-
1 kastijding
♦voorbeelden: -
2 kastijding
-
3 kastijding
-
4 kastijding
n. chastisement, castigation, punishment -
5 kastijding
-
6 kastijding
battage, battement -
7 iemand een kastijding toedienen
iemand een kastijding toedienenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een kastijding toedienen
-
8 fouet
fouet [foe.e]〈m.〉1 zweep ⇒ roede, gesel2 kastijding ⇒ tuchtiging, geseling4 scherpe kritiek ⇒ bijtende spot, sarcasme♦voorbeelden:tir de plein fouet • schot midden in het doelse heurter de plein fouet • frontaal botsen→ coupm1) zweep2) kastijding, geseling3) eierklopper4) sarcasme -
9 бичевание
ngener. geseling, geselstraf, kastijding -
10 телесное наказание
adjgener. lichaamskastijding, strafoefening, kastijding, lijfstrafRussisch-Nederlands Universal Dictionary > телесное наказание
-
11 scourge
-
12 châtiment
-
13 mortification
mortification [mortiefiekaasjõ]〈v.〉f1) vernedering, krenking2) versterving [religie] -
14 flagellation
-
15 fustigation
-
16 бичевание
ngener. geseling, geselstraf, kastijding -
17 телесное наказание
adjgener. lichaamskastijding, strafoefening, kastijding, lijfstraf -
18 Staupe
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский