-
1 iemand iets ten laste leggen
iemand iets ten laste leggenaccuser qn. de qc. -
2 iemand iets ten laste leggen
iemand iets ten laste leggencharge someone with something, accuse someone of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand iets ten laste leggen
-
3 Last
〈v.; Last, Lasten〉1 last, vracht ⇒ lading; gewicht♦voorbeelden:unter der Last der Beweise • onder de druk van de bewijzenjemandem etwas zur Last legen • iemand iets ten laste leggenmir zu Lasten, zu meinen Lasten • te mijnen lastedas geht zu Lasten, zulasten des Staates • dat valt ten laste van de staat -
4 last
♦voorbeelden:op hoge lasten zitten • avoir de lourdes chargessociale lasten • charges socialesiemand van een last bevrijden • débarrasser qn. d'un poidshij bezweek haast onder de last • il succomba presque sous le poids du fardeauop last van de politie • sur mandat de la policete mijnen laste • à ma chargeik weet niets te zijnen laste te zeggen • je n'ai rien à dire contre luiiemand iets ten laste leggen • accuser qn. de qc.iemand tot zijn last hebben • avoir qn. à sa chargetot last, ten laste van • à la charge deiemand last bezorgen • 〈 dingen〉 causer de l'embarras à qn.; 〈 personen〉 donner du fil à retordre à qn.iemand tot last zijn • gêner qn.ik heb last van mijn maag • je souffre de l'estomacwij hebben veel last van onze buren • nos voisins nous gênent beaucoupik heb er geen last van • cela ne me gêne pas -
5 last
4 [beschuldiging] charge5 [scheepslading] cargo6 [natuurkunde] weight♦voorbeelden:2 op hoge lasten zitten • be under great expense, be faced with high costs/overheadssociale lasten • BNational Insurance contributions, Asocial security premiumstot last/ten laste van • at the expense of3 iemand last bezorgen • inconvenience/bother/trouble someonedaar kan je last mee krijgen • you could get into trouble over thatten laste van de gemeenschap komen • be(come) a public chargeiemand tot last zijn • bother someoneik heb last van mijn maag • my stomach is giving me trouble/is bothering mewij hebben veel last van onze buren • our neighbours are a great nuisance to ushij heeft vaak last van migraine • he often suffers from migraineheb je er last van als ik rook? • will it bother you if I smoke?ik heb er geen last van • it doesn't bother me4 iemand iets ten laste leggen • charge someone with something, accuse someone of something5 last innemen/lichten • load, unload -
6 inculper
-
7 inculper qn. de qc.
inculper qn. de qc. -
8 jemandem etwas zur Last legen
jemandem etwas zur Last legenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem etwas zur Last legen
-
9 charger
charger [sĵaarzĵee]1 (be-, op-, in)laden ⇒ bevrachten, bepakken4 getuigen tegen ⇒ ten laste leggen, belasteren♦voorbeelden:charger une valise sur son épaule • een koffer op zijn schouder nemennavire qui charge pour Londres • schip dat een vracht voor Londen aan boord neemt♦voorbeelden:¶ se charger de qc. • zich met iets belasten, iets op zich nemense charger de qn. • iemand onder zijn hoede nemenv1) (be-, op-, in)laden, bevrachten2) overladen, belasten (met)3) getuigen (tegen), belasteren4) overdrijven5) aanvallen -
10 aanwrijven
♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский