-
1 in de knoop zitten
in de knoop zitten -
2 in de knoop zitten
-
3 (met zichzelf) in de knoop zitten
(met zichzelf) in de knoop zittenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (met zichzelf) in de knoop zitten
-
4 knoop
♦voorbeelden:een knoop in zijn zakdoek leggen • faire un noeud à son mouchoirhet schip liep negen knopen • le navire filait neuf noeudshet touw zit in de knoop • la corde est pleine de noeudseen veter uit de knoop halen • défaire un lacetzijn haar uit de knoop halen • démêler les cheveuxde knopen van zijn jas dichtdoen • se boutonnerje knoop springt er bijna af • ton bouton va sauter -
5 knoop
1 [met betrekking tot kleding] button2 [dichtgetrokken lus] knot3 [scheepvaart] knot4 [knobbel aan een stengel] node5 [natuurkunde] [rustpunt] node♦voorbeelden:2 een dubbele/platte knoop • a double/reef knoteen knoop leggen/maken • tie/make a knoteen knoop losmaken/ontwarren • untie/undo a knothet touw zit in de knoop • the rope is tangled/full of knots(met zichzelf) in de knoop zitten • be at odds with oneselfin de knoop raken • become entangled -
6 zijn darmen zitten in de knoop
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn darmen zitten in de knoop
-
7 disentangle
v. ontwarren, ontrafelen[ dissintænggl] 〈zelfstandig naamwoord: disentanglement〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bevrijden ⇒ uit de knoop halen, losmaken♦voorbeelden:2 I could not disentangle the truth from all her falsehoods • ik kon de waarheid niet ontdekken tussen al haar leugens -
8 быть в тупике
vgener. in de knoop zitten -
9 в замешательстве
prepos.gener. opgelaten, in de knoop zitten, in de war, overstuur -
10 в затруднении
prepos.gener. in de knoop zitten -
11 your hair won't disentangle for a fortnight
English-Dutch dictionary > your hair won't disentangle for a fortnight
-
12 problème
-
13 avoir des problèmes
avoir des problèmes (psychologiques) -
14 быть в тупике
vgener. in de knoop zitten -
15 в замешательстве
prepos.gener. opgelaten, in de knoop zitten, in de war, overstuur -
16 в затруднении
prepos.gener. in de knoop zitten -
17 loszitten
♦voorbeelden:die knoop zit los • that button is coming off -
18 oor
♦voorbeelden:een goed oor hebben • avoir l'oreille justemet open oren luisteren • écouter de toutes ses oreillesmet rode oren, oortjes in iets lezen • être tout excité à la lecture de qc.met rode oortjes luisteren • écouter de toutes ses oreillesvoor het oor waarneembaar • perceptible à l'ouïeiemand de oren van het hoofd eten • manger comme quatredat gaat het ene oor in, het andere uit • cela entre par une oreille et sort par l'autrezijn oren niet geloven • ne pas en croire ses oreillesmijn oren gloeien • j'ai les oreilles rouges(geen) oren hebben naar, voor iets • (ne pas) être intéressé par qc.geen oren hebben • faire la sourde oreillezijn oor te luisteren leggen • écouter attentivementiemand de oren van het hoofd praten • assourdir qn. de parolesiemand de oren van het hoofd schreeuwen • écorcher les oreilles à qn.de oren voor iets sluiten • se boucher les oreilles pour qc.; 〈 figuurlijk〉 ne pas vouloir entendre qc.zijn oren zullen tuiten • les oreilles vont lui tinteriemand de oren van het hoofd vragen • accabler qn. de questionséén en al oor zijn • être (tout yeux) tout oreillesiemand aan de oren malen • casser les oreilles à qn.hij is nog nat achter de oren • si on lui pressait le nez il en sortirait du laitiemand iets in het oor fluisteren • chuchoter qc. à l'oreille de qn.iets in het oor, in de oren knopen • prendre bonne note de qc.gaatjes in de oren hebben • avoir les oreilles percéesknoop dat in je oren! • tiens-le-toi pour dit!slechts met één, een half oor luisteren • n'écouter que d'une oreillede kogels vlogen ons om de oren • les balles sifflaient à nos oreillesop één oor liggen • dormir〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 veel rond z'n oren hebben • avoir beaucoup à faire; 〈m.b.t. zorgen〉 avoir beaucoup de soucisiemand ter ore komen • arriver aux oreilles de qn.het is mij ter ore gekomen dat • j'ai appris quetot over de oren in de schulden zitten • être criblé de dettestot over de oren in het werk zitten • être débordé de travailtot over de oren verliefd zijn op iemand • être follement amoureux de qn.¶ iemand een oor aannaaien • rouler qn.iemand de oren wassen • frotter les oreilles à qn.〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand de oren van de kop zagen • casser les oreilles à qn.hij heeft ze achter de oren • il est moins bête qu'on ne (le) croithet is op een oor na gevild • c'est comme si c'était fait→ link=potje potje -
19 springen
2 [het lichaam ruksgewijze opheffen] jump3 [met betrekking tot zaken, zich met een ruk verplaatsen] leap, jump5 [uiteengedreven worden, barsten] 〈 ketel, kruitvat〉 burst, explode ⇒ 〈 brug, rots, mijn〉 blast, 〈 ballonnetje〉 pop6 [scheuren krijgen] crack7 [uitsteken] jut out8 [bankroet gaan] break♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 je kunt hoog of laag springen, het moet toch gebeuren • whether you like it or not, it's got to happenhoog/ver/omlaag springen • jump high/far/downop de fiets springen • hop/jump/leap on the bicycleover een sloot springen • leap a ditchmijn paard springt 1.080 m • my horse clears 1.80 m〈 figuurlijk〉 zitten te springen om iets • be bursting/dying for somethingeen snaar/het glas is gesprongen • a string has snapped, the glass has cracked〈 figuurlijk〉 op springen staan • 〈 boos zijn〉 be about to explode; 〈 grote haast hebben〉 be in a terrible rush; 〈 nodig naar de wc moeten〉 be burstingde achterkamer springt iets naar buiten/binnen • the backroom juts out/in(wards) a littlede zaak staat op springen • the company's on the verge of bankruptcy -
20 tight
adj. vast, strak, gespannen, nauw--------adv. vast, straktight1[ tajt] 〈bijvoeglijk naamwoord; tightness〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉1 strak ⇒ nauw(sluitend), (strak) gespannen, krap2 propvol3 potdicht6 gierig8 streng♦voorbeelden:1 tight shoes • te kleine/nauwe schoenen7 tight knot • ferme/stevige knoopa tight team • een hecht/harmonieus teama tight squeeze • een hele toer/opgave————————tight2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 hold me tight • hou me goed/stevig vastgood night, sleep tight • goedenacht, welterusten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Niederdeutsche Sprache — Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Dänemark[1], Russland, Kasachstan, Kirgisistan, Kanada, USA, Mexiko, Belize, Brasilien, Bolivien und Paraguay Sprech … Deutsch Wikipedia
Hosen — 1. Alte Hosen und neu Wams stehen übel zusammen. Holl.: Komt de nieuwe broek aan het oude wambuis, dan scheuren de vetergaten uit. (Harrebomée, I, 93a.) 2. Das sieht man an der hosen baldt, wo das bein ist entzwey gespaldt. Lat.: Cernitur in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon