-
1 entgegensetzen
entgegensetzen♦voorbeelden: -
2 Vorwurf
Vorwurf〈m.〉♦voorbeelden: -
3 Vorwürfe gegen jemandem erheben
Vorwürfe gegen jemandem erhebenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Vorwürfe gegen jemandem erheben
-
4 beisteuern
-
5 einbringen
-
6 eine Anklage gegen jemanden erheben
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Anklage gegen jemanden erheben
-
7 einer Beschuldigung nichts entgegensetzen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einer Beschuldigung nichts entgegensetzen
-
8 einführen
-
9 einschießen
einschießenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stuk-, inschieten♦voorbeelden:¶ 〈 figuurlijk〉 sich auf jemanden einschießen • iemand op de korrel nemen, de aanval op iemand openen -
10 einwenden
einwenden♦voorbeelden: -
11 einwerfen
einwerfen1 inwerpen, -gooien -
12 entgegenhalten
entgegenhalten1 voorhouden ⇒ (toe)reiken, uitsteken naar2 inbrengen tegen, tegenwerpen♦voorbeelden:2 man hielt mir entgegen, dass … • men wierp mij tegen, dat … -
13 entgegenstellen
entgegenstellen -
14 erheben
erheben1 (op)heffen, verheffen2 stichten, verheffen3 verheffen (in, tot)4 heffen, invorderen♦voorbeelden:mit erhobener Stimme • met stemverheffingAnspruch auf etwas erheben • aanspraak op iets makenein Geschrei erheben • een geschreeuw aanheffenProtest gegen etwas erheben • protest tegen iets aantekenen2 zich verheffen, uitreiken (boven)♦voorbeelden:der Sturm erhebt sich • de storm steekt op -
15 mitbringen
mitbringen1 meebrengen, -nemen, inbrengen
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский