-
1 insulation
isolatie -
2 isolation from others
isolatie van anderen -
3 insulating properties
isolatie-eigenschappen -
4 isolation
isolatiesperdemping -
5 insulation
n. isolatie; isolatie materiaal[ insjoeleesjn] -
6 lagging
adj. achterblijvend; bekleding(smateriaal), isolatie(materiaal); langzaam, lui--------n. vertraging, achterstand; achteraan blijven; isolatie[ læging] -
7 insulator
n. isolatie(middel), isolator[ insjoeleetə] -
8 isolation
-
9 purdah
n. gordijn (ter isolatie van mannen en vrouwen)[ pə:da:] 〈 voornamelijk Indisch-Engels〉 -
10 in isolation
in afzondering,in isolatie (afgezonderd,op zichzelf)in isolationin afzondering, op zichzelf -
11 leaky
-
12 quarantine
-
13 seclusion
n. eenzaamheid; isolatie; het afgescheiden zijn; het afgezonderd zijn; het afgesloten zijn; geïsoleerde plaats[ sikloe:zjn]1 afzondering ⇒ eenzaamheid, rust♦voorbeelden:in the seclusion of one's own room • in de beslotenheid van zijn eigen kamer -
14 insulation and sealing products
isolering en afzonderingsproducten (verschillende producten voor isolatie en afzondering van gebouwen) -
15 insulation products
isoleerproducten (producten voor isolatie van gebouwen) -
16 isolating glass
isolatieglas (glas met grote leegten voor isolatie van hitte/kou) -
17 leakance
n. lekkage van isolatie -
18 open wire
draad zonder isolatie -
19 splendid isolation
uitstekende isolatie -
20 styrofoam
n. tempex (gebruikt voor verpakking en isolatie)
- 1
- 2