-
1 klokje
♦voorbeelden: -
2 klokje
-
3 klokje
-
4 klokje
het [geslacht Campanula]Glockenblume f -
5 klokje
n. bluebell, plant with blue bell-shaped flowers -
6 klokje
clochette, sonnette -
7 het klokje van gehoorzaamheid
het klokje van gehoorzaamheid -
8 zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergensDeens-Russisch woordenboek > zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
-
9 de auto is het klokje rond
de auto is het klokje rondVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de auto is het klokje rond
-
10 het klokje rond slapen
het klokje rond slapenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het klokje rond slapen
-
11 het klokje van gehoorzaamheid
het klokje van gehoorzaamheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het klokje van gehoorzaamheid
-
12 колокольчик
klokje, belletje ; grasklokje, klokjesbloem -
13 campanula
-
14 clochette
-
15 in iets (goed) thuis zijn
in iets (goed) thuis zijns'y connaître en qc. -
16 thuis
thuis1〈 het〉♦voorbeelden:mijn thuis • mon chez-moibericht van thuis krijgen • recevoir des nouvelles de chez soivan thuis weggaan • quitter le logis familial————————thuis2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 vanmiddag ben ik thuis • cet après-midi, je suis chez moivoor jou ben ik altijd thuis • pour toi, je suis toujours làdoe maar of je thuis bent • fais comme chez toizich ergens niet thuis voelen • ne pas se sentir à l'aise qp.hij woont nog thuis • il habite encore chez ses parents〈 figuurlijk〉 ergens thuis zijn • se sentir à l'aise qp.wel thuis • bon retour〈 figuurlijk〉 in iets (goed) thuis zijn • s'y connaître en qc. -
17 колокольчик
n1) gener. klokje, schel, rinkelbel2) botan. klok, klokbloem -
18 часы
n1) gener. horloge (наручные), klok (стенные, настольные, башенные), uurwerk2) colloq. klokje, tikkertje -
19 bell-flower
-
20 clock
n. klok--------v. een tijd zetten; opnemen van de tijdclock1[ klok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:watch the clock • de tijd in de gaten houdensleep (a)round the clock • het klokje rond slapena race against the clock • een race tegen de klok→ German German/————————clock2♦voorbeelden:clock off/out • uitklokkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 de tijd opnemen van ⇒ timen, klokken♦voorbeelden:3 Peter clocked 2 hours and 10 minutes for the marathon • Peter liep de marathon in 2 uur 10 minuten
См. также в других словарях:
Hotel Restaurant ' t Klokje — (Ренессе,Нидерланды) Категория отеля: 3 звездочный отель Адрес: Rampweg 16 18 … Каталог отелей