-
1 praten
3 [door praten ertoe brengen] talk4 [kletsen, roddelen] talk♦voorbeelden:straks zul je wel anders praten • you'll change your tunepraat me er niet van • I've heard more than enough about thatwe praten er niet meer over • let's forget it/let's leave it at thateromheen praten • talk round something, beat about the bushje hebt gemakkelijk praten • it's easy/it's all right for you to talklangs elkaar heen praten • misunderstand each other, be on different wavelengthsiemand aan het praten krijgen • get someone talkinggeen zin hebben om te praten • not be in the mood for talk(ing)ergens niet meer over willen praten • not want to talk about something any morehij kan praten als Brugman • he can talk the hind legs off a donkeyik kon praten als Brugman, maar … • I could talk till I was blue in the face, but …er valt niet met hem te praten • he won't listen to reasonpraat er maar met niemand over • don't breathe a word (of this) (to anyone)over literatuur praten • talk (about) literaturelaten we over iets anders praten • let's change the subject, let's talk about something elseop iemand in praten • work on someone, try to talk someone roundiedereen praat erover • it's the talk of the town, everyone's talking about iter wordt over hen gepraat • people are talking about them -
2 spreken
2 [gedachten uiten] speak4 [+ van] [getuigen] be obvious/(self-)evident6 [+ tot] [treffen] speak7 [overtuigend zijn] speak♦voorbeelden:daar kom ik nog over te spreken • I'll come to that (point)het spreken werd hem door geschreeuw belet • he was shouted down〈 figuurlijk〉 daar spreekt de wet niet van • the law does not provide for/cover thatin het algemeen gesproken • generally speaking〈 telefoon〉 spreek ik met Jan? • is this Jan?spreek er a.u.b. met/tegen niemand over! • please don't mention it to anyonespreken tot • speak to, addressvan zichzelf doen spreken • make a name/bad name for oneselfom niet te spreken van … • not to mention …dat is geen manier van spreken • that's no way to talk‘zou je het aan gebrek aan tact kunnen wijten?’ ‘bij wijze van spreken, ja’ • ‘could you put it down to tactlessness?’ ‘in a manner of speaking, yes’spreken voor iets • speak out/up for something〈 spreekwoord〉 spreken is zilver, zwijgen is goud • speech is silver, silence is goldendat spreekt • that is clear/obvioushet spreekt vanzelf • it goes without sayingII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [praten met] speak/talk to/with3 [zich (kunnen) uiten in] speak4 [verklaren dat iemand zo is] proclaim♦voorbeelden:geen woord meer met elkaar spreken • not speak to one another/not be on speaking terms anymoreik spreek je nader • I'll speak to you about this later3 een vreemde taal/Engels spreken • speak a foreign language/Englishniet te spreken zijn over iets • be unhappy about something
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский