-
1 récupérer
récupérer [reekuupeeree]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 ophalen♦voorbeelden:v1) uitrusten2) terugkrijgen3) ophalen4) terugwinnen, recyclen5) inhalen [tijd]7) annexeren -
2 allumage
-
3 contact
contact [kõtaakt]〈m.〉♦voorbeelden:au contact de • door, bij de aanraking metentrer en contact • in aanraking komen (met elkaar)entrer, se mettre en contact avec qn. • in contact treden met iemandau contact de qn. • onder iemands invloeden contact avec • in verbinding, contact metm1) contact, aanraking2) verbinding, relatie, omgang3) contactpersoon [spion] -
4 enclencher
-
5 informatiser
informatiser [ẽformaatiezee]〈 werkwoord〉1 computeriseren ⇒ de computer inschakelen bij, automatiserenvcomputeriseren, automatiseren -
6 intervenir
intervenir [ẽtervənier]〈 werkwoord〉1 tussenbeide komen ⇒ zich mengen, zich bemoeien, ingrijpen5 zich voordoen ⇒ gebeuren, geschieden6 tot stand komen ⇒ gesloten worden, bereikt worden♦voorbeelden:faire intervenir l'armée • het leger inschakelenv1) tussenbeide komen, bemiddelen6) meespelen, meetellen [factoren] -
7 réquisitionner
-
8 brancher
brancher [brãsĵee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:brancher qn. sur qn. • iemand met iemand in contact brengenêtre branché sur qc. • verstand van iets hebben, van iets op de hoogte zijn -
9 embrayer
embrayer [ãbrejjee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 inschakelen ⇒ aanzetten, koppelen aan♦voorbeelden: -
10 faire intervenir l'armée
faire intervenir l'arméeDictionnaire français-néerlandais > faire intervenir l'armée
-
11 établir, mettre le contact
établir, mettre le contactDictionnaire français-néerlandais > établir, mettre le contact
См. также в других словарях:
Ligue nationale flamande — Traduction à relire Vlaams Nationaal Verbond → … Wikipédia en Français