-
1 colourless
kleurloos -
2 drab
adj. kleurloos, saai--------n. hoerdrab1[ dræb] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slons ⇒ slet, hoer————————drab2〈bijvoeglijk naamwoord; drabber; drabness〉 -
3 featureless
-
4 bloodless
adj. zonder vergieten van bloed; zonder bloed; bleek; onverschillig[ bludləs] 〈 bloodlessness〉2 bleek ⇒ kleurloos, anemisch♦voorbeelden: -
5 butadiene
n. kleurloos en ontvlambaar gas gebruikt in maken van rubber en verf (Chemie)[ bjoe:tədajjie:n] 〈 scheikunde〉 -
6 colorless
-
7 colourless
-
8 grey
adj. grijs (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilverd (veelvoorkomend in Brits schrift)--------n. grijs (kleur) (veelvoorkomend in Brits schrift)--------v. vergrijzen (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilveren (het haar)(veel voorkomend in Brits schrift)grey1♦voorbeelden:————————grey22 grijs ⇒ bewolkt, grauw4 somber ⇒ treurig, triest6 grijs ⇒ vaag, onduidelijk♦voorbeelden:1 grey cells • grijze cellen, hersenenhis face turned grey • zijn gezicht werd (as)grauwGrey Friar • franciscaangrey squirrel • grijze eekhoorn→ little little/————————grey31 grijs worden/maken ⇒ (ver)grijzen -
9 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
10 oxygen
n. zuurstof, niet-metaal; twee atomig element dat normaal kleurloos, geurloos en smakeloos is en het meest overvloedige element is en essentieel voor leven[ oksidzjən]1 zuurstof -
11 toneless
-
12 washy
adj. waterig, slap; flets; krachteloos; zwak[ wosjie] 〈 washiness〉 -
13 without light and shade
eentonig, kleurloos -
14 achromasia
n. achromasia - kleurloos, bleek -
15 achromatise
v. achromatiseren, verwijderen van kleur; achromatisch maken, kleurloos maken (ook "achromatize") -
16 achromatize
v. achromatiseren, verwijderen van kleur; achromatisch maken, kleurloos maken (ook "achromatise") -
17 butene
n. kleurloos vlambaar gas dat gemakkelijk tot vloeistof kan worden gebracht -
18 carbonic acid
koolzuur, zwak en kleurloos zuur dat alleen maar in oplossing bestaat en vervaardigd wordt door carbondioxide in water op te lossen -
19 colorlessly
adv. kleurloos, bleek; saai -
20 decolored
adj. verbleekt, verschoten; kleurloos
- 1
- 2