-
1 intervalle
intervalle [ẽtervaal]〈m.〉1 tussenpoos ⇒ pauze, onderbreking2 tussenruimte ⇒ opening, gaping♦voorbeelden:1 à deux mois d'intervalle • twee maanden daarna, laterun court intervalle • een ogenblikà intervalles réguliers • met regelmatige tussenpozendans l'intervalle • in de tussentijddurant, pendant cet intervalle • in die tussentijdpar intervalles • bij tussenpozen, nu en danpar intervalles • hier en daarm1) pauze, onderbreking2) tussenruimte, opening3) interval [muziek] -
2 mineur
mineur1 [mienur]〈m.〉♦voorbeelden:————————mineur2 [mienur]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉3 kleiner ⇒ minder, geringer♦voorbeelden:tierce mineure • kleine terts1. m1) mijnwerker2) geniesoldaat2. mineur/-em/f3. adj2) minderjarig3) kleiner, minder -
3 ton
ton1 [tõ]〈m.〉3 tint ⇒ toon, kleur(schakering), hoofdkleur4 toon ⇒ stijl, manier (van optreden), (spreek)trant♦voorbeelden:ton frappé • accentsur tous les tons • in alle toonaarden, op alle mogelijke manierenton de voix familier • gewone toon, bekende stemfaire baisser le ton à qn. • iemand een toontje lager laten zingen(faire) chanter sur un autre ton • uit een ander vaatje (laten) tappenélever, hausser le ton • zijn, haar stem verheffenne le prenez pas sur ce ton • sla niet zo'n (hoge) toon aan, neem het niet zo hoog opton majeur, mineur • grote, kleine hele toonton principal d'un morceau • grondtoon van een muziekstukse mettre dans le ton • stemmensortir du ton • detoneren, uit de toon rakentons rompus • gebroken kleuren, kleuren met diverse schakeringenêtre dans le ton • harmoniëren, bij elkaar passencette couleur n'est pas dans le ton • deze kleur vloektton sur ton • kleur op kleurle bon ton • de goede toon, goede manierenavoir le ton, être dans le ton • ‘in’ zijn, bij de tijd zijnchanger de ton • een andere toon aanslaanne pas être dans le ton • uit de toon vallense mettre au ton de qn. • iemand nadoen, iemand als voorbeeld nemense mettre dans le ton • zich aanpassen, mee gaan doende bon ton • zoals het hoort, smaakvol————————ton2 [tõ],1 jouw ⇒ van jou, je→ pommeI m1) toon, klank2) toonsoort, toonhoogte [muziek]3) tint, kleur4) stijl, manier (van optreden)II = ta; = tes; adjjouw, je, van jou -
4 intermittence
-
5 intervalle mineur
intervalle mineur
См. также в других словарях:
Interval — may refer to:* Interval (mathematics), a range of numbers (formally, a subset of an ordered set) * Interval measurements or interval variables in statistics is a level of measurement * Interval (music), the relationship between two notes *… … Wikipedia
interval — INTERVÁL, intervale, s.n. 1. Distanţă în timp între două fenomene, între două perioade, între două evenimente consecutive; răstimp. 2. Distanţă în spaţiu între două puncte, între două lucruri. ♦ (mat.) Ansamblu de puncte, de numere cuprinse între … Dicționar Român
Interval — In ter*val, n. [L. intervallum; inter between + vallum a wall: cf. F. intervalle. See {Wall}.] [1913 Webster] 1. A space between things; a void space intervening between any two objects; as, an interval between two houses or hills. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
InterVal — est le nom d un réseau de bus basé à Montereau Fault Yonne (77) appartenant au leader français du transport : Transdev. Services Les bus InterVal participent au réseau Comète du SMTCM. Les lignes 3, 4 … Wikipédia en Français
interval — intèrvāl m <G intervála> DEFINICIJA 1. vrijeme između dviju jedinica u slijedu; međuvrijeme, stanka 2. prostor između dviju točaka ili predmeta [intervali između stupova grčkoga hrama nisu jednaki] 3. mat. podskup skupa realnih brojeva koji … Hrvatski jezični portal
Interval — англ. [и/нтэвэл] Interval нем. [интэрва/ль] intervalle фр. [энтэрва/ль] intervallo ит. [интэрва/ллё] интервал … Словарь иностранных музыкальных терминов
interval — англ. [и/нтэвэл] Interval нем. [интэрва/ль] intervalle фр. [энтэрва/ль] intervallo ит. [интэрва/ллё] интервал … Словарь иностранных музыкальных терминов
interval — early 14c., from O.Fr. intervalle (14c.), earlier entreval (13c.), from L.L. intervallum space, interval, distance, originally space between palisades or ramparts, from inter between (see INTER (Cf. inter )) + vallum rampart (see WALL (Cf. wall)) … Etymology dictionary
interval — ► NOUN 1) an intervening time or space. 2) a pause or break. 3) Brit. a pause between parts of a theatrical or musical performance or a sports match. 4) the difference in pitch between two sounds. DERIVATIVES intervallic adjective. ORIGIN … English terms dictionary
Interval — In ter*val, Intervale In ter*vale, n. A tract of low ground between hills, or along the banks of a stream, usually alluvial land, enriched by the overflowings of the river, or by fertilizing deposits of earth from the adjacent hills. Cf. {Bottom} … The Collaborative International Dictionary of English
interval — I noun abeyance, break, gap, halt, hiatus, interim, interlude, intermission, interregnum, interruption, interstice, intervallum, intervening time, lapse, lull, pause, recess, respite, rest, spatium interiectum, spell, truce II index abeyance … Law dictionary