince.    - intendere odium, Tac.: redoubler de haine.    - intendere leges, Plin.-jn.: faire une application rigoureuse des lois. [st1]7 [-] affirmer, prétendre énergiquement.    - intendit se oportere facere: il prétendit qu’il devait faire.    - hanc se intendit esse, Ter.: elle soutient qu'elle est cette personne.    - voir intentus
    * * *
    intendo, ĕre, intendi, intentum (intensum) - tr. - [st1]1 [-] tendre, bander, raidir; étendre, allonger.    - tendere balistam in aliquem, Plaut. Bacch.: armer la baliste contre qqn.    - arcum intendere: tendre un arc.    - nox visa intendi, Liv. 7, 28: on vit la nuit s'étendre.    - vespera intendente (s.-ent. se), Amm.: sur le soir.    - intendere stupea vincula collo, Virg. En. 2: mettre une corde de chanvre au cou.    - cutem intendere, Plin.: distendre la peau.    - primam syllabam intendere, Gell.: allonger la première syllabe.    - vela secundi intendunt Zephyri, Virg. En. 5: des Zéphyrs favorables gonflent les voiles. [st1]2 [-] tendre sur, appliquer, tapisser, couvrir, orner.    - intendere sertis, Virg.: tapisser de guirlandes. [st1]3 [-] tendre vers, diriger contre, lancer; diriger des menaces contre, menacer.    - aciem in omnes partes intendere, Cic.: porter ses regards de tous côtés.    - intendere pugnam parem in omnes pares, Liv.: engager le combat sur tous les points à la fois.    - telum in aliquem intendere: diriger une arme contre qqn.    - litem alicui intendere: intenter un procès à qqn.    - intendere bellum, Liv.: porter la guerre.    - intendere probra, Tac.: adresser des injures.    - intendere minas, Tac.: faire des menaces.    - periculum quod in omnem intenditur, Cic.: le péril qui menace tout le monde.    - nobilitas, nec ii modo in quos crimen intendebatur sed universi, Liv. 9: tous les nobles, et pas seulement ceux qui étaient poursuivis comme criminels. [st1]4 [-] diriger (ses pas), se diriger.    - quo intendam? Ter.: où (dois-je) aller?    - intendere iter aliquo, Liv.: se diriger quelque part.    - intendere coeptum iter, Liv.: poursuivre sa marche. [st1]5 [-] tendre (l'esprit ou les sens), rendre attentif, être attentif, s'appliquer, songer à, se proposer de, viser à.    - intendi animo in..., Liv.: être attentif à...    - intendere animum ad...: appliquer son attention à.    - ministros temptare arduum videbatur mulieris usu sceleris intentae adversus insidias, Tac. An. 14, 3: il paraissait difficile de corrompre les serviteurs d'une femme [ rendue attentive aux trahisons] = qui se méfiait des trahisons [en raison de son habitude du crime] = car elle était habituée aux crimes.    - intendere aures ad... Ov.: tendre l'oreille à...    - intendere animum ad aliquid, Cic (in aliquid, Sall.; alicui rei, Hor.): appliquer son esprit à qqch.    - intendere vim rei, Quint.: concentrer ses efforts sur une chose.    - intendere libro, Plin.-jn.: donner son attention à un livre.    - quocumque intenderat, res adversae erant, Sall. J. 74: partout où il dirigeait ses pensées, le destin lui était contraire.    - animum cogo sibi intentum esse, Sen.: j'oblige mon esprit à être attentif à lui-même.    - quod intenderat, Sall.: ce qu'il avait projeté.    - haud segniter intendit, Tac. An. 11: elle prit une résolution hardie.    - intendere ad nuptias, Just.: songer au mariage.    - totus in se intendit, Sen.: il est absorbé dans sa propre contemplation.    - intentus in aliquem: portant son attention sur qqn.    - intendere eodem: viser au même but.    - intendere ut... Cic.: viser à...    - intendere se ad firmitatem, Cic.: travailler à se fortifier.    - intendere se adversarium in..., Cic.: se porter l'adversaire de...    - intendere aliquem ad custodiae curam, Liv.: inciter qqn à se tenir sur ses gardes.    - intendere (animo) aliquid: se proposer qqch. [st1]6 [-] donner de l'intensité, augmenter, renforcer, grandir, hausser, forcer (son, voix).    - intendentibus se tenebris, Liv.: alors que l'obscurité croissait.    - intendere vocem, Virg.: déployer sa voix, grossir sa voix.    - intendere pretia, Tac.: faire monter les prix.    - intendere formidinem, Tac.: accroître l'effroi.    - intendere luxum principis, Tac.: ranimer les plaisirs du prince.    - intendere odium, Tac.: redoubler de haine.    - intendere leges, Plin.-jn.: faire une application rigoureuse des lois. [st1]7 [-] affirmer, prétendre énergiquement.    - intendit se oportere facere: il prétendit qu’il devait faire.    - hanc se intendit esse, Ter.: elle soutient qu'elle est cette personne.    - voir intentus
    * * *
        Intendo, intendis, intendi, intentum et intensum, intendere. Cic. Tendre.
    \
        Intendere arcum, cui contrarium est Remittere. Pli. Bander.
    \
        Pergin'sceleste intendere? Plaut. Continuer, Perseverer, Poursuyvre.
    \
        Intendere alicui rei. Plin. iunior. Entendre à quelque chose, et y prendre garde.
    \
        Quae conuenire intendentibus vt Oratores fiant, existimo. Quintil. Qui s'efforcent et taschent d'estre Orateurs.
    \
        Prima parte orationis hoc intendit, vt actionem, etc. Quint. Il pretend à cela, Il tend à cela.
    \
        Intendi acies longius non potest. Cic. La veue ne se peult pas estendre plus loing.
    \
        Aciem acrem in omnes partes intendere. Cic. Regarder attentivement de toutes parts.
    \
        Actionem. Quintil. Intenter une action contre aucun, Dresser et encommencer aucune poursuite contre aucun, Poursuyvre aucun en justice, Intenter un proces.
    \
        Animum intendere, cui contrarium est Relaxare. Plin. iun. Esveiller son esprit et le rendre attentif à faire quelque chose.
    \
        Ad illa mihi pro se quisque acriter intendat animum, quae vita, qui mores fuerint. Liu. Prenne garde ou applique son esprit à regarder et considerer quelle, etc.
    \
        Quo animum intendat, facile perspicio. Cic. A quoy c'est qu'il pretend.
    \
        Animum in regnum intendere. Sallust. Tascher d'obtenir le royaume.
    \
        Animum alicui rei. Horat. Appliquer son esprit à quelque chose.
    \
        Si, quod animo intenderat, perficere potuisset. Cic. Ce qu'il avoit proposé et intention de faire, Ce à quoy il tendoit.
    \
        Intendi animo in rem aliquam. Liu. Estre ententif.
    \
        Ardorem exercitus. Tacit. Augmenter.
    \
        Bellum in aliquem intendere. Liuius. Tourner la guerre contre luy.
    \
        Ad id vnum omnes cogitationes intendit. Liuius. Il tourne toutes ses pensees à cela seul.
    \
        Repudio consilium quod primum intenderam. Terent. Que j'avoye pensé de prendre premierement et de suyvre, ou Auquel je tendoye.
    \
        Crimen in aliquem. Liu. Le blasmer.
    \
        Cupiditates. Tacit. Augmenter.
    \
        Curam alicui rei. Plin. Avoir soing de quelque chose.
    \
        Totam curam in belli apparatum intendit. Liu. Il met toute sa cure, tout son soing et solicitude à, etc.
    \
        Fruditionem suam. Plin. iunior. Desployer son scavoir.
    \
        Fallaciam in aliquem. Terent. Faire quelque finesse et tromperie.
    \
        Falsum. Cic. Mettre en faict, ou en avant une chose faulse.
    \
        Formidinem. Tacit. Accroistre, Augmenter.
    \
        Formulam iniuriarum alicui intendere. Sueton. Le mettre en proces en cas d'injure, Intenter proces en matiere d'injure.
    \
        Fugam longiorem intendere. Liu. S'enfuir plus loing.
    \
        Gloriam. Tacit. Augmenter, Accroistre.
    \
        Intendunt in ea quae perspicua sunt. Cic. Entendent et s'amusent à choses cleres.
    \
        Os in hostem intendit. Tacit. Il tourna son visage contre, etc.
    \
        Incerti quam in partem intenderent iter. Liu. Ne scachants où ils alloyent.
    \
        Iter coeptum in Italiam intendere. Liu. Poursuyvre son chemin en Italie.
    \
        Iter ad Praetorem. Liu. S'en aller au Preteur.
    \
        Laborem et studium intendere: cui contrarium est Releuare. Plin. iun. Accroistre et augmenter.
    \
        Laborem suum in aliquid. Quintil. Appliquer, Employer.
    \
        Litem alicui. Cic. Intenter un proces contre aucun, Le mettre en proces.
    \
        Lusus principis intendere. Tacit. Augmenter.
    \
        Manus. Ouid. Tendre les mains.
    \
        Metum. Tacit. Faire paour.
    \
        Neruos intendere et Remittere, contraria. Plin. Estendre.
    \
        Oculos. Plin. iun. Regarder attentivement sans cligner les yeulx, Ficher ses yeux droict à quelque chose.
    \
        Officia. Sallust. S'efforcer de faire son debvoir.
    \
        Periculum. Cic. Menacer de faire desplaisir.
    \
        Se ad firmitatem intendere. Cic. Se roidir.
    \
        Se aduersarium in aliquem intendere. Caelius ad Ciceronem. Se declarer son ennemi.
    \
        Se bona fide in multa simul intendere animus totum potest. Quintil. S'estendre et appliquer.
    \
        Hanc se intendit esse, vt est audacia. Terent. Elle feinct d'estre ceste ci de quoy nous parlons.
    \
        Vela. Virgil. Estendre les voiles au vent.
    \
        Quo nunc primum intendam? Terent. De quel costé iray je?
    \
        Intendit petere Apuliam. Liu. Il s'en va en Apulie, Il dresse son chemin vers Apulie.
    \
        Intendere. Cels. Augmenter, Accroistre.
    \
        Intendere vincula collo. Virgil. Lier par le col.
    \
        Intendere locum sertis. Virg. Mettre des bouquets par la voye, Poursemer un lieu de bouquets.

    Dictionarium latinogallicum > intendo

  • 38 string

    string [strɪŋ] (pt & pp strung [strʌŋ])
    1 noun
    (a) (gen → for parcel) ficelle f; (→ on apron, pyjamas) cordon m; (→ for puppet) ficelle f, fil m;
    ∎ a piece of string un bout ou un morceau de ficelle;
    ∎ familiar to have sb on a string mener qn par le bout du nez;
    ∎ to keep sb on a string (in uncertainty) laisser qn dans l'incertitude; (keep control over) tenir qn en laisse;
    ∎ he pulls the strings c'est lui qui tire les ficelles;
    ∎ familiar to pull strings for sb (obtain favours) user de son influence ou faire jouer ses relations pour aider qn□ ; (get job, promotion) pistonner qn;
    ∎ she needs somebody to pull a few strings for her elle a besoin d'être pistonnée ou d'un coup de piston;
    ∎ somebody pulled strings to get him the job il a eu le poste par piston;
    ∎ familiar no strings attached sans condition ou conditions□ ;
    ∎ there are no strings attached cela n'engage à rien
    (b) (for bow, tennis racket, musical instrument) corde f;
    ∎ Music the strings les cordes;
    ∎ to have more than one/a second string to one's bow avoir plus d'une/une seconde corde à son arc
    (c) (row, chain → of pearls) rang m, collier m; (→ of onions, sausages) chapelet m; (→ of visitors, cars) file f;
    ∎ string of beads collier m; Religion chapelet m;
    ∎ a string of islands un chapelet d'îles;
    ∎ a string of fairy lights une guirlande (électrique);
    ∎ she owns a string of shops elle est propriétaire d'une chaîne de magasins;
    ∎ a string of race horses une écurie de course
    (d) (series → of successes, defeats) série f; (→ of lies, insults) kyrielle f, chapelet m;
    ∎ he has a whole string of letters after his name il a toute une kyrielle de diplômes
    (e) Computing & Linguistics chaîne f; Mathematics séquence f
    (f) Botany fil m
    (a) Music (band, instrument, orchestra) à cordes
    (b) (made of string) de ou en ficelle
    (a) (guitar, violin) monter, mettre des cordes à; (racket) corder; (bow) mettre une corde à
    (b) (beads, pearls) enfiler
    (c) (hang) suspendre; (stretch) tendre;
    ∎ Christmas lights had been strung across the street des décorations de Noël avaient été suspendues en travers de la rue;
    ∎ he strung the chain across the gateway il a tendu ou attaché la chaîne en travers de l'entrée
    (d) Cookery (beans) enlever les fils de
    ►► string bag filet m à provisions;
    string band orchestre m à cordes;
    string bass contrebasse f;
    (a) (vegetable) haricot m vert
    (b) American familiar (person) grande perche f, asperge f;
    American Cookery string cheese = sorte de mozzarelle vendue en bâtonnets;
    string orchestra orchestre m à cordes;
    string player musicien(enne) m,f qui joue d'un instrument à cordes;
    string quartet quatuor m à cordes;
    string section les cordes fpl;
    string tie = cordon noué autour du cou et orné d'une boucle;
    Computing string variable variable f alphanumérique;
    string vest tricot m de corps à grosses mailles
    (a) (tag along) suivre (les autres)□ ;
    ∎ do you mind if I string along? est-ce que ça vous gêne si je viens avec vous ou si je vous accompagne?□
    ∎ to string along with sb se ranger à l'avis de qn□ ;
    ∎ he always strings along with everybody else il est toujours d'accord avec tout le monde□
    (person) faire marcher
    (a) (washing, lamps) suspendre (sur une corde);
    ∎ lights were strung out along the runway des lumières s'échelonnaient le long de la piste;
    ∎ armed guards were strung out along the route des gardes armés avaient été postés tout le long du parcours
    ∎ to string sth out faire durer qch;
    ∎ the TV series was strung out over six weeks le feuilleton (de) télé a traîné pendant six semaines
    (a) (beads) enfiler; (words, sentences) enchaîner;
    ∎ he can't string two sentences together il est incapable d'aligner trois mots;
    ∎ she can barely string two words together in French c'est à peine si elle peut faire une phrase en français
    (b) (improvise → story) monter, improviser;
    ∎ we managed to string together some story about missing the last bus on a raconté qu'on avait raté le dernier bus
    (a) (lights) suspendre; (washing) étendre
    (b) familiar (hang → person) pendre□ ;
    ∎ figurative I could string her up! je lui tordrais bien le cou!

    Un panorama unique de l'anglais et du français > string

  • 39 глава

    ж 1. tête f, chef m, personne f; гола глава tête nue; плешива глава tête chauve; прен давам награда за главата на някого mettre а prix la tête de qn; отговаряте за това с главата си vous en répondez sur votre tête; глава на семейство chef (père) de famille; 2. (на добитък) tête f, pièce f (de bétail); десет глави (брави) добитък dix têtes (dix pièces) de bétail; 3. (на лук) un oignon; венец от десет глави лук chapelet (corde) de dix oignons; 4. (зеле, маруля) tête de chou, de laitue; pomme de chou; 5. (на игла, гвоздей) tête d'épingle (de clou); 6. (на бастун) pomme (d'une canne); 7. (на колона) chapiteau m (d'une colonne); 8. (на книга) chapitre m; 9. (на река) source f d'une rivière а блъскам (бия) си главата над нещо se creuser la tête; вдигам глава relever la tête; вдигам на главата си (къщата, стаята) faire un grand tapage; минава ми през главата (през ума нещо) s'aviser, se mettre en tête; l'idée me vient а l'esprit que; горе главата! courage! haut les cњurs! глави надясно (наляво) (tête) а droite (а gauche)! (за) да ми е мирна главата être а couvert, pour être plus sûr; pour plus de sûreté; дебела глава съм (упорит съм) être têtu (obstiné, opiniâtre, entêté), avoir la tête dure; avoir la tête de bois; дебела глава съм (тъп съм) avoir la tête (caboche) dure (de bois); l'esprit obtus (lourd, lent, épais); être pauvre d'esprit; bêta m, buse f; умна глава съм avoir de la tête, avoir du bon sens; дойде му до (на) главата il lui est arrivé malheur, un malheur lui survint, un malheur lui est arrivé; излизам на главата някому (с нещо) tenir tête а qn, faire face а qn; качвам се някому на главата monter sur les pieds а (de) qn; луда глава tête folle, écervelé m; jeune impétueux; casse-cou m; risque-tout m; надигам глава relever la tête, devenir indocile, rétif, ive; se révolter; върша (правя) нещо на своя глава faire qch а sa tête; en prendre la responsabilité; faire qch de sa propre initiative (de son (propre) chef, par ses propres moyens); не вдигам глава от книгата, от работата être absorbé (plongé, enfoncé) dans la lecture (dans l'étude); être accablé (débordé, submergé) de travail; sans lever la tête de son travail; от главата до петите de la tête aux pieds; des pieds а la tête; от много глава не боли abondance de biens ne nuit pas; слагам си главата в торбата se mettre la corde au coup, risquer (jouer) sa peau; risquer sa vie (sa tête), risquer gros; счупвам си главата se casser le cou; отървавам си главата (кожата) sauver sa vie; échapper а la potence; тичам през глава courir а bride abattue (а corps perdu, la tête la première); se jeter tête baissée а; se précipiter, courir ventre а terre; завъртвам някому главата tourner la tête а qn; преклонявам глава courber la tête; виното удря в главата ce vin monte а la tête; празна глава tête vide; смея се през глава rire а gorge déployée (а ventre déboutonné); разг crever de rire; rire а s'en tenir les côtes; rire а se rouler; хващам се за главата j'en suis resté bleu (baba); j'en suis resté comme deux ronds de flan (de frites); ne plus savoir que faire; être aux cent coups; ne savoir où donner de la tête.

    Български-френски речник > глава

  • 40 collum

    collum, i, n. [st2]1 [-] cou. [st2]2 [-] col, goulot (d'une bouteille). [st2]3 [-] tige (d'une fleur). [st2]4 [-] cime (d'une montagne).    - invadere alicui in collum: sauter au cou de qqn.    - colla dare, Prop.: s'avouer vaincu, se soumettre.    - Veneris vinclis subdere colla, Tib.: porter les chaînes de l'amour.
    * * *
    collum, i, n. [st2]1 [-] cou. [st2]2 [-] col, goulot (d'une bouteille). [st2]3 [-] tige (d'une fleur). [st2]4 [-] cime (d'une montagne).    - invadere alicui in collum: sauter au cou de qqn.    - colla dare, Prop.: s'avouer vaincu, se soumettre.    - Veneris vinclis subdere colla, Tib.: porter les chaînes de l'amour.
    * * *
        Collum, huius colli. Cic. Le col.
    \
        Aureolum collum. Varro. De la couleur d'or.
    \
        Crinita. Stat. Col de cheval ayant crins.
    \
        Eburnea. Ouid. Blans comme yvoire.
    \
        Lactea colla. Silius. Blans comme laict.
    \
        Languido collo trahere vomerem. Horat. Quand les beufz sont lassez de labourer.
    \
        Niueum collum. Virgil. Blanc comme neige.
    \
        Iugum famulare subit nobili collo. Senec. Quand un noble homme est mis en servitude.
    \
        Adducere colla lacertis. Ouid. Attirer à soy.
    \
        Angere colla alicuius. Stat. L'estrangler.
    \
        Cingere colla lacertis. Ouid. Accoller.
    \
        Complecti colla lacertis. Ouid. Accoller.
    \
        Dare colla triumpho alicuius Imperatoris. Propert. Estre vaincu en guerre.
    \
        Eripere colla iugo. Horat. Mettre en liberté, Oster de servitude.
    \
        Fouere colla. Virgil. Soustenir.
    \
        Iactare colla. Ouid. Agiter, et demener le col, Tourner le col ca et là.
    \
        Implicare colla laqueis. Ouid. Mettre la corde au col.
    \
        Infixa collo mariti. Ouid. Accollant son mari tresestroictement.
    \
        Iniicere collo brachia. Ouid. Accoller.
    \
        Iniectae collo iacent comae. Ouid. Cheveulx espars ou estendus sur le col. \ Innectere colla lacertis. Ouid. Accoller.
    \
        Inserere collum in laqueum. Cic. Mettre le col dedens, etc.
    \
        Intendere vincula stupea collo. Virgil. Lier des cordes au col.
    \
        Collum obstrictum, seu collum obtortum, verbum est iuris. Plaut. Collum obstringe. Pren le par le collet et le meine en justice.
    \
        Amplexu collum petere. Quintil. Accoller.
    \
        Plausa colla. Ouid. Maniez et attouchez doulcement.
    \
        In collum praebere. Cic. Bailler argent pour acheter des bagues à pendre au col.
    \
        Collo Herculeo polus sedit. Seneca. Hercules a porté le ciel sur son col.
    \
        Subdere colla iugo. Stat. Soubmettre le col au joug, Se assubjectir.
    \
        Subdere colla vinculis Veneris. Tibul. Se laisser assubjectir à paillardise.
    \
        Summittere colla. Senec. Tendre ou presenter le col pour recevoir le coup.
    \
        Timent boues aratrum collo. Virgil. Craignent que leur col ne soit contrainct de tirer la charrue.
    \
        Colla, abusiue de montibus. Stat. L'espace qui est entre le sommet de la montaigne et le milieu.

    Dictionarium latinogallicum > collum

Страницы

См. также в других словарях:

  • corde — [ kɔrd ] n. f. • v. 1135; corda Xe; lat. chorda, gr. khordê « boyau » I ♦ A ♦ (Sens génér.) 1 ♦ Lien formé par un assemblage de fils tordus ou tressés, relativement serrés et assez résistants (contrairement à la ficelle). ⇒ cordage, cordon. Corde …   Encyclopédie Universelle

  • cordé — corde [ kɔrd ] n. f. • v. 1135; corda Xe; lat. chorda, gr. khordê « boyau » I ♦ A ♦ (Sens génér.) 1 ♦ Lien formé par un assemblage de fils tordus ou tressés, relativement serrés et assez résistants (contrairement à la ficelle). ⇒ …   Encyclopédie Universelle

  • cou — [ ku ] n. m. • col XIe; lat. collum 1 ♦ Partie du corps (de certains vertébrés) qui unit la tête au tronc. ⇒vx col. Le cou de la girafe. Prendre un chat par la peau du cou. « Le héron au long bec emmanché d un long cou » (La Fontaine). ♢… …   Encyclopédie Universelle

  • corde — CORDE. s. f. Tortis fait ordinairement de chanvre, et quelquefois de coton, de laine, de soie, d écorce d arbres, de poil, de crin, de jonc, et d autres matières pliantes et flexibles. Grosse corde. Petite corde. Corde menue. Corde déliée. Longue …   Dictionnaire de l'Académie Française 1798

  • cou — ou col (kou ou COL) s. m. 1°   La partie du corps qui unit la tête au tronc. •   Le héron au long bec emmanché d un long cou, LA FONT. Fabl. VII, 4. •   Voyez un peu ce cou d ivoire s arrondir sur ces belles épaules, MARMONT. Contes moraux,… …   Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré

  • mettre — [ mɛtr ] v. tr. <conjug. : 56> • Xe; lat. mittere « envoyer » et « mettre » en lat. pop I ♦ A ♦ Faire changer de lieu. 1 ♦ Faire passer (une chose) dans un lieu, dans un endroit, à une place (où elle n était pas). ⇒ 1. placer; …   Encyclopédie Universelle

  • CORDE — s. f. Tortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d écorce d arbres, de poil, de crin, de jonc, et d autres matières pliantes et flexibles. Grosse corde. Petite corde. Corde menue. Corde déliée. Longue corde.… …   Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)

  • CORDE — n. f. Tortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles. Corde à trois cordons. Filer, tordre une corde. Attacher, serrer avec… …   Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)

  • corde — (kor d ) s. f. 1°   Terme de musique. Partie de boyau de mouton nettoyée, tendue, séchée et préparée pour être montée sur certains instruments tels que violon et guitare ; et aussi fil de métal passé par les filières qu on monte sur certains… …   Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré

  • COU — n. m. Partie du corps qui joint la tête aux épaules. Les vertèbres du cou. Porter un enfant à son cou. Appréhender quelqu’un au col. Par extension, Le cou d’un cheval, d’un chien. Le cou d’une cigogne, d’un héron. Tordre le cou à un poulet.… …   Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)

  • corde — n.f. Sur la corde raide, périlleusèment, difficilement, (au fig.). / Se mettre la corde au cou, se marier. / Sentir la corde, être suspect …   Dictionnaire du Français argotique et populaire

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
… Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»