-
1 remit sins
kwijtschelden van zonden -
2 absolve
-
3 forgive
v. vergeven; kwijtschelden♦voorbeelden: -
4 remit
v. verzachten, verminderen, temperen; kwijtschelden; overmaken, verwijzen; terugzenden; uitstellen; afnemen, verminderen1 afnemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 〈 benaming voor〉 doen afnemen ⇒ verminderen, laten verslappen 〈 aandacht〉; ophouden met, opheffen 〈 beleg〉; verzachten, verlichten 〈 pijn〉4 terugzenden ⇒ zenden, sturen♦voorbeelden: -
5 pardon
n. pardon; vergiffenis; gratie--------v. vergeven; gratie verlenen; vergiffenis schenkenpardon, wat zei u?————————pardon1[ pa:dn] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:general pardon • amnestiepardon • pardon, wat zei u?————————pardon2〈 werkwoord〉1 vergeven ⇒ genade/vergiffenis schenken, een straf kwijtschelden♦voorbeelden: -
6 give absolution
vergiffenis schenken,kwijtschelden
См. также в других словарях:
Borgen — 1. Borg das halb, so wirst nit betrogen. Lat.: Summa cape, et medium habebis. (Sutor, 33.) 2. Borg vil, vnd lass dich nichts dawren, lauff aus der Statt vnd guck vber die mawren. – Henisch, 455. 3. Borge welt bezahlt sîn. (Aachen.) – Firmenich, I … Deutsches Sprichwörter-Lexikon