-
1 engrave
-
2 imprint
n. af/indruk, spoor, stempel--------v. (af/in)drukken, inprentenimprint1[ imprint] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 af/indruk ⇒ spoor, stempel————————imprint21 (af/in)drukken ⇒ stempelen; 〈 figuurlijk〉 griffen, inprenten -
3 inculcate
v. iem. iets inprenten; indringen, inwortelen; preken♦voorbeelden: -
4 din
het Duitse normalisatie instituutdin1[ din] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————din2〈 dinned〉1 weerken ⇒ dreunen, galmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:din something into someone • iets er bij iemand in stampen -
5 implant
n. het planten; inplantatie--------v. (in-)planten; implanteren[ impla:nt]1 (in)planten ⇒ (in de grond) steken/zetten -
6 impress
v. indruk maken; een indruk achterlaten; de indruk geven (dat), beklemtonen, nadruk leggen; uitbeitelen, inhouwen; (be)stempelenimpress1[ impres] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afdruk(sel) ⇒ stempel(afdruk), merk————————impress21 bedrukken ⇒ af/in/opdrukken♦voorbeelden:impressed at/by/with • geïmponeerd door/onder de indruk van -
7 infuse
-
8 instil
1 geleidelijk doen doordringen ⇒ bijbrengen, langzaam aan inprenten -
9 print
n. druk; prent; afdruk; drukletters; voetafdruk; vingerafdruk; gestempeld teken--------v. afdrukken; bedrukken; prenten; drukkenprint1[ print]4 stempel5 gedrukt exemplaar ⇒ krant, blad♦voorbeelden:1 druk♦voorbeelden:out of print • uitverkocht→ small small/————————print23 in/met blokletters (op)schrijven♦voorbeelden:print out • een print-out/uitdraai maken (van)II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 Buffer underrun
(computers) fout in inprenten van diskettes (wanneer snelheid van opname van gegevens kleiner is dan leessnelheid van de laserstraal vanwege langzaam opnameprogrammering of beperkte opslag van aandrijfeenheid) -
11 infix
n. (in de spraakkunst)--------v. inzetten, invoegen, insteken, bevestigen; inprenten, indrukken -
12 instill confidence
vertrouwen inprenten -
13 instill ideas into
langzaamaan ideën inprenten
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский