-
1 they say
men zegt -
2 it is said that
men zegt dat- -
3 say
adv. hé, zeg, bij wijze v. spreken--------n. mening; gesproken woord; spreekrecht; woord--------v. zeggen; veronderstellen; van mening zijnsay1[ see] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:he has the say about that matter • hij heeft het voor het zeggen in die zaak2 have/say one's say • zijn zegje zeggen/doen————————say21 zeggen ⇒ praten, vertellen♦voorbeelden:〈Brits-Engels; informeel〉 I say! • hé (zeg), zeg; je meent het!so to say • bij wijze van sprekenit's not for me to say • daar kan ik niet over beslissen/me niet over uitlatenI'd rather not say • ik laat me er liever niet over uita man, they say, of bad reputation • een man, (zo) zegt men, met een slechte reputatie〈 informeel〉 you don't say (so) • 't is niet waar!, ongelofelijk!→ dare dare/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)zeggen ⇒ uiten, (uit)spreken2 zeggen ⇒ vermelden, verkondigen3 zeggen ⇒ aanvoeren, te kennen geven4 zeggen ⇒ aannemen, veronderstellen5 aangeven ⇒ tonen, zeggen♦voorbeelden:1 say grace/one's prayers • dank zeggen, biddensay one's lesson • zijn les opzeggenI dare say that • het zou zelfs heel goed kunnen datsay no more! • geen woord meer!; praat er mij niet van!; dat zegt al genoeg!to say nothing of • om nog maar te zwijgen oversay to oneself • bij zichzelf denkenI've something to say to you • ik moet je iets vertellen〈 vaak schertsend〉 as they say • zoals men zegt/dat noemt, zoals dat heetwho shall I say, sir? • wie kan ik zeggen dat er is, meneer?that is to say • met andere woorden, dat wil zeggen, tenminsteto say the least • op zijn zachtst uitgedruktshe is said to be very rich • men zegt dat ze heel rijk is, ze zou heel rijk zijnit is said/they say • men zegt/ze zeggenit says on the bottle • op de fles staatit says here that • hier staat dat3 what have you to say for yourself? • wat heb je ter verdediging aan te voeren?let's do it together, what do you say? • laten we het samen doen, wat zou je daarvan zeggen/vinden?what do you say to this? • wat zou je hiervan vinden/zeggen?4 let's say, shall we say • laten we zeggen/aannemensay it were true • aangenomen/stel dat het waar issay seven a.m. • laten we zeggen/pakweg zeven uur ('s ochtends)5 what time does your watch say? • hoe laat is het op jouw horloge?¶ when all is said and done • alles bij elkaar genomen, al met alno sooner said than done • zo gezegd, zo gedaanit goes without saying • het spreekt vanzelf〈 informeel〉 I'll say, you can say that again, 〈 Amerikaans-Engels〉you said it • zeg dat wel, daar zeg je zo iets, en of!say when • zeg het als 't genoeg is -
4 говорят
formgener. de roep gaat, men zegt, ze men zegt -
5 as they say
-
6 reportedly
-
7 reputedly
-
8 wie
wie1〈 bijwoord〉1 hoe, wat♦voorbeelden:1 wie dumm! • wat dom!wie viel? • hoeveel?wie bitte? • wat zegt u?ein guter Vorschlag, wie? • een goed voorstel, of niet?wie wäre es, wenn …? • wat zou je ervan zeggen als …?————————wie2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:1 Frauen wie Männer • zowel vrouwen als mannen, vrouwen en, evenals mannenwie man sagt • naar men zegt, naar verluidt〈 informeel〉 einer wie der andere • allemaal samen, de een net zo goed als de anderes ist einer wie der andere • ze zijn allemaal precies eender, hetzelfdeso gut wie möglich • zo goed (als) mogelijkwie wenn • alsof -
9 people
n. "People", wijdverspreid Amerikaans magazine dat informatie over bekende mensen publiceertpeople1[ pie:pl]1 volk ⇒ gemeenschap, ras, stam♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud〉1 mensen ⇒ personen, volk, lui2 de mensen ⇒ ze, men♦voorbeelden:2 what will people say? • wat zullen de mensen/ze wel zeggen?people say … • men zegt …¶ go to the people • een referendum houden, naar de kiezers gaan→ beautiful beautiful/————————people2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:a thickly peopled town • een dichtbevolkte stad -
10 heißen
heißen1♦voorbeelden:2 mein Motto heißt … • mijn motto luidt …3 das heißt • dat wil zeggen, d.w.z.das will schon etwas heißen • dat wil wel wat zeggenwas heißt das?, was soll das heißen? • wat moet dat betekenen?♦voorbeelden:2 wer hat dich kommen heißen, geheißen? • wie heeft jou bevolen te komen?♦voorbeelden:————————heißen2 -
11 man
man12 je♦voorbeelden:1 man sagt, dass … • men zegt, dat …¶ hat man sich gut erholt? • bent u goed hersteld?————————man2〈 tussenwerpsel〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:1 na, denn man los! • nou, vooruit dan maar! -
12 как говорят
part.gener. naar (het) verluidt, naar ik hoor, naar men zegt, zoals dat heet -
13 it is said/they say
it is said/they saymen zegt/ze zeggen -
14 people say …
people say …men zegt … -
15 she is said to be very rich
men zegt dat ze heel rijk is, ze zou heel rijk zijn -
16 Abyssinian
adj. Abessijns--------n. Abessijn, inwoner of burger van Abessinië (vroegere Ethipië); lid van de Abessijnse Kerk (Ethiopische Kerk); Abessijn, natuurlijk ras van de huiskat waarvan men zegt dat hij afstamt van één Egyptische kitten genaamd Zula die meegenomen was door een Britse zeeman uit Alexandrië en naar Engeland werd gebracht. -
17 according to rumors
volgens de geruchten, men zegt dat -
18 wood spirit
houtgeest, methanol, houtalcohol; bovennatuurlijk wezen zonder lichaam of vorm die naar men zegt in het bos leeft -
19 donner
donner [donnee]2 schijnen3 vallen ⇒ geraken, vervallen♦voorbeelden:la publicité donne à plein • de reclame loopt op volle toerenil me donne sur les nerfs • hij werkt op mijn zenuwendonner dans l'oeil à qn. • iemand verblinden, bekorendonner dans le ridicule • zich belachelijk makendonner dans le snobisme • zich snobistisch gedragen→ piègeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geven ⇒ verstrekken, veroorzaken♦voorbeelden:je vous en donne mille francs • ik bied u er duizend frank voordonner lecture de qc. • iets voorlezendonner sa maladie à qn. • iemand met zijn ziekte besmettendonner une pièce de théâtre • een toneelstuk brengendonner qc. par testament • iets vermakenen donner à qn. pour son argent • iemand de volle maat gevendonner à entendre • te verstaan gevendonner qc. contre, pour qc. • iets ruilen voor iets andersje vous le donne en dix, cent, mille • ik geef het u te radenje vous le donne pour ce que ça vaut • als ik lieg, dan lieg ik in commissiecela n'a pas donné grand-chose • dat heeft niet veel opgeleverdce pays a donné maints grands hommes • dit land heeft veel grote mannen voortgebrachtcette terre donne beaucoup • deze aarde is vruchtbaar3 quel âge me donnez-vous? • hoe oud schat u mij?donner du directeur à qn. • iemand met directeur aansprekenon lui donne une grande fortune • men zegt dat hij zeer rijk is2 zich, elkaar geven♦voorbeelden:se donner un roi • een koning kiezense donner du bon temps • zich amuseren, het ervan nemens'en donner • zich goed vermaken1. v1) geven2) veroorzaken3) produceren4) toekennen5) verklikken6) stoten, slaan7) schijnen8) vallen9) uitzien (op)2. se donnerv2) zich/elkaar geven -
20 moquer
moquer [mokkee]♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Нидерландский язык — Самоназвание: Nederlands Страны: Нидерланды, Бельгия … Википедия
Нид. — Нидерландский Самоназвание: Nederlands Страны: Нидерланды, Бельгия, Суринам, Нидерландские Антильские острова, Аруба Официальный статус … Википедия
Нидерландский — Самоназвание: Nederlands Страны: Нидерланды, Бельгия, Суринам, Нидерландские Антильские острова, Аруба Официальный статус … Википедия
Dutch name — See also: List of Dutch family names and List of most common surnames Netherlands. Dutch names consist of one or more given names and a surname. The given name, as in English, is usually gender specific. Contents 1 Dutch given names 1.1 Dutch… … Wikipedia
Maurik — Maurik, Justus van, niederländ. Humorist und Lustspieldichter, geb. 16. Aug. 1846 in Amsterdam, war Fabrikbesitzer daselbst und starb 19. Nov. 1904. Zu seinen gelungensten Lustspielen gehören: »Een bittere pil« (»Emanzipation«, 1874), »Janus… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Maurik — Maurik, Justus van, niederländ. Schriftsteller, geb. 16. Aug. 1846 in Amsterdam, Tabakhändler das., gest. 18. Nov. 1904; behandelte das Volksleben in Dramen (»Tooneelstudiën«, 1872; »De Buren«, 1875; »Men zegt«, 1885, etc.) und Novellen (»Uit het … Kleines Konversations-Lexikon
Bleicherhund — Nur von Bleicherhunden sagt man: es sind Bestien. Von brutalen Menschen. Holl.: Men zegt van bleekers honden maar dat zijn beesten. (Harrebomée, I, 60.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Neffe — 1. Der Neffe liebt, so lange der Onkel gibt. Holl.: Het is neef, neef, zoo lang als ik geef. – Kunt gij niet meer geven, weg zijn de neven. (Harrebomée, II, 118b.) 2. Es ist nicht jeder mein Neffe, der mich Onkel heisst. Holl.: Men zegt nog neef … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Sagen — 1. As (wenn) man sugt (sagt) gestorben, glaüb. (Jüd. deutsch. Brody.) 2. As man sugt Meschige (verrückt), glaübe. (Jüd. deutsch. Brody.) 3. Auf das Sagen folgt Weinen oder Behagen. Es kommt sehr viel darauf an, wie man es darstellt; es kann eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tag — 1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs hîsch. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 368. 2. All Dag is ken Joarmarkt. (Strelitz.) 3. All Dage is kîn Sonndag (kîn Karkmess, sün kîn Fangeldage). (Oldenburg.) 4. All Doag wat Nîgs … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
2007–2008 Belgian government formation — The 2007–2008 Belgian government formation followed the general election of 10 June, 2007, and consisted of a period of negotiation in which the Flemish parties Open VLD, Christian Democratic and Flemish (CD V) and New Flemish Alliance (N VA),… … Wikipedia