-
1 baron
baron [baarõ],baronne [baaron]〈m., v.〉1 baron, barones ⇒ vrijheer♦voorbeelden:les barons du Gaullisme • de voornaamste gaullistische persoonlijkhedenles barons de l'industrie • de industriemagnaten1. m (f - baronne)baron/barones2. = baronne; baronmmagnaat, baron -
2 magnat
-
3 roi
roi [rwaa]〈m.〉1 koning ⇒ vorst, heer♦voorbeelden:roi de coeur • hartenkoningFête des Rois • Driekoningenêtre heureux comme un roi • de koning te rijk zijnle Roi Très-Chrétien • de koning van Frankrijktravailler pour le roi de Prusse • voor niets, zonder beloning werkenles Rois (mages) • de drie Koningen, de drie Wijzenmkoning, vorst -
4 financier
financier [fienãsjee],financière [fienãsjer]♦voorbeelden:un financier • financier, geldman, -magnaat -
5 potentat
-
6 un financier
un financierfinancier, geldman, -magnaat
См. также в других словарях:
Magnat — Sm mächtige, einflußreiche Person per. Wortschatz fremd. Erkennbar fremd (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus ml. magnas ( atis), zu l. māgnus (māior, māximus) groß, bedeutend . Ebenso nndl. magnaat, ne. magnate, nfrz. magnat, nschw. magnat,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache