-
1 snap
adj. onverwacht, snel-, bliksem-, flits- (stemming, film, etc.)--------adv. onverwacht, snel, bliksemsnel--------n. klap, hap, beet; knip (met vingers, schaar)drukknoop; foto; pit, energie--------v. happen (naar), bijten; aangrijpen (kans); (ermee) ophouden; (af)breken, (af)knappen; knallen (met zweep, geweer); snauwensnap1[ snæp] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klap5 foto♦voorbeelden:1 shut a book/lid with a snap • een boek/deksel met een klap sluiten10 put some snap into it! • een beetje meer fut!I don't care a snap for what she says • wat zij zegt kan me geen barst/lor schelen————————snap2♦voorbeelden:————————snap3〈 snapped〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 snap to it • vooruit, schiet 'ns op6 met een ruk/schok bewegen♦voorbeelden:1 (weg)grissen ⇒ grijpen, (weg)rukken♦voorbeelden:snap up • op de kop tikkensnap up a bargain • een koopje meepakken¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 snap it up • vooruit, aan de slag————————snap42 knak♦voorbeelden:1 snap went the glass • klap ging/zei het glas¶ 〈Brits-Engels; informeel〉 snap! you're wearing the same dress as me • wat een toeval! je hebt dezelfde jurk aan als ik -
2 go
n. Japans bordspel voor twee personen in ruiten verdeeld door 19 horizontale en 19 vertikale lijnen--------n. poging; enthousiasme; activiteit (spreektaal)--------v. lopen, gaan; gaan (rijden); aankomen; wordengo11 poging3 pit ⇒ fut, energie4 aanval♦voorbeelden:have a go doing something • iets proberen te doen2 at/in one go • in één klap, in één keerhave a go at • een aanval doen op; uitvallen tegen, van leer trekken tegen¶ be all the go • in de mode zijn, erg in trek zijnmake a go of it • er een succes van makenit 's all go • het is een drukte van je welste(up)on the go • in de weer, in volle actie(it 's) no go • het kan niet, het lukt nooit→ near near/————————go21 goed functionerend ⇒ in orde, klaar♦voorbeelden:————————go31 gaan ⇒ starten, vertrekken; beginnen, aanvatten, aanvangen2 gaan ⇒ voortgaan, lopen, reizen12 vooruitgaan ⇒ vorderen, opschieten18 verdwijnen ⇒ wijken, afgeschaft worden, afgevoerd worden23 beschikbaar/voorhanden zijn♦voorbeelden:go fetch! • zoek!, apporte! 〈 tegen hond〉go to find someone • iemand gaan zoekengo fishing • uit vissen gaanleave go of • loslaten, laten gaanlook where you are going! • kijk uit je doppen!〈 informeel〉 don't go saying that! • zeg dat nou toch niet!go shopping • gaan winkelenwho goes there? • wie daar? 〈 vraag naar wachtwoord〉go aside • opzij gaan, zich even terugtrekkengo near to do/doing something • iets bijna doengo on an errand • een boodschap (gaan) doengo on a journey • op reis gaango on the pill • aan de pil gaango on the stage • bij het toneel gaanready, steady, go! • klaar voor de start? af!2 go by air/car • met het vliegtuig/de auto reizengo for a walk • een wandeling maken1the forks go in the top drawer • de vorken horen in de bovenste la1where do you want this cupboard to go? • waar wil je deze kast hebben?3plus any cash that was going • plus wat voor geld er maar beschikbaar wasgo aboard • aan boord gaango abroad • naar het buitenland gaango straight • rechtop lopengo along that way • die weg nemen/volgengo from bad to worse • van kwaad tot erger vervallenthe difference goes deep • het verschil is erg grootgo in fear of one's life • voor zijn leven vrezenas things go • in vergelijking, in het algemeengo armed • gewapend zijnit will go hard with him • het zal erg moeilijk voor hem wordenhow are things going? • hoe gaat het ermee?how is work going? • hoe staat het met het werk?go slow • een langzaam-aan-actie houdenthe tune goes like this • het wijsje kt als volgt10 go well • goed aflopen, goed komen11 how did the exam go? • hoe ging het examen?go in someone's favour • in iemands voordeel uitvallenwhat he says goes • wat hij zegt, gebeurt ook12 how is the work going? • hoe vordert het (met het) werk?go unpunished • ongestraft wegkomengoing!, going!, gone! • eenmaal! andermaal! verkocht!16 go on • besteed worden/gespendeerd worden aanmy complaints went unnoticed • mijn klachten werden niet gehoordthe cook must go • de kok moet gaanhe paid as he went • hij betaalde directit only goes to show • zo zie je maargo (a-)begging • geen aftrek vinden, niet gewild zijnif these things are going begging I'll take them • als niemand (anders) ze wil, neem ik ze wel〈Brits-Engels; informeel〉 go and do something • iets gaan doen; zo maar even iets doen; zo dwaas zijn iets te doenlet oneself go • zich laten gaan, zich ontspannen; zich verwaarlozenanything goes • alles is toegestaanhe kept going like this • hij deed telkens zogo carefully • heel bedachtzaam/behoedzaam te werk gaango easy • het rustig(er) aan (gaan) doengo easy with • aardig/vriendelijk zijn tegen〈 informeel〉 here goes! • daar gaat ie (dan)!〈 informeel〉 here we go again • daar gaan we weer, daar heb je het weerthere it goes • weg, foetsie; kapotgo wrong • een fout maken, zich vergissen; fout/mis gaan, de mist in gaan; 〈 informeel〉stuk gaan, het begeven 〈 van apparaat〉; het verkeerde pad opgaan→ go about go about/, go across go across/, go after go after/, go against go against/, go ahead go ahead/, go along go along/, go around go around/, go at go at/, go away go away/, go back go back/, go beyond go beyond/, go by go by/, go down go down/, go far go far/, go for go for/, go forward go forward/, go in go in/, go into go into/, go off go off/, go on go on/, go out go out/, go over go over/, go round go round/, go through go through/, go to go to/, go together go together/, go under go under/, go up go up/, go with go with/, go without go without/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:go the same way • dezelfde kant opgaango the shortest way • de kortste weg nemen¶ go it alone • iets/het helemaal alleen doengo it strong • er hard tegenaan gaan; overdrijven, het er dik op leggen♦voorbeelden:go absent • afwezig blijvengo bad • slecht worden, bedervengo blind • blind wordengo broke • al zijn geld kwijtrakengo cold • koud wordengo hot and cold • het (afwisselend) warm en koud krijgengo hungry • honger krijgengo ill/sick • ziek wordenthe milk went sour • de melk werd zuurgoing fifteen • bijna vijftien (jaar), naar de vijftien toe
См. также в других словарях:
Into the Pit — Infobox Album | Name = Into the Pit Type = studio Artist = Ultimatum Released = 2007 Recorded = Sight 16 Studios Genre = Christian metal, speed metal, thrash metal Length = 44:48 Label = Retroactive Records (2007) Producer = Ultimatum and Ysidro… … Wikipedia
Into The Pit — Infobox Album Name = Into The Pit Type = Box Set Artist = Fight Released = July 4, 2008 Recorded = 1993 1995 Genre = Heavy metal Length = 154:01 Label = Metal God Entertainment Producer = Reviews =*Allmusic Rating|3.5|5… … Wikipedia
Pit — Pit, v. t. [imp. & p. p. {Pitted}; p. pr. & vb. n. {Pitting}.] 1. To place or put into a pit or hole. [1913 Webster] They lived like beasts, and were pitted like beasts, tumbled into the grave. T. Grander. [1913 Webster] 2. To mark with little… … The Collaborative International Dictionary of English
Pit stop — For the technique to cause a car to spin around (and stop) quickly, see PIT maneuver. For other uses, see Pitstop. Indianapolis Motor Speedway Formula 1 pit lane and garages (right) adjacent to the oval racing lane … Wikipedia
Pit of Peril (Thunderbirds episode) — Infobox Television episode Title = Pit of Peril Series = 1 Season = 1 Episode = 2 Airdate = October 7th, 1965 Production = 2 Writer = Alan Fennell Director = Desmond Saunders Episode list = List of Thunderbirds episodes Prev = Trapped in the Sky… … Wikipedia
Pit River — The Pit River or Pitt River is a major river watershed draining Northeastern California into the State s Central Valley. The Pit, the Klamath and the Columbia are the only three rivers in the U.S. that cross the Cascade Range.The longest… … Wikipedia
Pit toilet — A pit toilet or compost toilet is a method of collection of human waste, used for composting, controlled decomposition, or waste disposal used most often in areas with no sewer system. Pit toilets are used in rural and wilderness areas as well as … Wikipedia
pit — 01. Victims of the massacre were found buried in a shallow [pit] in the forest. 02. We dug a large [pit], and built a fire in it to roast the pig. 03. One of the actors in the play fell backwards into the orchestra [pit], and broke his arm. 04. A … Grammatical examples in English
pit — [[t]pɪ̱t[/t]] ♦♦♦ pits, pitting, pitted 1) N COUNT A pit is a coal mine. It was a better community then when all the pits were working. 2) N COUNT A pit is a large hole that is dug in the ground. Eric lost his footing and began to slide into the… … English dictionary
pit — I. noun Etymology: Middle English, from Old English pytt (akin to Old High German pfuzzi well), from Latin puteus well, pit Date: before 12th century 1. a. (1) a hole, shaft, or cavity in the ground (2) mine (3) a scooped out place used for… … New Collegiate Dictionary
pit — pit1 [pıt] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(hole)¦ 2¦(mine)¦ 3¦(mark)¦ 4¦(untidy place)¦ 5 be the pits 6 in/at the pit of your stomach 7¦(car racing)¦ 8¦(in a theatre)¦ 9¦(in a garage)¦ 10 a/the pit of something … Dictionary of contemporary English