-
1 langue
langue [lãg]〈v.〉1 tong2 taal♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 langue de bois • wollig taalgebruik, stereotiepe propagandataallangue de terre • landtonglangue de vipère, de serpent • kwaadspreker, -spreeksteravoir la langue épaisse • een beslagen tong hebbenavoir la langue liée à qn. • iemand dwingen ergens over te zwijgenavoir la langue trop longue • een lange tong hebbenmauvaise langue • kwaadspreker, -spreeksteravoir la langue bien pendue • goed van de tongriem gesneden zijntu a avalé ta langue? • heb je je tong verloren?lier la langue à qn. • iemand dwingen ergens over te zwijgense mordre la langue • zich op de tong bijten 〈 van spijt〉; het nog net binnenhouden 〈 wat men wilde zeggen〉tenir, garder sa langue • z'n mond houdenne pas savoir tenir sa langue • z'n mond niet kunnen houdentirer la langue à qn. • de tong tegen iemand uitsteken〈 figuurlijk〉 tirer la langue • dorst hebben; zich moeite geven; behoeftig zijn〈 spreekwoord〉 il faut tourner sa langue sept fois dans sa bouche avant de parler • men moet eerst denken, dan pas sprekenne pas avoir sa langue dans sa poche • niet op z'n mondje gevallen zijn→ couplangue mère • stamtaalun professeur de langues • een leraar vreemde talenlangue écrite, parlée • schrijf-, spreektaallangue véhiculaire • voertaallangue verte • argotlangue vulgaire • volkstaalf1) tong2) taal -
2 calomniateur
calomniateur [kaalomnjaatur],calomniatrice [kaalomnjaatries]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden: -
3 clabaudeur
clabaudeur [klaaboodur],clabaudeuse [klaaboodeuz]〈m., v.〉1 kijver, kijfster ⇒ schreeuwer2 roddelaar(ster) ⇒ kwaadspreker, lastertong -
4 langue de vipère, de serpent
langue de vipère, de serpentkwaadspreker, -spreeksterDictionnaire français-néerlandais > langue de vipère, de serpent
-
5 mauvaise langue
mauvaise languekwaadspreker, -spreekster
См. также в других словарях:
kwaadspreker — konkruman … Woordenlijst Sranan