-
1 kern
♦voorbeelden:de kern van een verhaal • le noeud d'un récitdat bevat een kern van waarheid • il y a du vrai dans ce que vous ditesdaar zijn wij bij de kern van de zaak! • nous y voilà!de harde kern van een terroristengroep • le noyau dur d'un groupe terroristetot de kern van een zaak doordringen • entrer dans le coeur du sujet -
2 kern
-
3 kern
nucléaire -
4 daar zijn wij bij de kern van de zaak!
daar zijn wij bij de kern van de zaak!nous y voilà!Deens-Russisch woordenboek > daar zijn wij bij de kern van de zaak!
-
5 dat bevat een kern van waarheid
dat bevat een kern van waarheidDeens-Russisch woordenboek > dat bevat een kern van waarheid
-
6 de harde kern van een terroristengroep
de harde kern van een terroristengroepDeens-Russisch woordenboek > de harde kern van een terroristengroep
-
7 de harde kern
de harde kern -
8 de kern van de aarde
de kern van de aarde -
9 de kern van een verhaal
de kern van een verhaal -
10 de kern van het probleem
de kern van het probleem -
11 doorstoten tot de kern van de zaak
doorstoten tot de kern van de zaakDeens-Russisch woordenboek > doorstoten tot de kern van de zaak
-
12 een reeks problemen terugvoeren tot de kern
een reeks problemen terugvoeren tot de kernDeens-Russisch woordenboek > een reeks problemen terugvoeren tot de kern
-
13 tot de kern van de zaak doordringen
tot de kern van de zaak doordringenDeens-Russisch woordenboek > tot de kern van de zaak doordringen
-
14 tot de kern van een zaak doordringen
tot de kern van een zaak doordringenDeens-Russisch woordenboek > tot de kern van een zaak doordringen
-
15 doordringen
doordringen11 [penetreren] pénétrer2 [volkomen overtuigen] convaincre (profondément)♦voorbeelden:2 van iets doordrongen zijn • (s')être pénétré de qc.iemand van iets doordringen • convaincre qn. de qc.————————doordringen2♦voorbeelden:1 tot iets doordringen • pénétrer jusqu'à qc.het drong niet tot hem door dat hij brutaal was • il ne se rendait pas compte qu'il était insolenttot de kern van de zaak doordringen • entrer dans le vif du sujet -
16 doorstoten
doorstoten♦voorbeelden: -
17 hard
♦voorbeelden:harde cijfers • chiffres indéniablesop de harde grond slapen • coucher sur la dureeen harde klap • une bonne gifleeen harde les • une dure leçoneen hard oordeel • un jugement dureen harde strijd • un rude combat't zijn harde tijden • les temps sont dursharde trekken • traits dursharde valuta • monnaie forteeen hard vuur • un feu violenteen harde werker • un grand travailleurharde wind • vent forteen harde winter • un hiver rigoureuxeen hard groene deur • une porte vert cruzijn rust hard nodig hebben • avoir grand besoin de reposhard bellen • sonner forthet hard hebben • en voir de dureszo iets is wel hard, valt hard • ça, c'est dur (à avaler)hard praten • parler hautiemand hard straffen • punir sévèrement qn.hard werken • travailler durhard worden • (se) durcirzeg dat maar niet te hard • ne dis pas ça trop hauthet gaat er hard tegen hard • on discute, se bat avec acharnementhij is hard voor zijn vrouw • il est dur envers sa femmeom het hardst • à qui mieux mieuxzo hard als steen • dur comme (le) fer→ link=leerschool leerschoolik verlang hard naar de vakantie • j'ai très envie de vacanceshard vriezen • geler à pierre fendreom het hardst • à qui mieux mieux -
18 hart
♦voorbeelden:in hart en nieren • dans l'âmevan ganser harte • de tout coeuraan een gebroken hart lijden • avoir le coeur briséhij heeft een goed hart • il a bon coeuriemand een goed hart toedragen • vouloir du bien à qn.het Heilig Hart • le Sacré-Coeureen klein hartje hebben • avoir le coeur tendreiemand een kwaad hart toedragen • être mal disposé envers qn.hij draagt die zaak een warm hart toe • cette affaire lui tient à coeureen zwak hart hebben • avoir le coeur faibleiemands hart breken • briser le coeur de qn.mijn hart draaide om in mijn lijf • 〈 schrikken〉 mon sang n'a fait qu'un tour; 〈 walgen〉 cela me soulevait le coeurhet hart op de juiste plaats dragen, hebben • avoir le coeur bien placé〈 figuurlijk〉 zijn hart aan iets geven • s'engager avec coeur dans qc.heb het hart eens! • ose un peu!het hart op de tong hebben • avoir le coeur sur les lèvreshart voor een zaak hebben • prendre une affaire à coeurik hield mijn hart vast • je frémissais à cette penséemet kloppend hart • le coeur battanthet hart klopte hem in de keel • le coeur lui battait dans la gorgezijn hart luchten (bij iemand) • ouvrir son coeur (à qn.)je kunt je hart ophalen • vous pouvez vous en donner à coeur joiez'n hart uit z'n lijf spugen • rendre tripes et boyauxiemand een hart onder de riem steken • remonter le moral à qn.bij iemand zijn hart uitstorten • ouvrir son âme à qn.zijn hart aan iemand verloren hebben • s'être épris de qn.zijn hart aan iets verpanden • se livrer corps et âme à qc.het hart zonk hem in de schoenen • le coeur lui manquahet aan het hart hebben • souffrir du coeur〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 laat het niet aan je hart komen! • ne t'en fais pas!iemand aan het hart drukken • presser qn. contre son coeurdat gaat hem aan het hart • cela le toucheiemand na aan het hart liggen • être cher à qn.dat ligt mij het naast aan het hart • c'est ce qui me tient le plus à coeurin mijn hart • dans mon for intérieuriemand in zijn hart gesloten hebben • porter qn. dans son coeuriets met hart en ziel doen • faire qc. de tout son coeurzich met hart en ziel aan iets wijden • se donner corps et âme à qc.dat is een man naar mijn hart • c'est un homme selon mon coeur〈 figuurlijk〉 iemand op het hart trappen • blesser qn.iets op zijn hart hebben • avoir qc. sur le coeuriemand iets op het hart drukken, binden • recommander (vivement) qc. à qn.iets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • ne pouvoir se résoudre à qc.iets ter harte nemen • prendre qc. à coeurdat gaat mij zeer ter harte • cela me tient fort à coeurdat is mij uit het hart gegrepen • voilà qui est parlervan zijn hart geen moordkuil maken • dire ce qu'on a sur le coeurdat moet mij toch van het hart • je ne peux m'empêcher de le direvan harte gefeliciteerd! • félicitations!hart voor het werk hebben • avoir du coeur à l'ouvrage〈 spreekwoord〉 waar het hart vol van is, loopt de mond van over • la bouche parle de l'abondance du coeur→ link=oog oog -
19 terugvoeren
1 [algemeen] ramener (à)2 [als oorzaak iets anders aanwijzen] attribuer (à)♦voorbeelden:een reeks problemen terugvoeren tot de kern • ramener toute une série de problèmes à l'essentiel -
20 zwaartepunt
См. также в других словарях:
Kern — Kern … Deutsch Wörterbuch
Kern — bezeichnet: Kern (Familienname), Namensträger siehe dort; Atomkern; Kern (Archäologie), in der Vor und Frühgeschichte ein Feuersteinstück, von dem andere Stücke abgetrennt werden, um diese weiterzuverwenden; Kern (Jägersprache), in der… … Deutsch Wikipedia
Kern & Co. AG — Rechtsform AG Gründung 1819 Auflösung 13. Mai 1988 Sitz Schweiz Die Kern Co AG war ein schweizerischer, international tätiger Hersteller von Messinstrumenten für die Geodä … Deutsch Wikipedia
Kern — can refer to several things:* Kerning, the process of adjusting letter spacing in a proportional font * Harvest Home, a festival known in Scotland as Kern * Kern County, California, USA * Kern (soldier), a light infantry unit in Medieval Irish… … Wikipedia
Kern [2] — Kern (Zentralkern) bedeutet den Teil einer Querschnittsfläche, innerhalb dessen der Angriffspunkt einer Normalkraft P liegen muß, damit alle im Querschnitt auftretenden Spannungen dasselbe Vorzeichen haben wie die Kraft P. Es ist dies von… … Lexikon der gesamten Technik
Kern — puede hacer referencia a: Christophe Kern, ciclista francés; Jerome David Kern, compositor estadounidense; Friedrich Kern, botánico alemán; Condado de Kern, condado de California; Río Kern, río californiano. Esta página de de … Wikipedia Español
Kern — Sm std. (8. Jh.), mhd. kern(e), ahd. kern(o) Stammwort. Aus g. * kernōn m. Kern , auch in anord. kjarni. Am ehesten mit Ablaut zu Korn1, obwohl die e Stufe bei dieser Bildung auffällig ist. Ausgehend von Wörtern wie Kernspaltung wird das Wort in… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Kern — Kern: Mhd. kerne, ahd. kerno und die nord. Sippe von schwed. kärna gehen auf germ. *kernan »Kern« zurück, das im Ablaut zu dem unter 1↑ Korn dargestellten gemeingerm. Substantiv steht. Beide Bildungen gehören mit verwandten Wörtern in anderen idg … Das Herkunftswörterbuch
Kern — Kern, n. [Written also {kirn}.] [Cf. D. & G. kern kernal, E. kern to harden, kernel.] [Obs. or Prov. Eng. & Scot.] 1. Kernel; corn; grain. [Webster 1913 Suppl.] 2. The last handful or sheaf reaped at the harvest. [Webster 1913 Suppl.] 3. The… … The Collaborative International Dictionary of English
Kern — Kern, v. t. [imp. & p. p. {Kerned}; p. pr. & vb. n. {Kerning}. ] (Type Founding) To form with a kern. See 2d {Kern}. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Kern — Kern, v. i. [Cf. G. kern kernel, grain; akin to E. corn. See {Corn}, {Kernel}. ] 1. To harden, as corn in ripening. [Obs.] Carew. [1913 Webster] 2. To take the form of kernels; to granulate. [Obs.] [1913 Webster] It is observed that rain makes… … The Collaborative International Dictionary of English